Zoekresultaten 2321-2340 van de 2423 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6512
- Datum publicatie: 17-07-2024
- Datum uitspraak: 17-07-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:66
Cardioloog wordt verweten dat hij een te hoge dosering medicatie aan klager heeft voorgeschreven. Op goede gronden is de gebruikelijke dosering voorgeschreven. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2032/5343
- Datum publicatie: 17-07-2024
- Datum uitspraak: 17-07-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:67
Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij 1) niet in overeenstemming met de privacywetgeving handelde en 2) niet op een juiste wijze een verslag opstelde van gemaakte afspraken en klaagster daarover ook onjuist informeerde. Oordeel college: klaagster is niet-ontvankelijk in klachtonderdeel 1), omdat zij niet rechtstreeks is geraakt in een concreet eigen belang dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele gezondheidszorg. Klachtonderdeel 2) is gegrond. De bedrijfsarts had opnieuw naar de situatie moeten kijken of klaagster inmiddels weer volledig belastbaar was. Hij won onvoldoende informatie in om redelijkerwijs tot die conclusie te kunnen komen. De bedrijfsarts communiceerde onduidelijk met klaagster over het al dan niet aanpassen van de urenbeperking. Hij diende terug te komen op wat hij eerder met haar had besproken en bij haar na te gaan of zij de informatie toen voldoende had begrepen en ook begreep wat dit voor haar zou kunnen gaan betekenen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6192
- Datum publicatie: 16-07-2024
- Datum uitspraak: 16-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:154
Ongegronde klacht tegen een arts verstandelijk gehandicapten (arts VG). Klaagster is de moeder van haar in september 2021 overleden dochter, die zelfmoord heeft gepleegd. Klaagster verwijt de arts VG dat zij geen goede en adequate zorg heeft geleverd, onzorgvuldig heeft gehandeld inzake de medicatie en de ernst van de klachten en bijwerkingen niet voldoende serieus heeft genomen. De arts VG heeft uitgelegd dat er bij de dochter van klaagster geen sprake was van chronische depressiviteit maar van stemmingsproblematiek. Naar het oordeel van het college heeft de arts VG de klachten zorgvuldig onderzocht en behandeld en is er voldoende aandacht geweest voor de psychiatrische problematiek van de dochter van klaagster. Niet gebleken is dat de arts VG een second opinion uitdrukkelijk heeft geweigerd of tegengehouden. De arts VG heeft er op gewezen dat er in afstemming met haar door de orthopedagoog-generalist een suïcide risico taxatie is opgesteld. In het team is de dochter van klaagster vervolgens goed geobserveerd en is de begeleiding geïntensiveerd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6194
- Datum publicatie: 16-07-2024
- Datum uitspraak: 16-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:155
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster is de moeder van haar in september 2021 overleden dochter, die zelfmoord heeft gepleegd. Klaagster verwijt de psychiater dat hij geen adequate zorg en begeleiding heeft geleverd door onder andere de diagnose autisme aan te nemen en niet te onderzoeken, na te laten om de bipolaire stoornis te monitoren en het voorschrijven en monitoren van anti-depressiva en anti-psychotica over te laten aan de arts verstandelijk gehandicapten. Ook verwijt zij de psychiater dat hij een deel niet betrokken is geweest en dat hij niet op de hoogte was van het stoppen van medicatie en problematiek. Naar het oordeel van het college volgen er uit het dossier geen redenen om de diagnostiek in twijfel te trekken daaruit blijkt niet dat de psychiater geen onderzoek naar de diagnostiek heeft gedaan. Van het niet monitoren van de bipolaire stoornis is geen sprake geweest. Van onvoldoende zorgdragen voor het medicatiebeleid blijkt ook niets, er vond wekelijks ruggespraak plaats tussen de psychiater en de arts verstandelijk gehandicapten. Hoewel in het dossier summier beschreven heeft de psychiater de problematiek van de dochter in kaart gebracht en tijdens de zitting alsnog inzichtelijk gemaakt. Overige klachtonderdelen ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6193
- Datum publicatie: 16-07-2024
- Datum uitspraak: 16-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:156
