Zoekresultaten 61-80 van de 2883 resultaten
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/11
- Datum publicatie: 26-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:22
De klacht van klaagster (A) gaat over de door de notaris gepasseerde akten van levering in het kader van een A-B-, B-C- en B-D-transactie. De kamer is van oordeel dat de notaris in het licht van de omstandigheden in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat de prijsstijging van 18% tussen de transactie A-B enerzijds en de transacties B-C en B-D anderzijds vanwege de aard van de transacties niet exceptioneel was en bovendien op goede gronden verklaarbaar. Mede gelet op de Checklist voor ABC-transacties waren er voor de notaris ook geen andere objectief aanwijsbare redenen om zijn medewerking aan de leveringen A-B, B-C en B-D te weigeren.De notaris had bovendien geen nader onderzoek hoeven doen naar de achtergrond van de transactie A-B en in dit geval was voor de notaris evenmin aanleiding om extra informatie te verstrekken aan klaagster.De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/427676 KL RK 23-124
- Datum publicatie: 29-10-2024
- Datum uitspraak: 23-08-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:31
Klaagster koopt percelen waarvan zowel zij als verkopers in de veronderstelling waren dat deze zijn belast met erfdienstbaarheden in de vorm van het recht van overpad ten laste van een van de percelen van een van de verkopers. Later blijkt in een gerechtelijke procedure dat deze erfdienstbaarheden al voor de verkoop van de percelen door vermenging teniet zijn gegaan. Deze vermenging is nimmer ingeschreven in het Kadaster.De notaris mocht erop vertrouwen dat partijen beiden achter de overdracht van de percelen aan klaagster met bijbehorende erfdienstbaarheid stonden, ondanks dat zij daar vragen over hebben gesteld. De notaris heeft op dit punt aan zijn onderzoeksplicht voldaan.Op de notaris rust een zwaarwegende zorgplicht ter zake van wat nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen die zijn beoogd met de in een akte opgenomen rechtshandelingen. Deze plicht houdt ook in dat de notaris een onderzoek instelt naar de rechtstoestand van het registergoed, de recherche-/onderzoeksplicht. Gelet op de hoge mate van zorgvuldigheid die hierbij van een notaris wordt verwacht, dient hij alle voor hem toegankelijke registers te raadplegen. De notaris heeft in onderhavige zaak alle gebruikelijke kadastrale recherches uitgevoerd. Bij alle recherches waren de gevestigde erfdienstbaarheden zichtbaar. De notaris zag daarin geen aanleiding een erfdienstbaarhedenonderzoek uit te (laten) voeren noch hebben partijen bij de verkoop de notaris hiertoe opdracht gegeven.Het kan de notaris niet tuchtrechtelijk worden verweten dat hij niet bekend was met de mogelijkheid dat hij de erfdienstbaarheid al eerder door vermenging teniet was gegaan en dat hij deze dus niet in de akte van levering had mogen opnemen. De notaris heeft voldaan aan zijn zorg- en onderzoeksplicht. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:16 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-03
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 16-10-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:16
Vast staat dat de notaris zelf geen werkzaamheden heeft verricht in het dossier dat ziet op de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Pas als opvolger van het protocol van de oud-notaris is de notaris bekend geraakt met deze nalatenschapskwestie. In zijn verweerschrift en opnieuw ter zitting heeft de notaris uiteengezet wat zijn rol als protocolopvolger inhoudt en hoe hij hier uitvoering aan heeft gegeven. De klacht is dan ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-36
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 16-10-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:17
Klager verwijt de notaris dat het testament met daarin de tweetrapsmaking niet door moeder kan zijn gewild en dat klager niet serieus wordt genomen. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:15 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-34 en 24-12
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 16-10-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:15
De notaris wordt verweten dat hij zijn toezeggingen niet nakomt en dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door als notaris de voorwaarde van het intrekken van de tuchtprocedure te stellen aan het betalen van een geldbedrag aan klager ter oplossing van een tussen hen ontstaan geschil. De Kamer volstaat met het opleggen van de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-05, 24-06, 24-07 en 24-08
- Datum publicatie: 24-09-2024
- Datum uitspraak: 18-09-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:14
