ECLI:NL:TADRSHE:2017:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-679/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2017:6
Datum uitspraak: 16-01-2017
Datum publicatie: 18-01-2017
Zaaknummer(s): 16-679/DB/LI
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Dat verweerster niet schriftelijk aan partijen heeft bevestigd wat is besproken met betrekking tot de inhoud, reikwijdte en eventuele financiële gevolgen van het echtscheidingsconvenant, voordat dit werd getekend, waardoor bij klager achteraf onduidelijkheid is ontstaan over zijn alimentatieverplichting, kan verweerster, die beide partijen bijstond, tuchtrechtelijk worden verweten. Klacht gegrond, waarschuwing.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 16 januari 2017

in de zaak 16-679/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij e-mail van 22 maart 2016 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg een klacht ingediend over verweerder.

1.2      Bij brief aan de raad van 15 juli 2016 met kenmerk K16-054 , door de raad ontvangen op 18 juli 2016, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van  21 november 2016 in aanwezigheid van klager en verweerster . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4      De raad heeft kennis genomen van:

-           Het klachtdossier

-           Een brief van klager d.d. 20 oktober 2016, door de raad ontvangen op 24 oktober 2016, met bijlagen;

-           Een brief van klager d.d. 31 oktober 2016, door de raad ontvangen op 1 november 2016, met bijlagen;

-           Een brief van verweerster d.d. 3 november 2016, door de raad ontvangen op 4 november 2016, met bijlagen.

2          FEITEN

2.1          Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.2         Verweerster heeft in 2013 als advocaat en mediator de gezamenlijke belangen van klager en zijn toenmalige echtgenote in een scheidingsprocedure behartigd. Verweerster heeft in de zaak een echtscheidingsconvenant opgesteld dat op 18 juni 2013 door partijen is ondertekend. De rechtbank heeft bij beschikking van 31 juli 2013 de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Die uitspraak is op 23 augustus 2013 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. In voornoemde beschikking is bepaald dat het door partijen overeengekomen echtscheidingsconvenant deel uitmaakt van die beschikking. Nadat het convenant is opgesteld en ondertekend, is tussen klager en diens ex-partner discussie ontstaan over de alimentatie en daaromtrent een procedure gevoerd.

3          KLACHT

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij in een voor klager en diens ex-echtgenote behandelde echtscheidingsprocedure:

a)         onvoldoende de bedoeling van partijen c.q. de gemaakte afspraken heeft neergelegd in het echtscheidingsconvenant;

b)         heeft nagelaten klager voldoende te informeren over de inhoud, reikwijdte, risico’s en nadelen van het echtscheidingsconvenant.

3.2      Ter toelichting van de klacht heeft klager –zakelijk weergegeven – het navolgende naar voren gebracht:

Het convenant was uitdrukkelijk bedoeld als packagedeal en verder was het de bedoeling dat de ex-echtgenote afstand zou doen van alimentatie vanaf het moment dat zij een baan zou hebben gevonden. Mede daarom is door klager afstand gedaan van een aantal andere zaken, zoals de erfenis van de vader van de ex-echtgenote en heeft klager ook de woning overgenomen inclusief de daarbij behorende kosten.

4          VERWEER

5          De bedoeling van partijen is uitdrukkelijk besproken. Het convenant moet geacht worden een weergave te zijn van die bedoeling van partijen. Er is in opdracht van partijen gehandeld en verweerster is daarbij als bekwaam en zorgvuldig advocaat opgetreden.

6          BEOORDELING

6.1       Volgens vaste rechtspraak van het hof, dient een advocaat belangrijke informatie schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. Voor een advocaat, tevens mediator, die zich bezig houdt met het familierecht en het concipiëren van echtscheidingsconvenanten hoort het bij de professionele standaard om cliënten, voorafgaand aan het ondertekenen daarvan, schriftelijk te bevestigen wat met betrekking tot de inhoud, reikwijdte en eventuele financiële gevolgen van het convenant is besproken.

6.2       Verweerster heeft ter zitting verklaard dat zij als advocaat en mediator voor partijen is opgetreden. Derhalve is zij naar het oordeel van de raad aan bovenstaande gedragsregel gehouden. Verweerster heeft voorts verklaard dat zij de strekking, reikwijdte en gevolgen van het convenant niet schriftelijk aan partijen heeft bevestigd. Van de gevoerde besprekingen zijn geen verslagen gemaakt en – voorafgaand aan het ondertekenen van het convenant – aan partijen toegestuurd. De raad stelt vast dat in het convenant is opgenomen dat  “de vrouw naarstig op zoek is naar werk, doch gelet op de hoogte van de huidige uitkering behoefte heeft aan een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud.”  Verweerster heeft noch in het convenant, noch anderszins schriftelijk vastgelegd wat partijen hiermee hebben bedoeld en welke (financiële) gevolgen hen daarbij voor ogen stonden. Daardoor is bij klager onduidelijkheid ontstaan over zijn alimentatieverplichting. Dit komt naar het oordeel van de raad voor risico van verweerster zodat haar op dit punt een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Gelet op het voorgaande zal de klacht op beide onderdelen gegrond worden verklaard.

7          MAATREGEL

7.1      De raad acht de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

7         GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING

7.1.    Aangezien de klacht gegrond is verklaard, moet verweerster het door klager betaalde griffierecht aan hem vergoeden.

7.2.    De raad ziet daarnaast aanleiding om verweerster overeenkomstig artikel 48, zesde lid, Advocatenwet te veroordelen in de kosten die klager in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten worden vastgesteld op een bedrag van EUR 50,- aan reiskosten.

7.3     De raad ziet eveneens aanleiding om verweerster overeenkomstig artikel 48, zesde lid, Advocatenwet te veroordelen in de kosten die ten laste komen van de Nederlandse Orde van Advocaten in verband met de behandeling van de zaak. Deze kosten worden vastgesteld op EUR 1.000,- en moeten binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan de Nederlandse Orde van Advocaten worden betaald. Dit bedrag kan worden betaald op rekeningnummer IBAN:NL85 INGB 0000 079000, BIC:INGBNL2A, t.n.v. Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling” en het zaaknummer.

BESLISSING

De raad van discipline:

-        verklaart de klacht in al haar onderdelen gegrond;

-        legt aan verweerster op de maatregel van waarschuwing;

-        veroordeelt verweerster tot betaling van het griffierecht van EUR 50,-aan;

-        veroordeelt verweerster tot betaling van de proceskosten van EUR 50,- aan klager;

-        veroordeelt verweerster]tot betaling van de proceskosten van EUR 1.000,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten;

Aldus beslist door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans , voorzitter, mrs. C.A.M. de Bruijn en R. van den Dungen, leden, bijgestaan door mr. A.M.T.A. Verhagen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 januari 2017 .

Griffier                                                           Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 16 januari 2017

verzonden aan:

-            klager

-            verweerster

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg   

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

-            verweerster

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg      

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d.         Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl .

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl