ECLI:NL:TAHVD:2017:12 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160204

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2017:12
Datum uitspraak: 16-01-2017
Datum publicatie: 17-01-2017
Zaaknummer(s): 160204
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: De raad heeft geoordeeld dat verweerder ten opzichte van klaagster tekort is geschoten. Gelet op de omstandigheden van het geval en het feit dat het gaat om een tekortkoming in de informatieplicht waar klaagster geen nadeel van heeft ondervonden, acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden. Bekrachtiging door het hof van de uitspraak van de raad.

Beslissing

van 16 januari 2017

in de zaak 160204

    naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klaagster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 27 juni 2016, gewezen onder nummer 16-265 aan partijen toegezonden op 27 juni 2016, waarbij de klacht van klaagster gegrond is verklaard. Verweerder is daarbij de maatregel van enkele waarschuwing opgelegd.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2016:202. 

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 26 juli 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klaagster van 7 september 2016.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 18 november 2016, waar klaagster en verweerder zijn verschenen. Verweerder heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder in gebreke is gebleven om klaagster te informeren/adviseren over de mogelijkheden en de gang van zaken tijdens en na het proces. Verder is verweerder in gebreke gebleven om klaagster te informeren over de daaraan verbonden kosten in verschillende opzichten.

4    FEITEN

In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING 

5.1    De raad heeft de Advocatenwet zoals deze gold tot 1 januari 2015 op de onderhavige zaak toegepast. Omdat de klacht is ingediend voor 1 januari 2015 zal ook het hof de Advocatenwet toepassen die gold tot genoemde datum.

5.2    De raad heeft geoordeeld dat verweerder ten opzichte van klaagster tekort is geschoten. Gelet op de omstandigheden van het geval en het feit dat het gaat om een tekortkoming in de informatieplicht waar klaagster geen nadeel van heeft ondervonden, acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

5.3    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad wordt derhalve bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 27 juni 2016, onder nummer 16-265.

Aldus gewezen door mr. T. Zuidema, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, C.A.M.J. Raymakers, T.H. Tanja-van den Broek, D.J.B. de Wolff, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.E. Oorburg, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2017.

griffier    voorzitter    

De beslissing is verzonden op 16 januari 2017.