ECLI:NL:TNORARL:2024:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422720 / KL RK 23-70

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2024:34
Datum uitspraak: 20-11-2024
Datum publicatie: 29-11-2024
Zaaknummer(s): C/05/422720 / KL RK 23-70
Onderwerp: Overig, subonderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De moeder van klager heeft haar levenstestament herroepen, zodat klager niet langer haar gevolmachtigde is. Is klager belanghebbende? Voor het klachtonderdeel waarin klager belanghebbende is, is de kamer van oordeel dat de notaris in de gegeven omstandigheden niet onzorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de moeder.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN


Kenmerk: C/05/422720 / KL RK 23-70

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[naam],
wonende in [plaatsnaam],
klager,

tegen

mr. [naam],
notaris te [plaatsnaam], gemeente [plaatsnaam],
verweerder.

Partijen worden hierna klager en de notaris genoemd.


1. Het verloop van de procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de klacht van 17 juli 2023, met bijlagen;
- de aanvulling op de klacht van 7 september 2023;
- het verweerschrift met bijlagen van de notaris, van 8 november 2023.

1.2. Op 9 september 2024 is de klachtzaak ter zitting behandeld. Daarbij zijn verschenen enerzijds klager en anderzijds de notaris bijgestaan door gemachtigde mr. P.H. Kramer. Partijen hebben hun standpunten toegelicht waarbij klager gebruik heeft gemaakt van pleitaantekeningen.

2. De feiten
2.1. De notaris heeft op 17 juni 2021 het levenstestament van de moeder van klager gepasseerd. In dit levenstestament is een algemene volmacht verleend aan klager. De moeder van klager is acht jaar geleden gediagnostiseerd met de ziekte van Parkinson. Klager is ook gevolmachtigde van zijn vader. De vader van klager is dementerend.

2.2. Klager heeft een broer, [naam broer]. Medio 2023 heeft [naam broer] de notaris benaderd om voor moeder een afspraak te maken met de notaris. Op 6 juni 2023 is de moeder van klager samen met [naam broer] op het kantoor van de notaris verschenen, waarbij moeder met een rollator liep. [naam broer] was aanwezig bij het gesprek tussen moeder en de notaris.

2.3. Bij akte van 14 juli 2023 heeft moeder de algemene volmacht, waaronder uitdrukkelijk begrepen de op 17 juni 2021 verleende algemene volmacht aan klager, herroepen. De conceptakte was op 11 juni 2023 door de notaris aan de moeder van klager toegezonden.

2.4. De akte is gepasseerd door de notaris in bijzijn van (alleen) de moeder van klager. [naam broer] bleef tijdens de passeerafspraak in de wachtkamer.

2.5. Moeder woonde in 2021 bij zorgorganisatie Stichting [naam] en woont daar nog steeds.

3. De klacht
3.1. De kamer zal de klacht beoordelen, zoals klager die heeft verwoord in het klaagschrift van 17 juli 2023 en de aanvulling daarop van 7 september 2023. Alleen tegen de klachten zoals klager die heeft verwoord in die geschriften, heeft de notaris zich kunnen richten in zijn verweerschrift.

3.2. Klager heeft op verzoek van de kamer de gronden van zijn klacht bij e-mailbericht van 7 september 2023 aangevuld. Hij heeft een tweetal gronden genoemd. Hij verwijt de notaris:
1. dat hij zijn zorgplicht heeft geschonden doordat hij klager niet heeft gehoord over het voornemen van zijn moeder om de volmacht in te trekken. Dit terwijl de notaris wist van de Parkinson-diagnose van de moeder van klager. Ook heeft de notaris zijn zorgplicht geschonden doordat hij met de moeder van klager niet het beoogde doel van de intrekking van de volmacht heeft doorgesproken. Het gaat klager erom dat duidelijk wordt wat de zorgplicht van een notaris is in algemene zin in situaties zoals deze (moeder heeft Parkinson, hoge leeftijd, klager is gemachtigd sinds 2008 en is ook gemachtigde van vader waarmee moeder in gemeenschap van goederen is gehuwd);
2. dat in de voorbereidende gesprekken en bij het verlijden van de akte op 14 juli 2023 bij zijn moeder een onjuist beeld over mentorschap en bewindvoering is ontstaan.

3.3. Klager stelt dat hij zich bezig houdt met ontwikkelingen en beleid in de ouderenzorg en vanuit die betrokkenheid de klacht inbrengt in een onderzoek voor ministerie en politiek over de benodigde wijzigingen in de Nederlandse ouderenzorg.

3.4. Op de toelichting op de klacht door klager en het verweer daartegen van de notaris zal de kamer hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en de andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

4.2. De notaris voert als meest verstrekkend verweer aan dat klager geen belanghebbende is als bedoeld in artikel 99 lid 1 van de Wna. Weliswaar heeft klager een positie als gevolmachtigde ‘verloren’, maar de moeder van klager is nog in leven en staat nog steeds achter de akte. Zij is het niet eens met de klacht van klager, zo blijkt uit de brief van 6 november 2023 die zij aan de notaris heeft geschreven (productie 4 bij het verweerschrift). Klager heeft verder zelf aangegeven dat zijn klacht vooral is ingediend in het belang van een onderzoek dat hij naar eigen zeggen uitvoert voor ministerie en politiek.

