Zoekresultaten 22361-22380 van de 44994 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.168

    Klager en zijn broer zijn de zonen van de inmiddels overleden erflaatster. Erflaatster heeft een testament opgemaakt waarin de broer is onterfd. De broer heeft een procedure tot nietigverklaring van het testament aanhangig gemaakt bij de rechtbank, waarin hij stelt dat erflaatster ten tijde van het opmaken van het testament niet in staat was om haar wil te bepalen als gevolg van dementie. Ter beoordeling van deze vraag is het patiëntendossier van erflaatster afgegeven aan de aangeklaagde neuroloog. De neuroloog heeft geconcludeerd dat in het dossier niets is te vinden dat duidt op dementie ten tijde van het opmaken van het testament. Er is volgens hem op geen enkele wijze iets op te maken over de objectief waargenomen geestestoestand van erflaatster. Klager verwijt de neuroloog dat hij: 1) als medisch specialistisch rapporteur niet heeft gehandeld conform de “richtlijn medisch specialistische rapportage”, omdat hij partijdig was; 2) zijn beroepsgeheim heeft doorbroken door onnodig uit het patiëntendossier van erflaatster te citeren; en 3) een afspraak voor een gesprek niet is nagekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:10 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-685/DB/A

    Door ter zitting naar voren te brengen dat zijn cliënte altijd op goede gronden goedkeurende accountantsverklaringen had afgelegd, ter wijl hij wist van de zwaarwegende conclusie van het interne onderzoeksrapport dat uit het onderzochte controledossier onvoldoende bleek dat de verzamelde controle-informatie toereikend was om de goedkeurende accountantsverklaring te onderbouwen, heeft verweerder aan de rechter in kort geding onjuiste informatie verstrekt en derhalve niet gehandeld op een wijze die een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht gegrond; berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-679/DB/LI

    Dat verweerster niet schriftelijk aan partijen heeft bevestigd wat is besproken met betrekking tot de inhoud, reikwijdte en eventuele financiële gevolgen van het echtscheidingsconvenant, voordat dit werd getekend, waardoor bij klager achteraf onduidelijkheid is ontstaan over zijn alimentatieverplichting, kan verweerster, die beide partijen bijstond, tuchtrechtelijk worden verweten. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-817/DB/LI/D

    Door eerst na diverse aanmaningen van de deken te reageren en helemaal niet meer te reageren op de latere verzoeken van de deken, belemmerde verweerster de deken in diens taakuitoefening en heeft verweerster zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 2 weken

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:8 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-164/DB/LI

    Het om reden van publiciteit plaatsen van een krantenartikel en een film van Pownews op de kantoor website met daarin voor klaagster mogelijk grievende uitspraken, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar aangezien het gaat om uitlatingen van derden en verweerder op de website de bronnen heeft vermeld. Het zonder toestemming van de wederpartij indienen van nadere processtukken is tuchtrechtelijk verwijtbaar aangezien door de rechter slechts één reactieronde was toegestaan en de zaak voor tussenbeschikking stond. Aan de wederpartij rechtstreeks een aanzegging met rechtsgevolg doen toekomen zonder diens advocaat daarvan in kennis te stellen betaamt een behoorlijk advocaat niet. Niet is gebleken van de noodzaak daartoe of andere rechtens aanvaardbare reden. Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1682

    Geen indicatie voor ambulancevervoer, waardoor p roblemen met het vervoer van klager terug naar het ziekenhuis waar zijn persoonlijke bezittingen waren. Het had op de weg van het verpleegkundig personeel gelegen om dit aan de cardioloog terug te koppelen. Dat dit niet is gedaan, valt verweerster niet aan te rekenen, aangezien het de gebruikelijke gang van zaken was dat vervoer van patiënten door het verpleegkundig personeel werd geregeld en niet door de dienstdoende specialist. Hoewel de communicatie van verweerster jegens klager omtrent het ontslag voor verbetering vatbaar was, heeft zij zowel per brief als tijdens de tuchtprocedure haar excuses aan klager aangeboden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-645/DB/LI

    Klager heeft ook in de verzetprocedure niet duidelijk gemaakt waarom hij, nadat hij van het aan verweerster verweten handelen heeft kennisgenomen dan wel redelijkerwijs daarvan kennis kon hebben, meer dan drie jaren heeft gewacht met het indienen van de klacht. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-086

    Gegronde klacht tegen huisarts waarmee klager en echtgenote een kennismakingsgesprek hebben gehad en waarmee klager vervolgens een afspraak heeft gemaakt waarbij voorafgaand aan het consult het inschrijfformulier zou worden ingevuld. Niet toelaten klager tot spreekkamer en consult niet door laten gaan omdat klager zich niet had uitgeschreven bij zijn oorspronkelijke huisarts was onzorgvuldig omdat klager hieromtrent bij het maken van de afspraak niet was geïnformeerd door de assistente van de huisarts. Schending medisch beroepsgeheim met als gevolg onder druk zetten vertrouwensband tussen klager en oorspronkelijke huisarts door zonder overleg met klager telefonisch contact op te nemen met oorspronkelijke huisarts van klager. Huisarts toont inzicht in zijn verwijtbaar handelen en heeft verbetermaatregelen toegepast binnen praktijk om in de toekomst vergelijkbare situaties te voorkomen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:8 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160297

    Verweerder heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad van 5 december 2016 waarbij zijn verzoek tot opheffing van een aan hem opgelegde schorsing is afgewezen. Nu verweerder om hem moverende redenen er voor gekozen heeft zich per 16 september 2016 te laten uitschrijven van het tableau en dus niet meer de praktijk als advocaat sedertdien wenst uit te oefenen, heeft hij thans geen rechtens te respecteren belang bij opheffing van de ordemaatregel die de raad hem op 3 oktober 2016 heeft opgelegd. Verweerder wordt, gelijk als in de zaak onder nummer 160266, in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:11 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160203

    In het licht van het zwaarwegende belang van de wederpartij dat zij niet op lichtvaardige gronden in staat van faillissement wordt verklaard, kan de advocaat die namens een cliënt faillietverklaring verzoekt, anders dan bij de behandeling van veel andersoortige zaken, niet zonder meer afgaan op door de cliënt verschafte informatie. Het hof overweegt dat mr. R verweerder reeds met de e-mail van 19 mei 2015 op de hoogte heeft gebracht van de “uitdrukkelijke mededeling” van A dat zij geen vordering op klaagster had. Voor zover verweerder zelf niet reeds voorafgaand aan de indiening van de faillissementsaanvraag had moeten onderzoeken of er sprake was van een vordering van A en, zo ja, of er een reële kans bestond dat deze zou worden opgeëist, had het op de weg van verweerder gelegen om in ieder geval naar aanleiding van die e-mail actie te ondernemen, door zich hetzij bij mr. R, hetzij bij A zelf te vergewissen van de feiten. Dat heeft verweerder nagelaten. Verweerder is derhalve in weerwil van duidelijke andersluidende signalen blijven afgaan op de mededelingen van zijn cliënte en ten overstaan van het gerechtshof blijven stellen dat A een vordering op klaagster had. Aldus heeft verweerder de geldende zorgvuldigheidsnorm overtreden. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Nu verweerder nooit eerder tuchtrechtelijk veroordeeld is, acht het hof in dit geval niet een berisping, maar een waarschuwing gepast.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/201

    IGZ verwijt kinderarts de tweede tuchtnorm ex artikel 47 lid 1 onder b Wet BIG te hebben geschonden door als kinderintensivist kinderpornografisch materiaal te downloaden, in het bezit te hebben en te bekijken. Gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-073a

    Ongegronde klacht tegen BMA- arts (verzekeringsarts) die bij afwezigheid van collega BMA-arts aanvullend (positief)advies heeft uitgebracht met betrekking tot therapiemogelijkheden van klaagster in land van herkomst. Dat BMA-arts in aanvullend advies geen aandacht heeft besteed aan de aard van de behandeling is niet vastgesteld door het College. Niet verwijtbaar dat BMA-arts niet heeft onderzocht welke therapieën in land van herkomst beschikbaar zijn vanwege ontbreken aanwijzingen dat klachten van klaagster uitsluitend door specifieke therapie adequaat zouden kunnen worden behandeld. Klaagster volgde ten tijde van advies nog geen psychotherapeutische behandeling. Niet verwijtbaar dat BMA-arts geen contact heeft opgenomen met behandelaar van klaagster of gerede twijfel heeft gehad omtrent effectiviteit van de behandeling in land van herkomst aangezien hiervoor geen aanwijzingen waren. Het enkele feit dat in land van herkomst traumata hebben plaatsgevonden betekent niet dat in dat land geen effectieve behandeling kan plaatsvinden. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:9 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160180

    De raad heeft aangenomen dat verweerster namens de erfgenamen is opgetreden zonder dat zij over een mandaat beschikte, op grond waarvan de raad heeft geoordeeld dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet. De raad heeft dit verweerster ernstig aangerekend en heeft de maatregel van berisping passend en geboden geacht. Bekrachtiging door het hof van de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:12 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160204

    De raad heeft geoordeeld dat verweerder ten opzichte van klaagster tekort is geschoten. Gelet op de omstandigheden van het geval en het feit dat het gaat om een tekortkoming in de informatieplicht waar klaagster geen nadeel van heeft ondervonden, acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden. Bekrachtiging door het hof van de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-073b

    Ongegronde klacht tegen BMA- arts (verzekeringsarts) die positief medisch advies heeft uitgebracht met betrekking tot therapiemogelijkheden van klaagster in land van herkomst. Dat BMA-arts in het medisch advies geen aandacht heeft besteed aan de aard van de behandeling is niet vastgesteld door het College. Niet verwijtbaar dat BMA-arts niet heeft onderzocht welke therapieën in land van herkomst beschikbaar zijn vanwege ontbreken aanwijzingen dat klachten van klaagster uitsluitend door specifieke therapie adequaat zouden kunnen worden behandeld. Ten tijde van uitbrengen advies werd nog geen psychotherapeutische behandeling gevolgd door klaagster. Vanwege geen betrokkenheid bij opstelling aanvullend advies door collega-BMA arts kunnen hierop betrekking hebbende klachtonderdelen jegens BMA-arts geen doel treffen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:1 Raad van Discipline Amsterdam 16-829/A/A

    Klacht eigen advocaat. Verweerder heeft gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat niet betaamt door – zonder zijn cliënt deugdelijk te informeren – een voor zijn cliënt mogelijk nadelige draagkrachtberekening in de procedure in te dienen. Klacht gegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:265 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150077

    Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de beklaagde advocaat geen, althans onvoldoende, gehoor heeft gegeven aan het verzoek van de deken om medewerking te verlenen aan het tuchtrechtelijk onderzoek en dat verweerder derhalve in strijd met gedragsregel 37 heeft gehandeld. Klacht gegrond, maatregel voorwaardelijke schorsing van twee weken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:2 Raad van Discipline Amsterdam 16-622/A/A

    Klacht van failliet over advocaat van de curator. Verweerder heeft gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat niet betaamt door zich rechtstreeks met klager in verbinding te stellen terwijl klager door een advocaat werd bijgestaan. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-259

    Gegronde klacht tegen huisarts die klager heeft gezien tijdens detentie. Dat de huisarts het verzoek van klager om dosering methadon te verhogen, gebaseerd op ontwenningsverschijnselen ten gevolge van gelijktijdig gebruik Hepatitis C-medicatie, heeft afgewezen zonder daarover een gesprek aan te gaan met klager is verwijtbaar. De huisarts had niet enkel af moeten gaan op mededelingen van verpleegkundige maar zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. Ter zitting neemt huisarts verantwoordelijkheid en heeft werkwijze inmiddels aangepast. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:3 Raad van Discipline Amsterdam 16-753/A/A

    Verweerder heeft gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat niet betaamt door op te treden tegen een cliënt van de advocaat met wie verweerder in een samenwerkingsverband werkzaam is geweest. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.