Zoekresultaten 20251-20300 van de 45087 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:201 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-649/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:227 Raad van Discipline Amsterdam 17-562/A/A

    Klacht over advocaat optredend als bemiddelaar. Ook wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, blijft voor hem het advocatentuchtrecht

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-835

    Optreden van verweerder voor de partner van klager na verbreking van hun affectieve relatie terwijl klager eerder gehuwd was geweest met een vrouw die zelfmoord had gepleegd. Klager beklaagt zich erover dat verweerder in een van de processtukken schrijft dat klager vóór dit tragische gebeuren aan zijn echtgenote te kennen had gegeven van haar te gaan scheiden om reden dat klager een veel jongere, mooiere en ambitieuzer vrouw had leren kennen. Hoewel taalkundig beschouwd in de gewraakte uitlating van verweerder niet letterlijk een verband wordt gelegd tussen de zelfmoord en de (gestelde) mededeling van klager aan zijn ex-echtgenote kan daarin door de context waarin deze uitlating is gedaan en de manier van verwoorden objectief beschouwd wel de suggestie worden gelezen dat een dergelijk verband bestaat. Een dergelijke opmerking moet als onnodig grievend jegens klager worden gekwalificeerd. De gewraakte uitlating diende voorts geen enkel redelijk doel. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:202 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-407/DH/DH

    Onvoorwaardelijke schorsing naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerder heeft gehandeld op een wijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt door in op voorhand kansloze zaken beroep in cassatie in te stellen en niet te voldoen aan artikel 7.6 Voda, door in strijd te handelen met gedragsregel 8 en door zijn cliënten niet te informeren over het feit dat hij zijn aantekening als bedoeld in artikel 9j lid 1 Advocatenwet op korte termijn zou verliezen. Voorts heeft verweerder misbruik gemaakt van toevoegingsgelden en zijn cliënten in feite laten betalen voor valse hoop. Hij is in ten minste drie zaken opgetreden als ‘postbus-advocaat’ door zich voor een cliënt in cassatie te stellen terwijl niet hij, maar een niet-cassatieadvocaat de cassatiezaak inhoudelijk heeft behandeld. Dat zijn ernstige vergrijpen die de kernwaarden van de advocatuur raken. Gelet op de ernst van de feiten acht de raad een schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 284/2016

    Klacht tegen fysiotherapeut. Onvoldoende terughoudendheid bij de fysiotherapeutische behandeling van klaagster, gezien haar aandoening osteogenesis imperfecta. Klaagster had doorverwezen moeten worden naar de huisarts en de dossiervoering was op één onderdeel onvoldoende. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:203 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-440/DH/DH

    Schrapping naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerster is in twee instanties veroordeeld tot een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Zij heeft het vertrouwen van haar eigen cliënten beschaamd door hen op slinkse wijze grote sommen geld afhandig te maken. Bovendien heeft zij door brieven van gerechtelijke instanties te vervalsen het vertrouwen dat in zulke instanties moet kunnen worden gesteld geschaad. Verweerster heeft daardoor gehandeld in strijd gehandeld met de kernwaarden van de advocatuur, waaronder die van de (financiële) integriteit. Indien verweerster zich na haar detentie opnieuw zou laten inschrijven als advocaat, zou het vertrouwen in de advocatuur ernstig worden ondermijnd. Aangezien verweerster ter zitting van de raad geen enkel besef heeft getoond van haar verantwoordelijkheid als advocaat en van het laakbare van haar handelen, heeft de raad er geen vertrouwen in dat verweerster na een eventuele nieuwe inschrijving op het tableau wél zal handelen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-004a

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de alarmsignalen van een beginnende sepsis niet te herkennen. Dit geldt temeer daar zij patiënte (moeder van klaagster) en de medische voorgeschiedenis niet kende. Daarnaast was er het uitdrukkelijke signaal van klaagster over verandering in de toestand van haar moeder. De verpleegkundige had meer actie moeten ondernemen en had op dat moment de dienstdoende arts moeten inschakelen. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:186 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170274