Klachtonderdeel 1
4.3. Ten aanzien van klachtonderdeel 1 acht de kamer klager wel belanghebbende. Immers, aanvankelijk was klager gevolmachtigde van zijn moeder en na het herroepen van de volmacht niet meer. Hij heeft dus een positie verloren. De kamer acht klager in dit klachtonderdeel ontvankelijk en zal dit onderdeel inhoudelijk beoordelen.

4.4. De notaris is gehouden aan naleving van de bepalingen uit de Wna. Artikel 21 lid 1 van de Wna bepaalt dat de notaris verplicht is de hem bij of krachtens de wet opgedragen of de door een partij verlangde werkzaamheden te verrichten. Dit is de zogenoemde ministerieplicht. Artikel 22 lid 1 van de Wna bepaalt dat de notaris, voor zover niet bij wet anders is bepaald, ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn werkzaamheid als zodanig kennis neemt tot geheimhouding is verplicht. Dit is de zogenoemde geheimhoudingsplicht. De geheimhoudingsplicht richt zich op derden, te weten personen die geen partij zijn bij de akte. Klager is een derde, want hij is geen partij bij de akte.

4.5. De geheimhoudingsplicht jegens klager brengt met zich dat het de notaris niet vrij stond om klager te horen over het voornemen van zijn moeder om de volmacht in te trekken. Dat de notaris wist van de Parkinson diagnose van de moeder doet hier niet aan af. Dat de intrekking van de volmacht door de moeder klager in een lastige positie zou brengen omdat hij nog wel de gevolmachtigde van de vader was (met wie de moeder in gemeenschap van goederen is gehuwd), evenmin. De notaris mocht het voornemen van de moeder om de volmacht te herroepen niet met klager bespreken. Dat betekent ook dat, voor zover klager dat bedoeld heeft, het de notaris niet vrij stond om klager te horen over de gezondheidstoestand van de moeder, en meer in het bijzonder de beperkingen die zij als gevolg van de ziekte van Parkinson zou kunnen hebben.

4.6. Klager vindt ook dat de notaris zijn zorgplicht heeft geschonden doordat hij met de moeder van klager niet het beoogde doel van de intrekking van de volmacht heeft doorgesproken. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft klager aangevoerd dat het doel van het intrekken van de machtiging was om “volledige eigen verantwoording op zorg” te verkrijgen, maar dat de door zijn moeder na het herroepen van de volmacht gepleegde acties hier volgens hem volledig niet bij aansluiten, te weten het aanvragen van bewindvoering en omwisselen van het PGB (persoonsgebonden budget) naar een VPT (volledig pakket thuis).

4.7. Uit de omstandigheid dat de moeder van klager na het herroepen van de volmacht op 14 juli 2023 zelf haar bewindvoering heeft aangevraagd en heeft doorgezet, komt naar het oordeel van de kamer juist naar voren dat zij het gevolg van het herroepen van de volmacht wel degelijk heeft beseft en gewild. Klaarblijkelijk heeft zij zich gerealiseerd dat zij zelf haar financiën niet goed kan regelen en daarbij hulp nodig heeft, zodat een beschermingsbewindvoerder is ingeschakeld. Daar komt bij dat zij in haar brief van 6 november 2023 het navolgende aan de notaris schrijft:
“In uw kantoor heeft u een toelichting gegeven op het herroepen van de volmacht / levenstestament en heeft u uitdrukkelijk gevraagd of ik achter de keuze stond, waarna ik de herroeping heb ondertekend. Op dit moment sta ik nog steeds achter het besluit dat ik toen heb genomen.”

4.8. In het kader van de ministerieplicht jegens degene die de notaris vraagt om een notariële akte op te stellen, dient de notaris de handelingsbekwaamheid te beoordelen van die persoon. Aan de kamer ligt daarmee de vraag voor of de notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de moeder, kort voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van de volmacht op 14 juli 2023. In deze tuchtprocedure gaat het daarbij niet om de vraag óf moeder ten tijde van het passeren van de akte wilsbekwaam was, maar om de vraag of de notaris in de gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van haar wilsbekwaamheid.

4.9. Bij de beoordeling van die vraag wordt vooropgesteld dat uitgangspunt is dat iemand die handelingsbekwaam is, geacht moet worden zijn belangen te kunnen behartigen. Eerst indien er aanleiding bestaat om daarin te twijfelen, dient een notaris de geestesgesteldheid van zijn cliënt nader te onderzoeken. Door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie is een Stappenplan Wilsonbekwaamheid opgesteld. Het Stappenplan is ontwikkeld als handvat voor (kandidaat)notarissen bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een cliënt. In het Stappenplan staan indicatoren vermeld die aanleiding kunnen zijn voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. Indien een (kandidaat)notaris - ook al heeft hij kennis van het bestaan van een of meerdere indicatoren - geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de cliënt, hoeft hij het Stappenplan niet verder te volgen. Daarbij zal het in belangrijke mate aankomen op zowel de inhoud van de gesprekken die de (kandidaat)notaris met de cliënt voert, als de wijze waarop de cliënt zich daarbij presenteert.

