ECLI:NL:TNORAMS:2024:17 Kamer voor het notariaat Amsterdam 742733/NT23-43
ECLI: | ECLI:NL:TNORAMS:2024:17 |
---|---|
Datum uitspraak: | 23-07-2024 |
Datum publicatie: | 28-11-2024 |
Zaaknummer(s): | 742733/NT23-43 |
Onderwerp: | Registergoed, subonderwerp: Overig |
Beslissingen: | Klacht gegrond zonder maatregel |
Inhoudsindicatie: | Klacht over zorgplicht en informatieplicht notaris met betrekking tot (begeleiding van klaagster bij) een koopakte. De notaris heeft klaagster gewezen op het feit dat zijzelf verantwoordelijk was voor de nakoming van de koopovereenkomst. Klacht is voor het grootdte deel ongegrond. De kamer acht alleen gegrond dat de notaris de koopakte pas na een herinnering van klaagster in het kadaster heeft ingeschreven, maar legt de notaris daarvoor geen maatregel op. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM
Beslissing in de klacht met nummer 742733 / NT 23-43 van:
[klaagster],
wonend te [plaats],
tegen:
[de notaris],
notaris te [plaats],
gemachtigde: mr. G. van Atten, advocaat te Heemstede.
Partijen worden hierna klaagster en de notaris genoemd.
1. Ontstaan en loop van de procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met bijlagen van 15 en 17 november 2023;
- het verweerschrift met bijlagen van 26 maart 2024.
1.2. De kamer heeft de zaak mondeling behandeld op de openbare zitting van 11 juni 2024. Klaagster en de notaris, bijgestaan door zijn gemachtigde, waren aanwezig. Partijen hebben het woord gevoerd. Uitspraak is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1. De notaris was als projectnotaris betrokken bij het appartementencomplex [naam en plaats].
2.2. Per e-mail van 14 juni 2023 heeft klaagster een ingevuld biedingsformulier aan de notaris gestuurd waarin zij onder meer een bod deed op het appartementsrecht [X] (hierna: het appartementsrecht). Het bod van klaagster bestond uit een koopsom van € 440.000 voor het appartementsrecht met als enig voorbehoud het voorbehoud van financiering. De notaris heeft de ontvangst van het bod diezelfde dag nog bevestigd.
2.3. Op 16 juni 2023 heeft verkoper het bod van klaagster geaccepteerd.
2.4. Op 29 juni 2023 heeft de notaris de conceptkoopovereenkomst aan klaagster en de verkoopmakelaar (hierna ook: verkoper) gezonden. Op 29 juni 2023 heeft klaagster een ontvangstbevestiging aan de notaris gestuurd.
2.5. Bij e-mail van 2 juli 2023 heeft klaagster de notaris geschreven:
“Mijn eerste opmerkingen / wijzigingen zijn als volgt:
(…)
2. Inschrijving Kadaster (pg. 12): Hierbij verleen ik u toestemming de koop t.z.t. in te
schrijven in de openbare registers.
3. Verbinding registergoed t.b.v. financiering: Van toepassing
(…)”
2.6. De notaris heeft bij e-mail van 3 juli 2023 op de opmerkingen van klaagster gereageerd en daarnaast meegedeeld dat haar vragen op 4 juli 2023 bij de ondertekening van de koopovereenkomst op het notariskantoor zouden worden besproken.
2.7. Op 4 juli 2023 is de koopovereenkomst op het notariskantoor besproken en getekend door klaagster en verkoper. Afspraken waren de volgende:
- de ontbindende voorwaarde voor de financiering van de koopsom verloopt op 22 augustus 2023;
- de waarborgsom/bankgarantie dient op 29 augustus 2023 te zijn betaald op de derdenrekening van de notaris;
- de levering van het appartementsrecht vindt plaats op 2 oktober 2023.
2.8. In de koopovereenkomst is het financieringsvoorbehoud onder artikel 7 opgenomen:
“De Koop geschiedt onder de ontbindende voorwaarde(n), dat:
a. Koper niet uiterlijk op 22 augustus 2023 een toezegging waaraan geen voorwaarden zijn verbonden waaraan nog niet is voldaan heeft verkregen van een in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht erkende geldverstrekkende instelling voor één of meer geldleningen onder hypothecair verband van het Verkochte - eventueel, indien de desbetreffende instelling dat verlangt voor het verstrekken van een zodanige geldlening, onder medeverband van de rechten uit een te sluiten overeenkomst van levensverzekering tot een verzekerd kapitaal, na te melden hoofdsom niet te boven gaande - tot een hoofdsom van EUR 440.000,00, onder de voorwaarden en bepalingen die bij de hiervoor bedoelde instelling gebruikelijk zijn en Koper tevens uiterlijk op de eerste werkdag na laatstgemelde datum schriftelijk en gedocumenteerd met tenminste één afwijzing van één hiervoor bedoelde erkende en geldverstrekkende instelling, aan Verkoper en aan de Notaris heeft verklaard, dat hij wegens het niet of niet tijdig verkrijgen van voormelde toezegging(en), de Koop wil ontbinden;”
2.9. Bij e-mail van 4 juli 2023 heeft een collega van de notaris de getekende koopovereenkomst aan klaagster en verkoper gezonden en hen gewezen op de in de koopovereenkomst genoemde termijnen.
2.10. Op 12 juli 2023 heeft klaagster het kantoor van de notaris verzocht de koopovereenkomst alsnog in te schrijven in het kadaster. Na een herinneringsverzoek van klaagster is de koopovereenkomst op 15 augustus 2023 ingeschreven.
2.11. In een e-mail van 18 augustus 2023 gericht aan verkoper – met de notaris in de cc – heeft klaagster verkoper verzocht om de termijn voor de ontbindende voorwaarde te verlengen tot 12 september 2023 en de termijn voor de waarborgsom/bankgarantie tot 21 september 2023.
2.12. Bij e-mail van 25 augustus 2023 is verkoper akkoord gegaan met het door klaagster verzochte uitstel.
2.13. In een e-mail van 10 september 2023 – met de notaris in de cc – heeft klaagster verkoper nogmaals verzocht om verlenging van de termijn voor de ontbindende voorwaarde tot en met 27 september 2023 en termijn voor de waarborgsom/bankgarantie tot en met 29 september 2023. Daarbij heeft klaagster vermeld dat de geplande levering van 2 oktober 2023 niet in gevaar zou komen.
2.14. Op 25 september 2023 heeft de notaris een e-mail aan klaagster gestuurd met de vraag naar de status van haar hypotheekaanvraag. Klaagster heeft bij e-mail van 28 september 2023 gereageerd dat de hypotheekaanvraag was besproken met haar financieel adviseur en dat zij hier gezien de afgesproken data spoedig op zou terugkomen. In een tweede e-mail van 28 september 2023 heeft klaagster aan de notaris geschreven dat de aanvraag inmiddels besproken was met verkoper en haar financieel adviseur en dat zij de notaris spoedig zou berichten omtrent de status en het besluit.
2.15. Bij e-mail van (vrijdag) 29 september 2023 heeft klaagster aan de notaris geschreven dat maandag – 2 oktober 2023 – het besluit ten behoeve van de afronding van de koop zou volgen.
2.16. Op 2 oktober 2023 heeft de notaris klaagster (tevergeefs) geprobeerd telefonisch te bereiken. Klaagster heeft per e-mail gereageerd dat ze de notaris telefonisch niet te pakken kreeg en een terugbelverzoek bij verkoper uit had staan. Later die dag hebben de notaris en klaagster nog telefonisch met elkaar gesproken. De notaris heeft klaagster verzocht contact op te nemen met verkoper omdat ze hadden afgesproken dat die dag de overdracht van het appartement zou plaatsvinden. Op 2 oktober 2023 heeft klaagster nog een e-mail naar verkoper gestuurd, waarin ze aangaf dat ze twee keer een terugbelverzoek had achtergelaten en dat er omtrent de data en levering een nieuwe afspraak moest worden gepland. Klaagster heeft geschreven: “Momenteel ben ik in afwachting van een schriftelijke update omtrent de volledige financiering. Dit is m.i. alles bepalend v.w.b. de correcte afronding en financiering.”
2.17. Bij e-mail van 9 oktober 2023 heeft klaagster aan de notaris geschreven dat zij een schriftelijk verzoek tot ontbinding van de koopovereenkomst wilde indienen:
“Gezien de huidige gang van zaken wend ik me tot u. Graag dien ik een verzoek tot schriftelijke ontbinding van de koop in. Op 2, 5 en 6 oktober, j.l. heb ik het verzoek tot ontbinding tevens voorgelegd aan de verkoper (makelaar). Dit met in achtname de afgestemde data (per mail en telefonisch) van artikel 13 en VIII van de koopakte. In afwachting van een reactie. Het veroorzaken van tumult is niet mijn intentie, echter ontvang ik graag de stappen waarbij de ontbinding conform voornoemde artikelen wordt ingewilligd. Ik verneem graag welke rol u hierin kunt betekenen in deze fase. Zodra ik een reactie ontvang vanuit verkoper (makelaar) wend ik me tevens tot u.”