Klager verwijt de (kandidaat-)notarissen en de toegevoegd notaris partijdig handelen. De notarissen hebben aangevoerd dat klager geen belang heeft bij de levering, omdat de erven zich tijdens de procedure niet op het standpunt hebben gesteld dat zij het appartement wilden behouden voor eigen bewoning. Er was alleen discussie over de koopprijs. De Kamer verklaart klager ontvankelijk. De klacht tegen notaris [C] is tijdens de zitting ingetrokken. De klachten tegen de toevoegd-notaris, de notaris en de kandidaat-notaris zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:20 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/57
- Datum publicatie: 24-09-2024
- Datum uitspraak: 16-09-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:20
Met het oog op hun leeftijd en de continuïteit van het familiebedrijf wensten klagers het familiebedrijf aan hun zoon over te dragen. Zij hebben daarom een fiscaal en juridisch adviseur benaderd. Deze adviseur heeft klagers geadviseerd.De klacht gaat over de in het kader van de bedrijfsovername door de oud-notaris gepasseerde akte van levering van aandelen. De oud-notaris wordt verweten dat hij klagers niet heeft geïnformeerd over/gewezen op de fiscale gevolgen van de levering van de aandelen om niet ten aanzien van de in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) neergelegde aanmerkelijk belangregeling en dat hij zich er niet van heeft vergewist dat de adviseur klagers daarover had geïnformeerd. Klagers stellen dat zij na de aandelenoverdracht onaangenaam werden verrast toen zij een heffing inkomstenbelasting ontvingen.De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. De oud-notaris heeft de fiscale advisering namelijk uitdrukkelijk uitgesloten van de door klagers aan de oud-notaris gegeven opdracht en naar het oordeel van de kamer mocht de oud-notaris dat in de gegeven omstandigheden ook doen. Bovendien had de oud-notaris goede grond erop te kunnen vertrouwen dat klagers zichzelf door de adviseur al op de hoogte hadden laten stellen en daarmee vooraf al voldoende inzicht hadden in de fiscale gevolgen van de aandelenoverdracht voor de inkomstenbelasting.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:13 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-02
- Datum publicatie: 17-09-2024
- Datum uitspraak: 20-03-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:13
Klager handhaaft in het verzetschrift zijn klacht. Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter dat hij vanaf januari 2017 redelijkerwijze kennis had kunnen nemen van het handelen of nalaten van de notaris.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/06
- Datum publicatie: 02-09-2024
- Datum uitspraak: 22-08-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:18
Klager verwijt de door hem ingeschakelde notaris dat hij ten onrechte geen antwoord heeft willen geven op de vraag van klager of de notaris per e-mail aan de advocaat van een derde heeft medegedeeld geen medewerking aan de levering van een perceel aan klager te verlenen. De kamer is van oordeel dat de notaris de vraag van klager niet inhoudelijk onbeantwoord had mogen laten. De notaris heeft onvoldoende rekening gehouden met de belangen van klager en zijn zorgplicht onvoldoende in acht genomen. De klacht wordt gegrond verklaard, maar omdat het gedrag van de notaris onvoldoende ernstig is, wordt geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:19 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/08
- Datum publicatie: 02-09-2024
- Datum uitspraak: 22-08-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:19
Klager verwijt de notaris dat hij niet onpartijdig en niet in het belang van de moeder van klager heeft gehandeld bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden voor haar. De kamer is van oordeel dat de klachtonderdelen voor zover deze zien op het opstellen van het levenstestament van moeder en de door de notaris uitgevoerde werkzaamheden in 2023 niet ontvankelijk is. Voor zover de klacht erop ziet dat de notaris er onvoldoende voor gewaakt heeft dat moeder haar wil op onafhankelijke wijze heeft kunnen overbrengen, slaagt dit niet. Evenmin is gebleken dat de notaris moeder niet goed zou hebben ingelicht over haar testament wat betreft de verkoop van haar woning.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:11 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-43
- Datum publicatie: 29-08-2024
- Datum uitspraak: 15-07-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:11
Klager verwijt de notaris dat hij geen testament heeft opgesteld voor erflater. Het is de Kamer niet gebleken dat erflater de notaris opdracht heeft gegeven voor het opstellen van een testament. Het enkele sms-contact tussen erflater en de notaris is onvoldoende om een dergelijke opdrachtverlening aan te nemen.In beginsel is de kwaliteit en snelheid van de dienstverlening een kwestie tussen de klant en de notaris. Klager was in dit geval niet de klant en in zoverre regardeert hem de snelheid van dienstverlening niet. Evenmin is gesteld of is er een begin van aannemelijkheid dat de opdracht- of dienstverlening door de notaris opzettelijk en dusdanig is gehinderd of getraineerd dat de facto van ministerieweigering sprake was.De notaris heeft aangevoerd dat hij erflater meerdere malen telefonisch heeft gesproken en hem erop heeft gewezen dat er een bespreking diende plaats te vinden, omdat het opstellen van een testament op afstand (op basis van sms-berichten en telefoongesprekken) niet mogelijk is, helemaal omdat de notaris bekend was met de twee niet-erkende dochters. Die aanpak is, juist gelet op mogelijke gevolgen die een ondoordachte making na het overlijden kan hebben, een zorgvuldige geweest. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-13
