Zoekresultaten 9141-9160 van de 44668 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:179 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200268
- Datum publicatie: 22-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:179
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een e-mail met inhoudelijke zaaksinformatie aan klager in CC aan de maatschappelijk werkster. Het enkele feit dat zij nauw betrokken was bij de gang van zaken, is geen rechtvaardiging dergelijke vertrouwelijke informatie voor klager met haar te delen. Dit zou anders zijn als klager toestemming heeft gegeven voor het zenden van die informatie aan haar. De stelling van verweerder dat hij die toestemming had, is gemotiveerd door klager en niet nader onderbouwd. Het hof verklaart de klacht gegrond. Het hof zou normaliter een berisping opleggen voor de schending van de kernwaarde vertrouwelijkheid, maar ziet in de gegeven omstandigheden aanleiding te matigen naar een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:180 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200273
- Datum publicatie: 22-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:180
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft de zaak van klaagster neergelegd, terwijl zij binnen een week nadere stukken kon indienen bij de rechtbank. Het hof komt evenals de raad tot de conclusie dat een opdracht tot stand is gekomen (gezien de correspondentie tussen partijen) en dat verweerder de zaak ontijdig heeft neergelegd. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:181 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210030W
- Datum publicatie: 22-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:181
Wrakingsverzoek. Verzoeker heeft verweerders gewraakt omdat is geweigerd de zitting van 28 mei 2021 aan te houden en omdat is geweigerd het e-mailbericht van 20 mei 2021 van verzoeker gericht aan de griffie van het hof bij de behandeling van zijn zaak te betrekken en het terzijde te leggen. Een onwelgevallige (processuele) beslissing van het hof kan geen grond vormen voor wraking; wraking is geen verkapt rechtsmiddel. Het procesreglement is correct toegepast. Het wrakingsverzoek wordt kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:155 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-1008/DB/LI
- Datum publicatie: 22-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:155
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De raad stelt vast dat het Hof ’s-Hertogenbosch ter zake bij arrest d.d. 22 oktober 2020 heeft geoordeeld dat jegens klager rauwelijks een faillissementsverzoek is ingediend. Het aan op 15 juli 2020 aan klager betekende betalingsbevel maakte geen expliciete melding van een faillissementsaanvraag. Klager hoefde, gezien het door deurwaarder E beschikken over een executoriale titel alsook gezien de omvang van het aan de orde zijnde verschuldigde bedrag, geen faillissementsaanvraag te verwachten. Op grond van het voorgaande staat vast dat het faillissementsverzoek rauwelijks ingediend. In zoverre is de klacht gegrond. Dat het verzoek zonder grond is ingediend is evenwel niet gebleken. De curator heeft blijkens het arrest van het Hof ’s-Hertogenbosch d.d. 22 oktober 2020 aan het hof medegedeeld dat sprake was van meerdere schuldeisers. Dat klager het bestaan van de vorderingen heeft betwist, maakt naar het oordeel van de raad dan ook niet dat verweerder, door in het faillissementsrekest te betogen dat sprake was van pluraliteit van schuldeisers, een onpleitbaar standpunt heeft ingenomen. Dat naar het oordeel van het Hof niet kan worden uitgesloten dat klager reeds had betaald voordat hij had kennis genomen van het door verweerder ingediende faillissementsverzoek betekent naar het oordeel van de raad voorts dat over de vraag of deurwaarder E ten tijde van het indienen van het faillissementsverzoek een openstaande vordering op klager had, minst genomen discussie kon bestaan. Omdat op grond van het voorgaande naar het oordeel van de raad niet is gebleken dat het faillissementsverzoek zonder grond is ingediend, is de klacht in zoverre ongegrond. Berisping. Proceskostenveroordeling
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:182 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210038
- Datum publicatie: 22-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:182
Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft volgens klager de rechtbank misleid door bij de rechter te wijzen op goede bedoelingen en te stellen dat die de verhoudingen wilde normaliseren, terwijl zij op de achtergrond ten strijde trok tegen klager. Het hof oordeelt dat dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is, maar dit handelen past bij de vrijheid die een advocaat heeft om de belangen van de cliënte te behartigen. Evenals de raad acht het hof dit klachtonderdeel ongegrond. Ten aanzien van het verwijt dat verweerster in haar processtukken een vals beeld over klager heeft geschetst, geldt dat die klacht niet-ontvankelijk is voor zover die processtukken eerder dan 3 jaar voor indiening van de klacht aan klager bekend zijn geworden. Voor zover dit klachtonderdeel wel ontvankelijk is, concludeert het hof dat er onvoldoende bewijs is dat verweerster in strijd met de waarheid heeft verklaard. In zoverre is dit klachtonderdeel ongegrond. Bekrachtiging oordeel raad.
-
ECLI:NL:TNORARL:2021:47 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/372567 / KL RK 20-77
- Datum publicatie: 21-09-2021
- Datum uitspraak: 29-01-2021
- ECLI:NL:TNORARL:2021:47
De kamer is van oordeel dat de verwijten die klaagster de notaris maakt (onpartijdigheid, verwaarlozing zorg-, waarschuwings- en identificatie- en geheimhoudingsplicht, alsmede falen als partij-adviseur) geen van alle doel kunnen treffen. De ambtsverplichtingen waar klaagster haar verwijten op baseert, hoezeer deze uiteraard ook in deze zaak voor de notaris gelden, nemen immers niet weg dat de notaris op grond van zijn ministerieplicht gehouden was te voldoen aan het verzoek van de advocaat van [E.] om mee te werken aan de doorhaling van het recht van hypotheek in de vorm van het tekenen van een royementsvolmacht. Deze verplichting van klaagster berustte aanvankelijk op het verstekvonnis van 5 (hersteld op 6) februari 2020 en nadien (mede) op de uitkomst van het daartegen ingesteld verzet. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2021:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/5
- Datum publicatie: 21-09-2021
- Datum uitspraak: 16-08-2021
- ECLI:NL:TNORSHE:2021:21
Klagers verwijten de kandidaat-notaris dat hij onzorgvuldig en partijdig heeft gehandeld bij het verzorgen van de algehele doorhaling van de in 2011 en 2013 ten behoeve van de bank op (onder meer) de percelen gevestigde hypotheekrechten. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris de zorgvuldigheid heeft betracht die een behoorlijk handelend kandidaat-notaris betaamt. Zijn handelwijze getuigt niet van de door klagers gestelde verwijtbare partijdigheid. De bank was de enige die bevoegd was om de hypotheekrechten op te zeggen en daartoe een royementsvolmacht af te geven. Met de kandidaat-notaris is de kamer van oordeel dat de kandidaat-notaris niet verplicht was om klagers te informeren over het doorhalen van de hypotheekrechten. Dat de bank abusievelijk akkoord is gegaan met algehele doorhaling van de beide hypotheekrechten is niet toe te rekenen aan de kandidaat-notaris. Op basis van de verstrekte kadastrale informatie in het royementsverzoek en in de royementsvolmacht was het aan de bank om te onderzoeken welke onroerende zaken nog waren ondergezet en of er nog leningen/kredieten liepen die door de hypotheekrechten waren veiliggesteld. In de gegeven omstandigheden ziet de kamer niet in wat er nog meer van de kandidaat-notaris verwacht had mogen worden, temeer nu een (kandidaat-) notaris in het algemeen geen invloed heeft op de handel- en werkwijze van de bank. Dat dat in dit geval anders zou zijn, is gesteld noch gebleken. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2021:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/1
- Datum publicatie: 21-09-2021
- Datum uitspraak: 16-08-2021
- ECLI:NL:TNORSHE:2021:22
In deze procedure staat tussen partijen niet ter discussie dat de door het executoriaal beslag getroffen gelden tot aan de hoogte van de vordering van klager door de notaris aan de deurwaarder moesten worden overgemaakt en dat dit uiteindelijk ook is gebeurd. Klager verwijt de notaris echter dat hij de gelden te laat heeft overgeboekt. Los van de vraag op welke datum de gelden zijn overgeboekt door de notaris en op welke datum de gelden zijn ontvangen door de deurwaarder (de discussie hierover tussen partijen betreft slechts één werkdag verschil), volgt uit de gevoerde correspondentie dat de op 6/8 januari 2021 ontstane discussie tussen de notaris en de deurwaarder over de uitbetaling van de door het executoriaal beslag getroffen gelden nog liep op het moment dat klager op 8 januari 2021 deze klacht indiende tegen de notaris. Aangezien klager de uitkomst van de discussie niet heeft afgewacht, is de kamer van oordeel dat klager wel heel voortvarend en vasthoudend heeft gehandeld door deze klacht in te dienen en te handhaven. Hoewel aan klager kan worden toegegeven dat de notaris de gelden een paar dagen eerder had kunnen overmaken naar de deurwaarder, is de door de notaris gehanteerde betalingstermijn in de gegeven omstandigheden niet onoverkomelijk. De kamer is van oordeel dat uit de handelwijze van de notaris niet kan worden opgemaakt dat hij zich niet neutraal zou hebben opgesteld en de indruk zou hebben gewekt dat hij partijdig is. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:203 Raad van Discipline Amsterdam 21-659/A/A
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:203
Voorzittersbeslissing, Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat verweerder misbruik van het vertrouwen van klager heeft gemaakt en/of klager heeft opgelicht. Ook niet onderbouwd dat verweerder klager heeft gevraagd hem contant te betalen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2021:44 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/380805 / KL RK 20-146
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 26-05-2021
- ECLI:NL:TNORARL:2021:44
Klaagster verwijt de notaris dat hij de nalatenschap van haar ouders niet behoorlijk afwikkelt. Klacht op alle onderdelen ongegrond. De gemaakte verwijten komen niet vast te staan dan wel ontberen feitelijke grondslag.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:172 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-302/DH/RO
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:172
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels gegrond. Verweerster heeft een te summiere opdrachtbevestiging verstrekt, waarin onder meer het uurtarief ontbreekt en heeft vervolgens klaagsters niet tussentijds informatie verstrekt, waardoor klaagster op het moment van de overname van de zaak werd geconfronteerd met een forse rekening. Verweerster wenste vervolgens het nog openstaande bedrag te verrekenen met een op haar derdengeldenrekening gestort voorschot, maar klaagster maakte hiertegen bezwaar. Verweerster heeft het voorschot alsnog maanden onder zich gehouden, terwijl zij het bedrag terstond had dienen over te maken aan klaagster. De raad acht de maatregel van berisping passend.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:191 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-345
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:191
Eindbeslissing ongegrond verzet. De raad is van oordeel dat verweerder geen voor klaagster belangrijke informatie heeft achtergehouden, nog daargelaten of verweerder daarmee bekend was. Niet is gebleken van overtreding van enige gedragsregel door verweerder.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:60 Accountantskamer Zwolle 21/125 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:60
Betrokkene verrichtte onder meer samenstelwerkzaamheden voor klaagster en diens medeaandeelhouder. Deze heeft de jaarrekening namens beide BV’s ondertekend terwijl hij daartoe niet bevoegd was. Betrokkene heeft dit gezien en er een opmerking over gemaakt maar daartegen geen concrete actie ondernomen. Verder heeft betrokkene onvoldoende onderzoek gedaan naar de als zakelijk opgevoerde kosten en genoegen genomen met de verklaringen van de medeaandeelhouder, terwijl er wel aanleiding was daarover nadere vragen te stellen. Klacht in zoverre gegrond. Niet gebleken is dat betrokkene niet correct heeft gereageerd op nadere vragen van klaagster. De klacht is in zoverre ongegrond. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:204 Raad van Discipline Amsterdam 21-658/A/A
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:204
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Klager heeft niet onderbouwd dat verweerder hem heeft beledigd of bedreigd. Het valt verweerder voorts niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij niet heeft voldaan aan het verzoek van de advocaat van klager om een verklaring af te geven.
-
ECLI:NL:TNORARL:2021:45 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/380852 / KL RK 20-148
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 26-05-2021
- ECLI:NL:TNORARL:2021:45
De notaris passeerde een akte van levering waarbij klagers eigenaar werden van een nieuw gebouwde woning op een nieuw perceel en één achtste deel van een mandelige toegangsweg. Op het oorspronkelijke perceel van de toegangsweg rustte een opstalrecht van Liander. De akte van levering maakte geen meling van dit opstalrecht en bepaalde daarentegen dat de grond onbezwaard werd geleverd. Weliswaar heeft de notaris het opstalrecht nadien middels een akte van waardeloosheid uit de kadastrale registratie verwijderd, echter dit neemt niet weg dat klagers terecht klagen over de onjuistheid van de akte van levering per datum van de akte. De klacht op dit punt is gegrond, maar rechtvaardigt niet de oplegging van een maatregel. Klacht op overige punten geen zelfstandige betekenis en ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:173 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-404/DH/DH
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:173
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening in alle onderdelen ongegrond. Hoewel verweerder in zijn pleitnota niet is ingegaan op het gezag van gewijsde, heeft hij hieraan wel gemotiveerd aandacht besteed in zijn memorie van grieven. Er bestond geen noodzaak om deze standpunten ter zitting te herhalen. Van een inschattingsfout van verweerder is de raad dan ook niet gebleken. Ook overige klachtonderdelen over oa het aanbrengen van twee handgeschreven wijzigingen in de pleitnota ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:205 Raad van Discipline Amsterdam 21-657/A/A
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:205
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang en voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2021:46 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/384750 Kl RK 21-33
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 14-09-2021
- ECLI:NL:TNORARL:2021:46
De kamer overweegt dat ter beoordeling de vraag voorligt of de notaris gehouden was om op grond van de in artikel 21 lid 1 Wna opgenomen ministerieplicht de van hem verlangde akten te verlijden, of dat hij vanwege de door klagers gestelde feiten en omstandigheden nader onderzoek had moeten doen, bij gebreke waarvan hij zijn ministerie had moeten weigeren op grond van artikel 21 lid 2 Wna. De kamer komt tot de conclusie dat de notaris geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt dat hij zijn ministerie heeft verleend aan de gevraagde hypotheekakten. De statutaire bevoegdheidsbeperkingen van het bestuur hebben enkel interne werking. Bovendien waren er voor de notaris geen signalen dat de verhoudingen binnen de vennootschap verstoord waren.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-427/DH/DH/D
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:174
Ambtshalve voortzetting van een ingetrokken klacht. Verweerster heeft een beroepsfout gemaakt. Deze fout en de mogelijkheid dat daaruit schade voor haar cliënt zou voortvloeien heeft verweerster niet voortvarend gemeld bij haar verzekeraar. Verweerster was, hoewel zij en ervaren advocaat is, niet doordrongen van de noodzaak van een melding. Omdat verweerster de kwestie tot genoegen van de aanvankelijke klaagster heeft opgelost volstaat de raad met een berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:188 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-344
- Datum publicatie: 20-09-2021
- Datum uitspraak: 15-02-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:188
Tussenbeslissing in verzetzaak. Overeenstemming over schriftelijke afdoening van deze zaak en van 19-345 tegen kantoorgenoot. De raad acht het, gelet op ingenomen standpunten in eerste aanleg en thans in verzet, nodig dat partijen zich daarover nader uitlaten tijdens een daartoe te bepalen mondelinge behandeling. De raad zal deze dan ook bepalen. Daaraan doet niet af dat klaagster eerder te kennen gegeven dat zij niet op een mondelinge behandeling zal verschijnen. Die gelegenheid wordt haar door dezen alsnog geboden. Aanhouding beslissing.