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor het instellen van cassatieberoep tegen de beschikking van het hof, waarin is bepaald dat tussen klager en zijn dochter geen omgangsregeling zal zijn en aan de moeder voortaan alleen het gezag toekomt. Het beklag van klager is ongegrond. Het hof heeft de juiste maatstaf voor de beoordeling van het verzoek tot het instellen van eenhoofdig gezag c.q. tot het beëindigen van de omgangsregeling gehanteerd en vervolgens zijn oordeel uitvoerig gemotiveerd. Hierover kan niet geklaagd worden in cassatie. De deken heeft dus terecht geoordeeld dat het instellen van cassatie als kansloos moet worden beschouwd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:187 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170073

    Klagers hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad, waarbij de klacht van klagers tegen verweerder kennelijk ongegrond is verklaard, ongegrond is verklaard. Appelverbod artikel 46h lid 7 Advocatenwet. Klagers doen een beroep op doorbreking van dit verbod wegens schending van fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep slaagt niet. Klachten over de inhoudelijke beslissing van de zaak betreffen niet fundamentele rechtsbeginselen. Vermeende partijdigheid van de deken levert evenmin grond voor doorbreking op. Hetzelfde geldt voor de stelling van klagers dat de raad geweigerd heeft het proces-verbaal te verstrekken en dat sprake is van systeemfouten in en binnen de Advocatenwet. Klagers worden niet-ontvankelijk in hun beroep verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:188 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170072

    Klagers hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad, waarbij de klacht van klagers tegen verweerder kennelijk ongegrond is verklaard, ongegrond is verklaard. Appelverbod artikel 46h lid 7 Advocatenwet. Klagers doen een beroep op doorbreking van dit verbod wegens schending van fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep slaagt niet. Klachten over de inhoudelijke beslissing van de zaak betreffen niet fundamentele rechtsbeginselen. Vermeende partijdigheid van de deken levert evenmin grond voor doorbreking op. Hetzelfde geldt voor de stelling van klagers dat de raad geweigerd heeft het proces-verbaal te verstrekken en dat sprake is van systeemfouten in en binnen de Advocatenwet. Klagers worden niet-ontvankelijk in hun beroep verklaard.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1754a

    Psychotherapeut wordt verweten dat hij zijn taak als hoofdbehandelaar niet serieus heeft genomen en intimiderend tegen klager heeft opgetreden tijdens het intakegesprek. Geoordeeld wordt dat sprake is geweest van systematisch inadequate communicatie, de psychotherapeut heeft teveel een afwachtende houding aangenomen, hetgeen niet past bij de rol van regievoerder die hij als hoofdbehandelaar had. De psychotherapeut was ook onvoldoende kritisch bij het weergeven van de aard van de informatie in het eindverslag, zowel wat betreft de relevantie van de informatie als de privacygevoeligheid ervan. De psychotherapeut geeft bovendien onvoldoende blijk van zelfreflectie en verschuilt zich in belangrijke mate achter de organisatie van de instelling. Hij miskent daarmee dat hij als professional een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de uitvoering van zijn taken als hoofdbehandelaar heeft. Deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:184 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170113

    Verweerder heeft zijn hoger beroep tegen de beslissing van de raad, waarin aan hem een berisping is opgelegd, na de behandeling ter zitting bij het hof ingetrokken. Het hof hoeft op het hoger beroep niet meer te beslissen. Voor een veroordeling van verweerder in de kosten die klager in hoger beroep heeft gemaakt is geen plaats nu niet is voldaan aan de in de Advocatenwet (art. 48 lid 6 juncto art. 57 lid 2) gestelde voorwaarde dat de klacht in hoger beroep (gedeeltelijk) gegrond wordt verklaard en een maatregel is opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:185 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160314

    Het hoger beroep van klaagsters ziet op diverse klachten tegen verweerder. Zij betichten verweerder onder meer van excessief declareren, het maken van een beroepsfout, niet juiste samenstelling van het bestuur van de stichting derdengelden, het niet beschikken over een kantoorklachtenregeling die aan de regelgeving voldoet, onredelijke algemene voorwaarden (klacht- en vervaltermijn en aansprakelijkheidsbeperking) en het onterechte gebruik van meervoudsvorm in domeinnaam. De grieven van klaagsters falen. Niet gebleken van excessief declareren en een beroepsfout. Het bestuur van de stichting derdengelden was overeenkomstig de Voda samengesteld. Klaagsters hebben geen belang bij hun klacht over klachtenregeling, nu zij hiervan geen gebruik hebben willen maken. De aansprakelijkheidsbeperking in de algemene voorwaarden van verweerder is op grond van art. 6.26 Voda toegelaten. Het is niet aannemelijk dat klaagsters zijn misleid door de de domeinnaam. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:223 Raad van Discipline Amsterdam 16-626/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klager niet-ontvankelijk in zijn klacht over eigen advocaat vanwege termijnoverschrijding. Geen aanleiding om termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:70 Accountantskamer Zwolle 17/903 Wtra AK

    Betrokkene heeft op verzoek van zijn klant over twee maanden nihilaangiften loonbelasting ten behoeve van die klant gedaan terwijl hij wist dat er in die periode wel personeel in dienst was en dat die aangiften dus niet juist konden zijn. Schending fundamentele beginsel integriteit. Tijdelijke doorhaling voor een maand.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/145

    Klager is de echtgenoot van een inmiddels overleden patiënte. Patiënte door de huisarts verwezen voor opname. Klaagster is na een paar dagen uit het ziekenhuis ontslagen. Een paar uur later heeft zij zich weer op de SEH gemeld. Volgens klager heeft verweerster nagelaten klaagster opnieuw op te nemen. Dit had wel gemoeten want patiënte was ernstig ziek. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:225 Raad van Discipline Amsterdam 17-627/A/NH

    Klacht over advocaat wederpartij. Klager is niet-ontvankelijk in gedeelte van zijn klacht vanwege termijnoverschrijding. Voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond. Indien en voor zover de klacht tevens is gericht tegen het advocatenkantoor waar verweerder werkzaam is is klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht, nu niet is gebleken dat gedrag waarover wordt geklaagd alle leden van maatschap of alle bestuurders van besloten vennootschap kan worden aangerekend.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/144

    Klager is de echtgenoot van een inmiddels overleden patiënte. Patiënte door de huisarts verwezen voor opname. Verweerder heeft klaagster na een paar dagen ontslagen uit het ziekenhuis. Volgens klager was dat een onjuiste beslissing want er redenen om nader onderzoek te doen. Ongegrond

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:43 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL?2017/518

    Verzoek tot herziening van een wrakingsbeslissing. Herziening van een uitspraak is een buitengewoon rechtsmiddel. Artikel 515 lid 5 WvSv, welk voorschrift ingevolge artikel 100 Wna op verzoeken tot wraking van leden van de kamer voor het notariaat van overeenkomstige toepassing is, bepaalt dat tegen een beslissing op een wrakingsverzoek geen rechtsmiddel openstaat. Dat betekent dat er geen mogelijkheid bestaat om herziening te vragen van een beslissing op een verzoek tot wraking. De kamer is daarom onbevoegd kennis te nemen van het verzoek tot herziening van de beslissing van de wrakingskamer.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:68 Accountantskamer Zwolle 17/768 en 17/769 Wtra AK

    Ter zitting is gebleken van de betrokkenheid van een van de accountants tegen wie een klacht is gericht bij de totstandkoming van de aangiften IB 2014 van klager. Na de indiening (en voor de afwikkeling ) van die aangiften is door de belastingdienst aan het accountantskantoor meegedeeld dat was afgeweken van de al eerder ingediende aangiften IB 2013. Dat had aanleiding moeten zijn om de aangiften IB 2014 te vergelijken met de gecorrigeerde aangiften IB 2013. Dat is evenwel achterwege gebleven waardoor de onjuiste aangiften IB 2014 zijn gehandhaafd. Tekortkoming is tuchtrechtelijk verwijtbaar ook al rust op klager een eigen verantwoordelijkheid voor opgeven inkomstenbronnen. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:69 Accountantskamer Zwolle 16/2657 Wtra AK

    Betrokkene heeft aan klager businessmodellen toegezonden in verband met een door klager voorgenomen investering in een bedrijfsverzamelgebouw. Gelet op de inhoud van deze businessmodellen vertonen ze kenmerken van de uitkomsten van een onderzoek van toekomstgerichte financiële informatie. Daarop is NVCOS 3400 van toepassing. Betrokkene heeft dat niet onderkend en daardoor een aantal bepalingen van NVCOS 3400 niet in acht genomen, Dat levert ook strijd op met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en professionaliteit op. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:198 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-498/DH/RO-b

    voorzittersbeslissing; klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/241

    Geen informed consent. Klager verwijt verweerder dat hij dat hem voorafgaand aan een stamceltransplantatie niet heeft geïnformeerd over het feit dat de donor een G6PD deficiëntie heeft. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:197 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-498/DH/RO-c

    voorzittersbeslissing; klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:19 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/62

    Afwikkeling nalatenschap door notaris die als executeur was aangesteld. Na beneficiaire aanvaarding heeft hij zijn werkzaamheden als executeur voortgezet en als zodanig aan de erfgenamen in rekening gebracht. Nu niet is gesteld of gebleken dat de notaris na de beneficiaire aanvaarding in zijn hoedanigheid van executeur een ruimschoots toereikend verklaring heeft afgegeven, is de kamer van oordeel dat aangenomen moet worden dat zijn taak als executeur als gevolg van de beneficiaire aanvaarding is geëindigd. In de gegeven omstandigheden had het vervolgens op zijn weg gelegen om de erfgenamen te informeren over de gewijzigde situatie en (de gevolgen van) art. 4:149, lid 1 onder d en 4:202 BW. Vast staat dat hij dat niet heeft gedaan, als gevolg waarvan onduidelijkheid heeft kunnen ontstaan over de hoedanigheid waarin hij zijn werkzaamheden heeft voortgezet. Bovendien heeft de notaris verzuimd daarover alsnog duidelijkheid te verschaffen toen (de advocaat van) klager dat aan hem vroeg; in zijn mailberichten heeft de notaris achtereenvolgens vermeld dat hij optrad als executeur, als boedelnotaris, als vereffenaar, dan wel als boedelnotaris c.q. zaakwaarnemer, waarbij de kamer mede in aanmerking neemt dat hij een honorarium in rekening heeft gebracht ter grootte van 2/3e deel van het saldo van de nalatenschap. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:281 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.146

    Klager heeft met zijn (aanvullend) beroepschrift de gronden waarop zijn beroep rust voldoende duidelijk toegelicht en kan dus worden ontvangen in zijn beroep. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege voor het overige geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:282 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.147

    Klager heeft met zijn (aanvullend) beroepschrift de gronden waarop zijn beroep rust voldoende duidelijk toegelicht. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege voor het overige geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/423

    Klacht van dochter van een (inmiddels overleden) patiënt tegen specialist ouderengeneeskunde. Volgens klaagster heeft verweerster ten onrechte aan de hand van een gesprek met haar 93-jarige vader bepaald dat hij het verpleeghuis kon verlaten, zonder zijn dochters en echtgenoot hierin te betrekken. Daags hierna is de vader van klaagster overleden in een setting waarin voor hem volgens klaagster onvoldoende zorg beschikbaar was. Verweerster voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-105c

    Ongegronde klacht tegen een verloskundige. De verloskundige is niet tekort geschoten in de verloskundigezorg tijdens de zwangerschap van klaagster. De door de verloskundige verrichte diagnostiek was voldoende. De wijze van praktijkinrichting ontmoet geen bedenkingen. Dat binnen de maatschap van de verloskundige tijdens de zwangerschap van klaagster niet volgens de GROW-methode werd gewerkt, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:176 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-434/DB/OB 17-435/DB/OB

    Klachtonderdelen die betrekking hebben op gedragingen in periode waarin advocaat nog geen advocaat was zijn niet-ontvankelijk. Niet komen vast te staan dat kantoorgenoot beschikte over vertrouwelijke informatie, bovendien was die kantoorgenoot toen nog geen advocaat. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:199 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-498/DH/RO-a

    voorzittersbeslissing; klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:218 Raad van Discipline Amsterdam 17-082/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-066

    Ongegronde klacht tegen een apotheker. Het had op de weg van de apotheker gelegen om hetzij het herhaalrecept van de huisarts in te voeren hetzij klager te laten weten dat het herhaalrecept niet werd ingewilligd. Nu door klager en/of de huisarts hierover niets is gezegd en de huisarts het voorschrijven van de medicatie heeft gecontinueerd, acht het College deze nalatigheid niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dat metropolol tartraat in plaats van metroprolol retard is verstrekt acht het College niet verwijtbaar. De apotheker heeft zich terecht en op goede gronden aan het meest recente en nog openstaande recept van het ziekenhuis gehouden, waarin metroprolol tartraat is bedoeld, en zij heeft uitleg over de werking van de medicatie gegeven. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:219 Raad van Discipline Amsterdam 17-262/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-104

    Gegronde klacht tegen een apotheker. De apotheker heeft erkend dat zij een fout heeft begaan door – per ongeluk – amoxicillinepoeder niet te mengen met water. Ook heeft zij erkend niet bij de huisarts na te hebben gevraagd hoe lang de kuur moest zijn. Het College constateert dat de apotheker zeer adequaat heeft gereageerd op de klacht door niet alleen direct zelf contact te zoeken met klager, maar ook door daarna adequate verbetermaatregelen door te voeren. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:220 Raad van Discipline Amsterdam 17-428/A/A 17-429/A/A

    Klacht over verweerders in privéhoedanigheid. De gedragingen die klaagster verweerders verwijt houden geen verband met hun praktijkuitoefening. Evenmin is sprake van gedragingen van verweerders die absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht in het licht van hun beroepsuitoefening. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:196 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-722/DH/DH

    verzoek 60b Aw; tussenbeslissing Niet nakoming financiële verplichtingen, onjuiste opgave CCV, onvoldoende opleidingspunten, een tijd niet verzekerd geweest voor beroepsaansprakelijkheid. Toewijzing van het verzoek is ingrijpend en kan leiden tot onomkeerbare gevolgen. Verweerster krijgt daarom circa twee maanden de tijd om aantoonbaar orde op zaken te stellen. Voortzetting van de mondelinge behandeling in januari 2018.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-105a

    Ongegronde klacht tegen een verloskundige. De verloskundige is niet tekort geschoten in de verloskundigezorg tijdens de zwangerschap van klaagster. De door de verloskundige verrichte diagnostiek was voldoende. De wijze van praktijkinrichting ontmoet geen bedenkingen. Dat binnen de maatschap van de verloskundige tijdens de zwangerschap van klaagster niet volgens de GROW-methode werd gewerkt, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:221 Raad van Discipline Amsterdam 17-416/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-105b

    Ongegronde klacht tegen een verloskundige. De verloskundige mocht terecht aannemen dat er na haar (gegronde) doorverwijzing naar de gynaecoloog in het ziekenhuis, geen redenen waren voor vervoer per ambulance. Het College volgt de verloskundige in haar keuze om klaagster met eigen vervoer naar het ziekenhuis te laten gaan. Hoewel de verloskundige het consult niet volledig in het dossier heeft genoteerd, acht het College dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, gezien de spoedeisende omstandigheden en omdat het feitelijk handelen van verweerster correct is geweest. De wijze van praktijkinrichting ontmoet geen bedenkingen. Dat binnen de maatschap van de verloskundige tijdens de zwangerschap van klaagster niet volgens de GROW-methode werd gewerkt, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/400

    Klager moest een bronchoscopie ondergaan bij verweerder (longarts). Volgens klager heeft hij daarbij vantevoren aangegeven dat hij niet wilde dat het onderzoek door een arts-assistent zou worden uitgevoerd en dat hij niet verdoofd wilde worden. Verweerder zou klager hebben gerustgesteld met de mededeling dat hij het onderzoek zelf zou uitvoeren en dat de injectie die klager kreeg enkel een pijnstiller was. Klager is vervolgens weggevallen en werd ruim twee uur later met veel pijn in zijn borst wakker. Hij vernam toen van een assistente dat had geslapen in verband met een verdoving voor het onderzoek en dat het onderzoek door de arts-assistent was uitgevoerd. Klager zijn vertrouwen is hierdoor geschonden. Verweerder betwist de lezing van klager. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:222 Raad van Discipline Amsterdam 17-385/A/A

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft een beroepsfout gemaakt door slechts één vennootschap te dagvaarden in plaats van twee. Verweerder heeft zijn fout toegegeven en is hierover ook steeds open geweest tegenover klagers. Het voormalige kantoor van verweerder heeft de door verweerder gemaakte fout kosteloos hersteld. De raad ziet hierin aanleiding af te zien van het opleggen van een maatregelen. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 129/2017