- Datum publicatie: 29-08-2024
- Datum uitspraak: 17-07-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:12
De toegevoegd notaris heeft in strijd gehandeld met artikel 17 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) en artikel 18 lid 1, 2 en 3 van de Verordening beroeps-en gedragsregels (Vbg) door in de brief van 4 januari 2023 niet te melden wat zijn rol was in welke nalatenschap.De klachtonderdelen samen, voor zover gegrond, rechtvaardigen naar het oordeel van de Kamer een maatregel. De toegevoegd notaris heeft namelijk onvoldoende kenbaar gemaakt in welke hoedanigheid hij handelde en heeft bovendien onvoldoende rekening gehouden met de positie van klaagster als schuldeiser van de nalatenschap. Daarmee heeft hij nagelaten om te voldoen aan een van de kernwaarden van het notariaat. De Kamer acht het opleggen van de maatregel van berisping passend en geboden.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:29 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/423197 / KL RK 23-79
- Datum publicatie: 09-08-2024
- Datum uitspraak: 12-07-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:29
Klaagster heeft aan de notaris de opdracht gegeven om voor haar een akte van splitsing in appartementsrechten en vestiging opstalrecht zonnepanelen op te maken en te passeren. De notaris heeft zonder volmacht en zonder klaagster daarover vooraf en/of achteraf te informeren een akte van rectificatie opgemaakt en gepasseerd. Ook heeft de notaris een inhoudelijke fout gemaakt bij het opstellen en passeren van de akte van rectificatie. De notaris heeft zijn zorgplicht geschonden. Berispring en kostenveroordeling is op zijn plaats.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:30 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425651 KL RK 23-106
- Datum publicatie: 09-08-2024
- Datum uitspraak: 31-07-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:30
Klager verwijt de notaris dat zij partijdig en onzorgvuldig heeft gehandeld bij de afhandeling van de nalatenschap van zijn vader. Klager vindt dat de notaris zich in deze schuldig heeft gemaakt aan algeheel wanpresteren. De notaris heeft de stichting voor haar in de plaats laten stellen als executeur.Er is geen sprake van (kennelijke) niet-ontvankelijkheid, omdat de klacht voldoende duidelijk is en de notaris zich hiertegen voldoende heeft kunnen verweren.Het tuchtrecht is, ondanks de indeplaatsstelling van de stichting, van toepassing op de notaris. Haar handelen als bestuurder van de stichting houdt voldoende verband met haar hoedanigheid van notaris.Het is de kamer niet aannemelijk geworden dat de notaris in strijd met de door de wet vereiste onpartijdigheid en onzorgvuldigheid heeft gehandeld, dit geldt ook voor het algehele wanpresteren van de notaris. De kamer kan, op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting, niet vaststellen dat de notaris fouten heeft gemaakt in de afwikkeling van de nalatenschap van vader, dan wel dat zij enkel in het voordeel van partner heeft gehandeld hierin en (dus) klager heeft benadeeld. Bovendien was er gedurende het grootste deel van de tijd een advocaat bij klager betrokken, welk gegeven de zorgplicht van de notaris jegens klager ook anders inkleurt.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/431800 / KL RK 24-20
- Datum publicatie: 09-08-2024
- Datum uitspraak: 18-07-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:26
Klager klaagt over de berekening van zijn legitieme portie door de notaris. Ter zitting is gebleken dat deze berekening nog niet definitief is. De Kamer oordeelt daarom dat klager voorbarig is met het indienen van de klacht over deze berekening en beslist op grond daarvan dat de klacht ongegrond op dit moment ongegrond is.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:27 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422821 / KL RK 23-77
- Datum publicatie: 09-08-2024
- Datum uitspraak: 28-05-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:27
Klagers wensen een appartementsrecht over te dragen zonder doorhaling van de bestaande hypotheek. De betrokken bank verleent hiervoor geen toestemming. Op grond daarvan weigert de notaris mee te werken aan de beoogde overdracht. De bank heeft hierover een vertrouwelijke e-mail aan de notaris verzonden, waarin zij wijst op het Novitaris-arrest en stelt dat het recht van de bank als derde in deze overdracht een beletsel vormt voor de notaris voor het verlenen van zijn medewerking aan de bezwaarde levering van het appartementsrecht. De bank wijst de notaris erop dat hij voorshands aansprakelijk wordt gesteld op het moment dat hij toch zijn medewerking aan de bezwaarde levering verleent. In een hierover gevoerde kortgedingprocedure worden de vorderingen van klagers, over dat de notaris wel moet meewerken, afgewezen. De kortgedingrechter oordeelt dat de notaris in deze omstandigheden zijn medewerking mag weigeren. Klagers dienden eerder een klacht in over dat de notaris te weinig onderzoek heeft gedaan naar de rechten van de bank in de beoogde overdracht. Deze klacht wordt ongegrond. Er volgt een brief van klagers waarin zij nieuwe feiten naar voren brengen. In onderhavige procedure klagen klagers over het volgende: De notaris heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de nieuwe feiten uit de brief; De notaris heeft onterecht de vertrouwelijke brief van de bank achtergehouden; De notaris heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden; De notaris heeft partijdig gehandeld door samen te spannen met de bank. Enkel klachtonderdeel b wordt gegrond verklaard. De notaris heeft door zo te handelen klagers de mogelijkheid ontnomen om zich te verweren tegen de bezwaren die de bank aanhaalt in haar brief. De notaris was neutraal en onpartijdig in het geschil tussen klagers en de bank. Het had dus op zijn weg gelegen om de klagers op de hoogte te brengen van de brief of de bank toestemming te vragen om de brief alsnog met klagers te mogen delen. De kamer ziet, gelet op de complexe materie van de casus, geen aanleiding om de notaris een maatregel op te leggen. Wel moet hij het door klagers betaalde griffierecht aan hen vergoeden.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426493 / KL RK 23-113
- Datum publicatie: 09-08-2024
- Datum uitspraak: 08-07-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:28
Aan de notaris is de opdracht gegeven om de testamenten van klaagster en erflater aan te passen. Klagers verwijten de notaris kort gezegd dat hij daarmee te lang heeft gewacht en niet voortvarend heeft gehandeld. Doordat de toestand van erflater in de tussentijd is verslechterd is zijn testament uiteindelijk niet gewijzigd. De notaris valt daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:15 Kamer voor het notariaat Amsterdam 741664/NT 23-40 741666/NT 23-41 745293 / NT 24-1
- Datum publicatie: 01-08-2024
- Datum uitspraak: 02-04-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:15
In de literatuur wordt klaagster als ‘primaire verwachter’ van deze tweetrapsmaking aangeduid. Er bestaat voor de (toegevoegd) notaris geen wettelijke verplichting tot het informeren van primaire verwachters bij een tweetrapsmaking. De kamer is echter van oordeel dat de op een notaris rustende zorgplicht van artikel 17 Wna meebrengt dat een notaris, wanneer hij gevraagd wordt een verklaring van erfrecht af te geven in een nalatenschap, de primaire verwachters moet informeren over hun positie in de nalatenschap van de overledene. Dat een primaire verwachter een erfgenaam onder opschortende voorwaarde is, doet hieraan niet af.Het verwijt van klaagster dat de toegevoegd notaris ten onrechte het CCBR niet heeft geraadpleegd, acht de kamer tevens gegrond. Indien de toegevoegd notaris het CCBR had geraadpleegd, had hij immers van het bewind op de hoogte kunnen zijn en derhalve kunnen constateren dat de dochter van erflaatster de nalatenschap niet (zuiver) kon aanvaarden en evenmin benoemd kon worden tot executeur in de nalatenschap.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:16 Kamer voor het notariaat Amsterdam 746460 / 24-5
- Datum publicatie: 01-08-2024
- Datum uitspraak: 11-07-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:16
De notaris heeft aangevoerd dat het voor rekening van klaagster moet komen dat zij deze toevoegingen over het hoofd heeft gezien, nu klaagster wel commentaar heeft gegeven op een aantal andere bepalingen in de concept koopovereenkomst, maar geen vragen heeft gesteld over genoemde verklaring en ontbindende voorwaarde. Het is op zijn minst slordig dat klaagster dit over het hoofd heeft gezien, maar dat ontslaat de notaris niet van zijn verantwoordelijkheid om – zeker zoals in het onderhavige geval waarbij het een zeer bijzondere transactie betrof en naast civielrechtelijke onderwerpen ook bijzondere publiekrechtelijke en fiscale vraagstukken speelden – klaagster erop te wijzen dat de bepalingen in 5a en 7.1 (ii) waren toegevoegd ten opzichte van het model.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-37
- Datum publicatie: 17-07-2024
- Datum uitspraak: 17-07-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:10
Bekrachtiging van ordemaatregel. De voorzitter van de kamer heeft op grond van artikel 27 lid 1 Wna aan de notaris de ordemaatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt opgelegd voor onbepaalde tijd. Omdat de lichamelijke situatie waarin de notaris verkeerd niet wezenlijk veranderd is, heeft de kamer de beslissing tot schorsing van de notaris bekrachtigd.