Ongegronde klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Klaagster is de moeder van haar in september 2021 overleden dochter, die zelfmoord heeft gepleegd. Klaagster verwijt de orthopedagoog-generalist dat zij geen goede en adequate zorg heeft geleverd en in haar communicatie onvolledig was. Uit de verslagen en het (medisch) dossier volgt dat regelmatig met de dochter van klaagster gesproken is, ook en vooral over hoe zij zich voelde en het college merkt daarbij nog op dat de dochter van klaagster voor zorgverleners moeilijk te lezen was. De orthopedagoog-generalist heeft in afstemming met de arts verstandelijk gehandicapten een suïcide risico taxatie opgesteld. In het team is de dochter van klaagster vervolgens goed geobserveerd en is de begeleiding geïntensiveerd. Het geven van informatie vooraf over de eigen bijdrage die vanuit de WLZ verlangd wordt is niet de taak van een orthopedagoog-generalist, maar van de clustermanager. De orthopedagoog-generalist heeft uiteengezet dat de dochter van klaagster bezwaar had gemaakt tegen het informeren van haar familie over haar suïcidepoging. Ook is gebleken dat in de periode waarin de tweede WLZ-aanvraag speelde klaagster tijdelijk niet was aangesloten bij de behandeling, ondanks pogingen daartoe van het behandelteam. Het college ziet ook hier geen aanleiding voor het maken van een tuchtrechtelijk verwijt aan de orthopedagoog-generalist, omdat hierbij rekening moest worden gehouden met zowel het respecteren van de wensen van Marnit als het zorgen voor een voor haar steunende omgeving.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-640/AL/OV
- Datum publicatie: 16-07-2024
- Datum uitspraak: 15-07-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:170
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6195
- Datum publicatie: 16-07-2024
- Datum uitspraak: 16-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:157
Ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. Klaagster is de moeder van haar in september 2021 overleden dochter, die zelfmoord heeft gepleegd. Volgens klaagster heeft de GZ-psycholoog geen adequate zorg en begeleiding gegeven, omdat zij niet vooraf heeft onderzocht of haar dochter het MDO op 15 september 2021 aankon, tijdens het MDO niet aan haar dochter heeft gevraagd wat zij zelf wilde en heeft nagelaten om op 16 september 2021, toen haar dochter werd vermist, direct alarm te slaan en de politie in te schakelen. De GZ-psycholoog heeft uitgelegd dat vanuit de betrokken cliëntbegeleider geen signalen waren dat de dochter van klaagster het MDO niet aan zou kunnen. Ook tijdens het MDO waren die signalen er niet. Dat dit alles niet klopt of anders is gelopen, is het college niet gebleken. Uit de verslagen van het MDO is gebleken dat er verschillende opties zijn benoemd tijdens het MDO. Deze opties zijn, zo bleek ook ter zitting, besproken met de dochter van klaagster. Op 16 september 2021 heeft de begeleiding met de vader en tante van de dochter van klaagster afgesproken de situatie nog even aan te kijken. Daarom is op dat moment nog geen contact opgenomen met de politie. Op 17 september 2021 is de dochter van klaagster als vermist opgegeven en heeft de GZ-psycholoog op verzoek van de politie onderbouwd waarom er zorgen waren en heeft schriftelijk suïcide signalen beschreven. Het college is van oordeel dat gelet op deze geschetste gang van zaken, de GZ-psycholoog niet kan worden verweten nog even te hebben afgewacht en de politie nog niet te alarmeren. Alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:171 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-733/AL/OV
- Datum publicatie: 16-07-2024
- Datum uitspraak: 15-07-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:171
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:95 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-531/DB/LI
- Datum publicatie: 16-07-2024
- Datum uitspraak: 15-07-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:95
Tussenbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad verwijst de zaak opnieuw terug naar de deken. Met de eerdere tussenbeslissing was het niet de bedoeling dat de geheimhoudingsplicht van verweerder of de deken zou worden geschonden. Verweerder zou de deken volledig informeren en volledig verweer kunnen voeren tegen de klachtonderdelen zonder zijn geheimhoudingsplicht te schenden. Van dit (inhoudelijk) onderzoek door de deken zouden derden, waaronder klaagster en de raad, geen kennis nemen. De raad verzoekt de deken dit onderzoek te verrichten. Vervolgens wenst de raad van de deken te vernemen of het zo is dat de geheimhoudingsplicht van verweerder inderdaad in de weg staat aan het voeren van verweer. De raad houdt de verdere behandeling van de zaak en iedere verdere beslissing aan.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:199 Hof van Discipline 's Gravenhage 230023
- Datum publicatie: 15-07-2024
- Datum uitspraak: 12-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:199
Klager was het niet eens met een door de Raad voor de Kinderbescherming opgemaakt rapport. De rechtbank heeft geen zitting gelast, maar een datum voor beschikking gegeven. De raad oordeelde dat verweerster bij de rechtbank om een zitting had moeten vragen en verklaarde de klacht gegrond met waarschuwing. Het hof vernietigt de uitspraak van de raad en verklaart de klacht ongegrond. Zonder mandaat van haar cliënt kon verweerster bij de rechtbank niet om een zitting vragen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:200 Hof van Discipline 's Gravenhage 230295