2.18. Bij e-mail heeft de notaris nog diezelfde dag gereageerd:
“(..)
Zoals laatst ook telefonisch besproken heeft u bij uw email van 10 september verzocht tot verlenging van de ontbindende voorwaarde tot 27 september. Ik heb hier geen reactie van de verkopend makelaar op gezien maar naar ik aanneem heeft u die gekregen. Verder heb ik geen verzoek tot verlenging zien langskomen, of dit is buiten mij om gegaan of u heeft dit niet aangevraagd. In principe is een afwijzing van de bank voldoende om het koopcontract te ontbinden maar dit moet dan wel binnen de afgesproken termijn zijn van de ontbindende voorwaarde financiering.Ik raad u aan met verkoper contact op te nemen en een en ander te bespreken, dit kan natuurlijk ook bij mij op kantoor. Mocht u telefonisch willen overleggen dan kunt u mij ook altijd bellen”
2.19. Bij e-mail van 9 oktober 2023 heeft klaagster de notaris verzocht om een afspraak te plannen met verkoper waarbij de ontbinding van de koopovereenkomst in goed overleg kon worden gerealiseerd. Verder schreef klaagster: “Helaas heb ik pas op 29/9 j.l. de ING communicatie (zoals eerder gedeeld) mogen ontvangen vanuit de tussenpersoon. Waarom dit pas is verstrekt na afgestemde data kan verkoper wellicht navragen bij de tussenpersoon of hypotheek verstrekker.(..)”
2.20. Bij e-mail van diezelfde dag heeft de notaris gereageerd:
“(…) Ik zal vragen of (de makelaar van) verkoper in de gelegenheid is. Zoals reeds eerder vermeld heeft u een koopovereenkomst getekend met verkoper en bent u verantwoordelijk voor alles wat is afgesproken, niet de tussenpersoon of de bank. U had op tijd de afwijzing dienen te verstrekken. Maar het beste is dat u alles uitlegt en bespreekt met verkoper (danwel zijn makelaar).Wanneer kunt u langskomen om een en ander te bespreken?”
2.21. Nog diezelfde dag heeft klaagster per e-mail enkele data en tijden voorgesteld wanneer het haar zou schikken om een gesprek bij de notaris op kantoor te hebben met verkoper.
2.22. Bij e-mail van 11 oktober 2024 heeft de notaris klaagster bericht dat die data hem niet schikten, dat hij contact met verkoper zou opnemen maar dat klaagster zelf contact diende op te nemen met verkoper om een en ander snel af te stemmen.
2.23. Bij e-mail van 18 oktober 2023 heeft de notaris klaagster bericht dat verkoper zelf direct contact met haar zou opnemen om een en ander te bespreken. Verkoper wilde vooralsnog geen gesprek op het kantoor van de notaris hebben.
2.24. Bij e-mail van 20 oktober 2023 heeft klaagster de notaris opnieuw gevraagd wanneer een gesprek op het kantoor van de notaris zou kunnen plaatsvinden. Klaagster kon op zijn vroegst op 30 oktober 2023 in de ochtend.
2.25. Bij e-mail van diezelfde dag heeft de notaris gereageerd (met cc aan de verkopend makelaar) dat hij in de ochtend geen ruimte had, maar in de middag wel.
2.26. Op 24 oktober 2023 heeft de notaris aan klaagster gemaild:
“Helaas heb ik nog niet van u mogen vernemen. Van de makelaar begreep ik dat hij al een aantal keer contact heeft proberen te zoeken maar dat u niet reageert. Het is belangrijk om met verkoper in gesprek te blijven en te reageren op zijn berichten, ik verzoek u derhalve om contact met de makelaar van verkoper te zoeken.”
2.27. Klaagster heeft diezelfde dag nog per e-mail gereageerd:
“(..) 30 oktober a.s. in de middag is helaas niet mogelijk. Een andere mogelijkheid:
- 2 november tussen 13 en 17 uur.
- 3 november tussen 10 en 15 uur.
In afwachting van uw reactie.”