    Klacht tegen anesthesioloog/pijnbestrijder. Klager verwijt verweerder onzorgvuldige behandeling triggerpoint. Geen gouden standaard. Niet onzorgvuldig klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1754b

    Verwijt aan fysiotherapeut dat hij niet serieus te werk is gegaan; niet serieus geluisterd heeft naar klagers signalen over de toename van zijn klachten en een onjuiste behandeling heeft toegepast, waardoor klagers klachten zijn verergerd. Het college kan niet vaststellen dat verweerder klager niet serieus heeft genomen. De scores uit testen, enquete en tussentijdse- en eindevaluatie tonen aan dat klager tevreden was en dat zijn klachten waren verbeterd. Verweerder mocht afgaan op de juistheid hiervan. Dat klager andere signalen heeft uitgezonden dan hij wellicht bedoeld heeft, kan verweerder niet worden tegengeworpen. Een onjuiste behandeling kan niet worden vastgesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:268 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-240/DH/DH

    Gegronde klacht over eigen advocaat. Omdat de raad verweerder voor (onder meer) één van de twee klachtonderdelen reeds eerder een schorsing heeft opgelegd, legt de raad voor dat klachtonderdeel geen maatregel op en stelt de raad de kostenveroordeling vast op EUR 500,- (in plaats van EUR 1.000,-). Voor het andere klachtonderdeel legt de raad een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 047/2017

    Klacht tegen verzekeringsarts kennelijk ongegrond. Klager verwijt verweerder zich slecht te hebben voorbereid op het onderzoek, stukken te hebben genegeerd, niet te luisteren naar klager, geen ter zake doende vragen te stellen en op subjectieve wijze gebruik te maken van informatie. Het spreekuurcontact tussen klager en verweerder is niet optimaal verlopen. Van een onheuse bejegening van klager door verweerde was geen sprake en klager heeft wel de ruimte gekregen zijn visie op de zaak te geven. Ook heeft verweerder, toen bleek dat hij niet beschikte over een rapportage, gevraagd of hij deze kon kopiëren en aangegeven dat hij dit nog zou bestuderen. Niet helder is geworden in hoeverre verweerder kan worden verweten dat hij op het moment van het spreekuurcontact niet in het bezit was van de rapportage. Hoewel het beter was geweest dat verweerder zich tijdig rekenschap had gegeven van het ontbreken van genoemde rapportage, kan niet worden geoordeeld dat het handelen van verweerder niet is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Geen aanwijzingen zijn dat de op de beschikbare medische informatie gebaseerde conclusie is gebaseerd op een subjectieve selectie of is ingegeven door vooringenomenheid.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1782

    Verwijt aan tandarts dat hij ten onrechte een declaratie heeft gestuurd voor een offerte en dat deze declaratie naar de verzekeraar is gestuurd alsmede dat hij de tanden van klager heeft beschadigd door erop te tikken met een spiegeltje. Gelet op de lange tijd dat klager patiënt van verweerder was, kon klager bekend zijn met de wijze van declareren. Geen verwijt aan verweerder dat hij de kosten van de consulten heeft gedeclareerd. Versturen van declaratie naar de verzekeraar is gebruikelijke werkwijze. Het voorzichtig tikken tegen de tanden met een spiegeltje is een gebruikelijke onderzoeksmethode. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 063/2017

    Klacht tegen apotheker. Klager verwijt apotheker fouten bij de levering van medicatie. Klacht (kennelijk) ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16245

    Anesthesioloog. Intensivist. Klacht: onprofessioneel, arrogant en agressief gedrag (1), weigering medewerking aan second opinion (2). College: In emotionele bewoordingen uitgelaten en zowel verbaal als non-verbaal laten merken geërgerd en gefrustreerd te zijn. Grens zorgvuldig en professioneel handelend arts overschreden. (1) Gegrond. Uitvoerige telefonische overleg met tweede arts, zonder medische gegevens patiënt, is geen second opinion. Eisen second opinion: door onafhankelijke arts, met beschikking over volledige status patiënt, zelfstandige beoordeling of patiënt dient te worden gezien en schriftelijke rapportage. (2) Gegrond. Verweerder had welbevinden patiënt voor ogen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 043/2017

    Klacht tegen psychiater betreffende medicatie. Klacht kennelijk ongegrond.