- Datum publicatie: 15-07-2024
- Datum uitspraak: 12-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:200
Klacht tegen de advocaat van de wederpartij over onjuiste en onnodige mededelingen in een verweerschrift ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:25 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/431035 / KL RK 24-15
- Datum publicatie: 15-07-2024
- Datum uitspraak: 04-07-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:25
Notaris heeft zich voldoende vergewist van de wilsbekwaamheid van moeder. Hij heeft voldaan aan zijn ministerieplicht. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:201 Hof van Discipline 's Gravenhage 230305
- Datum publicatie: 15-07-2024
- Datum uitspraak: 12-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:201
Klacht over optreden eigen advocaat bij ontbinding arbeidsovereenkomst. De raad verklaarde de klacht grotendeels gegrond met voorwaardelijke schorsing van vier weken. De termijn voor indiening verweerschrift was al verstreken toen verweerder de oproepbrief ontving, in zoverre verklaart het hof de klacht alsnog ongegrond. Verweerder is tekort geschoten in de zorg voor de cliënt: geen opdrachtbevestiging en vastlegging afspraken, ontbreken regie, indienen verweerschrift zonder voorafgaande goedkeuring van de cliënt. Maatregel wordt gematigd tot berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:94 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-300/DB/LI
- Datum publicatie: 15-07-2024
- Datum uitspraak: 15-07-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:94
Voorzittersbeslissing. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder heeft gelogen over de kantoorspecialisaties. Verweerder had de vrijheid om klagers zaak niet aan te nemen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:192 Hof van Discipline 's Gravenhage 230020
- Datum publicatie: 12-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:192
Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft, door niet alleen over te gaan tot het leggen van executoir beslag maar ook door vervolgens in de uitvoering van deze beslagmaatregel na te laten te verifiëren of het deurwaardersexploot op juiste wijze was opgesteld, de belangen van klaagster onevenredig geschaad. Verweerder had , gelet op de omstandigheid dat het middel van executoriaal beslag als zeer ingrijpend moet worden beschouwd, voor een beslagmogelijkheid kunnen kiezen, die voor klaagster minder bezwarend was geweest en de benoemingsprocedure van de vereffenaar in de nalatenschap van erflater na het leggen van een conservatoir beslag kunnen afwachten. Het hof acht, mede gelet op de familierechtelijke sfeer waarin de strijd tussen klaagster en de cliënt van verweerder zich bevond, de handelwijze van verweerder, gelet op het daarmee beoogde doel, oneigenlijk en disproportioneel en daarmee onbetamelijk. Verweerder heeft de belangen van klaagster hiermee onevenredig geschaad. Klacht deels gegrond. (Deels) vernietiging raadbeslissing. Maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2024:10 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/03
- Datum publicatie: 12-07-2024
- Datum uitspraak: 11-07-2024
- ECLI:NL:TDIVBC:2024:10
Hond. De zaak gaat over een klacht van een Stichting tegen een dierenarts die diergeneeskundige handelingen heeft verricht met kortsnuitige honden, waarbij de zogenoemde Cambridge-methode is toegepast. De vraag is of de dierenarts daarmee heeft gehandeld in overeenstemming met de open norm van artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren. Het Veterinair beroepscollege beantwoordt die vraag in de uitspraak ontkennend. Het Veterinair beroepscollege is van oordeel dat de dierenarts ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan de methode zoals beschreven in het rapport van de Universiteit Utrecht, faculteit diergeneeskunde, van 21 januari 2019 waarin een van de Cambridge-methode deels afwijkende methode voor de keuring van kortsnuitige honden wordt beschreven. De stichting meent dat de dierenarts bij zijn handelingen die laatste, Utrechtse methode had moeten volgen, ook gelet op de aan het onderzoek van de dierenarts verbonden potentiële nadelige gevolgen voor het fokken met kortsnuitige honden die met toepassing van de Cambridge-methode zijn goedgekeurd maar bij toepassing van de met het rapport van de Universiteit Utrecht beschreven methode niet zouden zijn goedgekeurd. Het Veterinair Beroepscollege heeft aan de dierenarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.[Beroep gegrond.]
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:19 Accountantskamer Zwolle 23/299 Wtra AK 23/300 Wtra AK 23/583 Wtra AK 23/700 Wtra AK
- Datum publicatie: 12-07-2024
- Datum uitspraak: 12-07-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:19
Klacht over handelen accountant als bindend adviseur in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden van klaagster en haar voormalige echtgenoot. Klaagster meent dat betrokkene bij het uitvoeren van zijn opdracht onzorgvuldig heeft gehandeld en ten onrechte zijn werkzaamheden na haar wrakingsverzoek heeft voortgezet. De klacht is ongegrond. Betrokkene mocht zijn werkzaamheden als bindend adviseur voortzetten. Betrokkene heeft bij het uitvoeren van zijn opdracht niet gehandeld in strijd met enig fundamenteel beginsel.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:193 Hof van Discipline 's Gravenhage 230021
- Datum publicatie: 12-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:193
Klacht tegen advocaat wederpartij.Evenals de raad is het hof, onder verwijzing naar en het overnemen van de overwegingen van de raad als weergegeven onder 5.2 en 5.3, van oordeel dat klaagster geen rechtstreeks eigen belang heeft. De raad heeft klaagster dan ook op juiste gronden niet-ontvankelijk verklaard. De vermeende normschending heeft immers betrekking op een norm die primair de belangen van de Holding beoogt te beschermen. Klaagster vertegenwoordigt niet de belangen van de Holding maar heeft als aandeelhouder slechts een van de Holding afgeleid belang, hetgeen een te ver verwijderd verband vormt om daarmee te kunnen worden gelijkgesteld. De omstandigheid dat klaagster, evenals haar broer, 50% aandeelhouder van de Holding is, maakt naar het oordeel van het hof evenmin dat daarmee een meer rechtstreeks belang van klaagster wordt gecreëerd. Ook de overige door klaagster gestelde feiten en omstandigheden kunnen niet tot een ander oordeel leiden. Het beroep slaagt derhalve niet. De uitspraak van de raad zal worden bekrachtigd.Beroep ongegrond. Bekrachtiging raadbeslissing.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2024:9 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/17 VB 2023/18
- Datum publicatie: 12-07-2024
- Datum uitspraak: 11-07-2024
- ECLI:NL:TDIVBC:2024:9
Hond. Beroep van diereigenaar tegen uitspraak in twee klachten tegen dierenartsen. De beslissing van het Veterinair Tuchtcollege wordt vernietigd in de zaak tegen dierenarts 1. Het Veterinair Tuchtcollege had de ondubbelzinnige uitlating van appellante in eerste aanleg moeten beschouwen als het intrekken van die klacht tegen dierenarts 1 door appellante en de behandeling van de klacht moeten staken.Het beroep in de zaak tegen dierenarts 2 wordt verworpen. Dierenarts 2 is jegens de hond niet tekortgeschoten in de veterinaire zorg die zij heeft verleend als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet dieren.[Beroepen ongegrond.]
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:194 Hof van Discipline 's Gravenhage 230075
- Datum publicatie: 12-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:194
Klacht eigen advocaat.In zijn beroepschrift heeft klager een aantal nieuwe klachten geformuleerd. Zo verwijt klager dat verweerster contact heeft gezocht met de mediator en een notaris en daarbij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. De beoordeling in hoger beroep is beperkt tot de klachtomschrijving voor zover die aan de raad is voorgelegd in eerste aanleg, en partijen beroep instellen tegen het oordeel van de raad daarover. Nieuwe verwijten en klachten over verweerster moeten eerst worden ingediend bij de deken (artikel 46c lid 1 Advocatenwet), zodat de deken daarnaar onderzoek kan doen voordat die klacht aan de tuchtrechter wordt voorgelegd. In dit geval betekent dit dat het hof de nieuwe verwijten van klager buiten beschouwing laat. In zoverre is het beroep van klager niet-ontvankelijk.Klager is voorts in beroep gekomen tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen b), c) en het gegrond verklaarde klachtonderdeel a).In het door klager ingestelde beroep kan hij niet worden ontvangen voor zover het beroep zich richt tegen de beslissing van de raad met betrekking tot klachtonderdeel a). Op grond van artikel 56 lid 1 onder a Advocatenwet staat tegen gegrond verklaarde klachtonderdelen aan klager geen beroep open. Klager zal niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn hoger beroep voor zover het klachtonderdeel a) betreft.Klacht van klager niet-ontvankelijk, voor zover hij nieuwe klachtonderdelen in hoger beroep heeft geformuleerd en beroep van klager betreffende klachtonderdeel a) niet ontvankelijk. Bekrachtiging van de beslissing van 5 juni 2023 van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden, voor zover onderworpen aan het oordeel van het hof.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 116
- Pagina: 117
- Pagina: 118
- ...
- Pagina: 122
- Volgende pagina zoekresultaten