2.28. Bij e-mail van 25 oktober 2023 heeft de notaris klaagster er nogmaals op gewezen dat zij niet met hem maar met de verkopend makelaar contact diende op te nemen: “Ik zal mijn agenda raadplegen, ik raad u echter met klem aan contact op te nemen met de verkopend makelaar. Het beste is met hen in gesprek te blijven en samen naar een oplossing te zoeken.”
2.29. Diezelfde dag heeft de notaris nog een e-mail naar verkoper en klaagster
gestuurd dat de afspraak op
2 november 2023 om 13:00 uur zou kunnen plaatsvinden.
Op 30 oktober 2023 heeft verkoper bevestigd dat hij bij het gesprek aanwezig zou
zijn.
2.30. Op 2 november 2023 heeft er een overleg plaatsgevonden op het kantoor van de notaris over de gevolgen van het niet tijdig inroepen van de ontbindende voorwaarde door klaagster. Klaagster heeft toen verkoper aangeboden om – in plaats van de in de koopovereenkomst opgenomen boete van 10% van de koopsom – een bedrag van € 3.000,- exclusief btw te betalen voor de geleden schade. Dit heeft zij diezelfde dag nog per e-mail aan verkoper bevestigd.
2.31. Verkoper is niet akkoord gegaan met dit voorstel en heeft klaagster verzocht om uiterlijk 7 november 2023 met een ander voorstel te komen. Klaagster en verkoper zijn nog niet tot overeenstemming gekomen.
3. De klacht
3.1. Klaagster verwijt de notaris dat hij haar bij de koop van het appartementsrecht
onvoldoende heeft begeleid. In de koopakte heeft de notaris het mede te verbinden
registergoed niet opgenomen, zoals klaagster hem per e-mail van
2 juli 2023 had laten weten. Bij de ondertekening van de koopakte op 4 juli 2023
heeft klaagster dat opnieuw aan de orde gesteld. Klaagster had als ontbindende voorwaarde
een zogenoemde ‘no-risk clausule’ (bij niet tijdige verkoop van haar eigen woning)
gewenst.
3.2. De inschrijving van de koopakte in het kadaster heeft vijf weken na de ondertekening koopovereenkomst plaatsgevonden, nadat klaagster een herinneringsverzoek aan het notariskantoor had verzonden.
3.3. De notaris heeft op 25 september 2023 pas van zich laten horen, nadat klaagster meerdere e-mails had verzonden. Klaagster wendde zich tot de notaris met een verzoek begeleiding te bieden bij de ontbinding van de koopovereenkomst. De notaris verwees naar verkoper. Deels terecht, deels onterecht daar klager en verkoper er niet uit zouden komen, aldus klaagster. Pas na herhaalde verzoeken heeft de notaris de rol van mediator / begeleider opgepakt. Helaas vond de bespreking pas plaats in november 2023.
3.4. Het doel van deze bespreking was voor koper en verkoper niet gelijk. Klaagster heeft het gevoel dat de notaris er in het gesprek meer voor verkoper was dan voor haar. Zij meent dat de notaris meer had moeten ‘doorduwen’ om tot een oplossing te komen, zo heeft zij ter zitting verklaard. Na de bespreking heeft de notaris niets meer laten weten aan klaagster.
4. Het verweer
De notaris heeft verweer gevoerd.
Het standpunt van de notaris zal voor zover relevant worden besproken in de beoordeling.
5. De beoordeling
5.1. Notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen voor handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de Wet op het notarisambt (Wna) gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen voor wie zij optreden en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging oplevert in de zin van artikel 93 lid 1 Wna.
onvoldoende begeleiding bij koopakte (klachtonderdeel 3.1)
5.2. Het standpunt van klaagster dat de notaris haar onvoldoende heeft begeleid volgt de kamer niet. De opdracht aan de notaris betrof het opstellen van de koopovereenkomst tussen klaagster en verkoper en het passeren van de leveringsakte van het appartementsrecht. Dat de notaris bij de uitvoering van die opdracht is tekort geschoten in zijn zorgplicht jegens klaagster is niet gebleken.
5.3. De notaris heeft klaagster in de bespreking én in de e-mail van 4 juli 2023 uitdrukkelijk gewezen op het feit dat klaagster zelf verantwoordelijk was voor de nakoming van de koopovereenkomst, het tijdig regelen van de financiering voor de koopsom én – wanneer nodig – het tijdig inroepen van het financieringsvoorbehoud.