4.10. De notaris stelt dat hij geen twijfel heeft gehad over de wilsbekwaamheid van de moeder. Zij kon goed uitleggen wat zij wilde en waarom en zij kon dat ook duidelijk verwoorden. De notaris heeft naar eigen zeggen uitgebreid gesproken met de moeder over haar motieven, juist omdat de door haar geuite wens nogal ingrijpend was gelet op de inhoud van het levenstestament uit 2021.

4.11. Ter onderbouwing van zijn stelling dat hij zorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van zijn verplichtingen om de wilsbekwaamheid van de moeder te beoordelen en daarbij oog heeft gehad voor alle relevante feiten en omstandigheden, heeft de notaris het volgende aangevoerd. Hij heeft de moeder twee maal gesproken. Hij is extra alert geweest vanwege het feit dat de afspraak was ingepland door haar zoon [naam broer], de hoge leeftijd van de moeder en het feit dat zij haar eigen administratie niet meer voerde. Op verzoek van de moeder was {naam broer] aanwezig bij de eerste bespreking, hetgeen op zich niet ongebruikelijk is. De notaris heeft er daarbij op gelet om te bewaken dat de moeder vrijelijk haar wil kon bepalen en uiten. Dat heeft hij gedaan door uitsluitend met de moeder te spreken, ondanks de aanwezigheid van [naam broer]. In zijn gespreksaantekeningen heeft de notaris genoteerd dat de moeder alleen met hem sprak en [naam broer] niet aankeek. Daarbij is ook van belang dat er geen sprake van was dat [naam broer] enig belang had bij de akte, bijvoorbeeld dat hij gevolmachtigde van de moeder zou worden. De moeder had in het gesprek al aangegeven dat een professioneel bureau zou worden ingeschakeld voor haar administratie. In het gesprek is ook aan de orde gekomen dat de moeder was gediagnosticeerd met de ziekte van Parkinson. De notaris stelt dat niets er op wees dat de geestesvermogens van de moeder als gevolg van Parkinson waren aangetast. De notaris is ook bekend met de Stichting [naam] waar de moeder woont. Daar wonen vooral senioren die vanwege fysieke beperkingen meer zorg nodig hebben. De notaris heeft de conceptakte vervolgens opgemaakt en naar het eigen woonadres van de moeder gestuurd. Bij de passeerafspraak op 14 juli 2023 werd de moeder door [naam broer] gebracht, maar toen is [naam broer] in de wachtkamer gebleven tijdens het passeren van de akte. Tijdens het gesprek onder vier ogen kon de moeder aangeven dat zij het concept had gelezen en dat zij het met de inhoud eens was. Opnieuw heeft de moeder haar motieven duidelijk gemaakt. Die waren consistent, aldus de notaris. Vervolgens heeft zij de akte ondertekend.

4.12. Op grond van hetgeen de notaris in deze procedure heeft gesteld en onderbouwd, is de kamer van oordeel dat hij in de gegeven omstandigheden niet onzorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de moeder. De notaris kon en mocht concluderen dat de moeder wilsbekwaam was.

4.13. Tot slot vermeldt de kamer dat de suggestie van klager om de moeder te horen niet door de kamer wordt overgenomen.

4.14. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de kamer dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

Klachtonderdeel 2
4.15. Ten aanzien van klachtonderdeel 2 is de kamer het met de notaris eens dat klager geen belanghebbende is. Zoals hiervoor is overwogen, is niet komen vast te staan dat de moeder een onjuist beeld zou hebben gekregen door de gesprekken met de notaris. Indien het zo zou zijn dat bij de moeder van klager als gevolg van de gesprekken met de notaris wel een onjuist beeld is ontstaan over de gevolgen van het herroepen van de volmacht, is de moeder, als degene die de akte heeft ondertekend, de enige persoon die daarover zou kunnen klagen. Uit haar brief van 6 november 2023 komt naar voren dat zij geen klacht wil indienen en het niet eens is met de klacht die haar zoon Marc (klager) tegen de notaris heeft ingediend.

4.16. Omdat klager geen belanghebbende is in klachtonderdeel 2, zal de kamer hem in dat onderdeel niet-ontvankelijk verklaren.

5. De beslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

- verklaart klachtonderdeel 1 ongegrond;
- verklaart klager niet-ontvankelijk in klachtonderdeel 2.

Deze beslissing is gegeven door mrs. A.M.S. Kuipers, voorzitter, M.R.H. Goossens en J.P.W.H.T. Becks, leden, en in tegenwoordigheid van mr. C. van Schelven, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 20 november 2024.


De secretaris de voorzitter


Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.