Ter zitting heeft de notaris verklaard dat toen wel is gesproken over de verkoop van het huis van klaagster (dat ze nog niet in de verkoop had gezet) en haar is uitgelegd dat zij een overbruggingskrediet zou moeten regelen; er is niet gesproken over een no-riskclausule. Dat laatste komt ook heel weinig voor en zou hoe dan ook niet door de verkoper zijn geaccepteerd, aldus de notaris. In zijn verweer heeft de notaris verder benadrukt dat de gekozen formulering in de koopovereenkomst aan klaagster alle noodzakelijke bescherming bood, ook voor het geval zij haar toenmalige woning nog niet verkocht zou hebben.
5.4. Ter zitting heeft klaagster verklaard dat zij wist dat zij zelf verantwoordelijk was voor de nakoming van de koopovereenkomst en dat haar financieel adviseur haar ook had gewezen op het financieringsvoorbehoud. Het lukte klaagster niet om een overbruggingskrediet te regelen en de bank eiste dat klaagster eerst haar huis zou verkopen. Pas in de laatste week voor de beoogde leveringsdatum kwam er een
potentiële koper voor haar huis. Klaagster kon ook niet eerder de koopovereenkomst ontbinden, omdat zij pas op 29 september 2023 de afwijzingsbrief van de bank ontving.
5.5. Naar het oordeel van de kamer kan noch de inhoud van de koopakte, noch de begeleiding van de notaris bij de totstandkoming daarvan, reden vormen voor een gegronde klacht. De notaris heeft voldaan aan zijn zorgplicht en informatieplicht jegens klaagster. Dat de ontbindende voorwaarde anders geformuleerd had moeten of kunnen worden is niet gebleken. Klaagster werd ook bijgestaan door een financieel adviseur. Uit het feit dat klaagster zelf steeds om verlenging van de termijnen heeft verzocht, blijkt verder dat zij goed op de hoogte was van het feit dat zij zelf verantwoordelijk was voor het tijdig ontbinden van de koopovereenkomst. Klaagster bestrijdt dat ook niet. Dat de termijn voor het inroepen van de ontbindende voorwaarde is verlopen kan zij niet aan de notaris tegenwerpen. De notaris heeft op 25 september 2023 nog geïnformeerd naar de status van de hypotheekaanvraag en ook eerder klaagster op de in de koopovereenkomst opgenomen termijnen gewezen. Klaagster wilde heel graag verhuizen, zo heeft zij ter zitting verklaard, en heeft er kennelijk te lang en ten onrechte op vertrouwd dat de financiering wel rond zou komen. Het feit dat dat haar niet is gelukt, is echter niet aan de notaris te wijten.
geen direct gevolg geven aan verzoek klaagster inschrijving koopakte (klachtonderdeel 3.2)
5.6. De notaris erkent dat pas na een herinnering van klaagster op 15 augustus 2023 de koopakte is ingeschreven in het kadaster en hij betreurt dat.
5.7. De kamer zal dit klachtonderdeel gegrond verklaren.
De kamer zal, nu er voor klaagster geen nadelige gevolgen uit deze omissie zijn voortgevloeid en de notaris deze omissie bovendien heeft hersteld, de notaris hiervoor geen maatregel opleggen.
pas na herhaaldelijke verzoeken oppakken van de rol mediator / begeleider (klachtonderdeel 3.3)
5.8. In zijn verweer heeft de notaris er terecht op gewezen dat klaagster vóór zijn e-mail van 25 september 2023 geen expliciete vragen aan hem heeft gesteld. Niet valt in te zien dat hij op eerdere mails van klaagster actie had moeten ondernemen. Van klachtwaardig gedrag is naar het oordeel van de kamer dan ook geen sprake.
Uit de eerdere e-mails van klaagster blijkt immers niet dat zij van de kant van de
notaris een reactie (dan wel een actie) verwachtte, anders dan dat zij die e-mails
cc aan de notaris heeft gestuurd om hem ervan op de hoogte te stellen dat de uiterste
termijn voor het stellen van de waarborgsom/bankgarantie verlengd was (eerste verzoek)
en dat er een tweede verzoek hiertoe was gedaan.
5.9. Dat een gesprek (over de gevolgen van het niet tijdig inroepen van de ontbindende voorwaarde van de koopovereenkomst) op het notariskantoor tussen klaagster en verkoper niet eerder dan op 2 november 2023 heeft plaatsgevonden is eveneens niet te wijten aan de notaris, gelet op de feitelijke gang van zaken.
5.10. Bij e-mail van (vrijdag) 29 september 2023 heeft klaagster aan de notaris geschreven dat maandag – 2 oktober 2023 (de afgesproken passeerdatum) – het besluit ten behoeve van de afronding van de koop zou volgen. Maar op 2 oktober 2023 werd het de notaris duidelijk dat klaagster de financiering niet had rond gekregen, zij de koopovereenkomst niet kon nakomen en de passeerafspraak die dag niet door zou kunnen gaan. De notaris heeft toen contact opgenomen met klaagster om dit van haar bevestigd te krijgen. Hij heeft klaagster meerdere keren erop gewezen dat het van belang was om zelf in contact te treden met verkoper.
Klaagster drong echter aan op een gesprek met verkoper op het kantoor van de notaris. Verkoper wilde echter met klaagster alleen in gesprek, zonder tussenkomst van de notaris. Daarom heeft de notaris op 18 oktober 2023 aan klaagster geschreven dat verkoper direct contact met klaagster zou opnemen.
5.11. Toen klaagster op 20 oktober 2023 opnieuw de notaris verzocht om een gesprek met verkoper op het notariskantoor, heeft de notaris op deze e-mail gereageerd met in de cc de verkoopmakelaar van verkoper. Zonder instemming van verkoper kon de notaris immers geen gesprek organiseren op zijn kantoor. Verkoper heeft – toen bleek dat hij geen direct contact met klaagster kon krijgen – alsnog ingestemd met een gesprek op het kantoor van de notaris.
5.12. Vervolgens is de bespreking van de notaris met klaagster en verkoper gepland op 2 november 2023. Dat had zowel te maken met de volgeplande agenda van de notaris - eindejaarsdrukte op het notariskantoor - én aan de agenda van klaagster, die pas op zijn vroegst op 30 oktober 2023 in de ochtend kon afspreken.
5.13. De kamer zal dit klachtonderdeel dan ook ongegrond verklaren.
bespreking van 2 november 2023; sprake van partijdigheid (klachtonderdeel 3.4)
5.14. Van partijdigheid van de notaris bij het gesprek op 2 november 2023 is de kamer niet gebleken.
5.15. Vast staat dat de notaris op zijn kantoor een bespreking tussen klaagster en verkoper heeft gefaciliteerd, omdat klaagster niet alleen met verkoper wilde spreken.
5.16. De notaris heeft aangevoerd dat hij op 2 november 2023 (eerst) ook met klaagster
alleen heeft gesproken, omdat klaagster zonder financieel of juridisch adviseur was
gekomen; verkoper zat onderwijl samen met zijn makelaar in de wachtruimte. De notaris
wilde daarmee juist het evenwicht tussen partijen herstellen.
De notaris heeft klaagster toen nogmaals uitgelegd welke juridische gevolgen het
niet tijdig inroepen van het financieringsvoorbehoud voor klaagster had en haar voorgehouden
dat verkoper bereid was de boete van 10% uit de koopovereenkomst niet in te roepen
indien klaagster een voorstel voor vergoeding van de geleden schade zou doen. Klaagster
heeft toen verkoper aangeboden een bedrag van € 3.000,- exclusief btw te betalen voor
de geleden schade. Verkoper is daarmee niet akkoord gegaan.
5.17. Anders dan klaagster meent, had de notaris toen bij verkoper niet moeten ‘doorduwen’ om tot een oplossing te komen voor de ontstane situatie. Voor het oplossen van het geschil was de notaris, zoals hij terecht heeft aangevoerd, niet gemachtigd door partijen.
5.18. De kamer zal ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.
griffierecht
5.19. Omdat de kamer de klacht tegen de notaris deels gegrond verklaart, dient de notaris het door klaagster betaalde griffierecht van € 50 op grond van artikel 99 lid 5 Wna aan klager te vergoeden, binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing. Klaagster dient daarvoor tijdig schriftelijk haar rekeningnummer aan de notaris door te geven.
6. De beslissing
De kamer voor het notariaat:
- verklaart het klachtonderdeel, vermeld onder 3.2. gegrond, maar legt de notaris daarvoor geen maatregel op;
- veroordeelt de notaris tot betaling aan klaagster van € 50 griffierecht, op de wijze en binnen de termijn als onder 5.19. bepaald;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. S.P. Pompe, voorzitter, N.C.H. Blankevoort,
C. Holdinga, A.C. Stroeve en A.J.H.M. Janssen, leden, en uitgesproken in het openbaar
op 23 juli 2024, in aanwezigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam)