Zoekresultaten 2161-2180 van de 2430 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/431800 / KL RK 24-20

    Klager klaagt over de berekening van zijn legitieme portie door de notaris. Ter zitting is gebleken dat deze berekening nog niet definitief is. De Kamer oordeelt daarom dat klager voorbarig is met het indienen van de klacht over deze berekening en beslist op grond daarvan dat de klacht ongegrond op dit moment ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6048

    Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts heeft begin juli 2022 een sondage uitgevoerd om het tranen van het rechteroog van klaagster te verhelpen. Na de ingreep kreeg klaagster bloedneuzen en klachten van bloed en pus uit haar oog. Zij heeft daarvoor herhaaldelijk contact gezocht met de kliniek. De oogarts is op twee momenten persoonlijk betrokken geweest bij de nazorg van klaagster. Klaagster voelt zich niet gehoord door de oogarts en de kliniek en zij klaagt over de nazorg en de communicatie. Het college is van oordeel dat de oogarts tijdens het tweede nazorgcontact (eind augustus 2022) anders had kunnen en moeten handelen. Gelet op de reeds beschikbare informatie in het dossier, dat de oogarts op dat moment had moeten raadplegen, had hij in ieder geval een andere keuze moeten maken dan klaagster pas eind september 2022 op consult te laten komen. Uit oogheelkundig perspectief bestond er bij de klachten die klaagster had weliswaar geen spoed. Het was echter wel duidelijk dat klaagster al vanaf half juli – dus kort na de ingreep – kampte met serieuze en belastende klachten, waaronder aan haar oog, en dat zij sindsdien nog niet in de kliniek of elders was gezien. De oogarts had er daarom, uit een oogpunt van behoorlijke zorg, voor moeten kiezen om hetzij klaagster zelf te woord te staan aan de telefoon, hetzij de huisarts te bellen voor overleg, hetzij klaagster misschien niet met spoed, maar wel op korte termijn op consult te laten komen. Dit klemt te meer nu hij zelf de sondage bij klaagster had verricht en in zoverre als regiebehandelaar moest worden aangemerkt. Het tweede klachtonderdeel, over het contact na de bij klaagster gestelde diagnose en het beloop van haar ziekte, is ongegrond. De oogarts heeft met het gevoerde gesprek voldoende aandacht aan de onvrede en situatie van klaagster besteed. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426493 / KL RK 23-113

    Aan de notaris is de opdracht gegeven om de testamenten van klaagster en erflater aan te passen. Klagers verwijten de notaris kort gezegd dat hij daarmee te lang heeft gewacht en niet voortvarend heeft gehandeld. Doordat de toestand van erflater in de tussentijd is verslechterd is zijn testament uiteindelijk niet gewijzigd. De notaris valt daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:135 Raad van Discipline Amsterdam 24-545/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van verweerster in de hoedanigheid van faillissementscurator van klagers kennelijk ongegrond. Verweerster heeft de handelingen verricht in haar hoedanigheid van curator, waarin zij toezicht houdt op het beheer van de failliete boedel en rekening moet houden met belangen van maatschappelijke aard. Uit niets blijkt dat verweerster met haar handelen het vertrouwen in de advocaat zou hebben geschaad. Dat verweerster klagers op enig moment zou hebben uitgemaakt voor fraudeur of crimineel, of dat zij zich op andere wijze onnodig grievend over klagers zou hebben uitgelaten, is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:77 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 744275 / DW RK 23/468 MdV/SM

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarders worden verweten niet te hebben gereageerd op verzoeken van klager om tot een oplossing te komen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730314 DW RK 23/66 MdV/SM

    Klacht ongegrond. De kamer merkt wel op dat de communicatie met betrekking tot de vaststelling van de beslagvrije voet beter had gekund. Klager had er baat bij gehad als de gerechtsdeurwaarder een duidelijk onderscheid had gemaakt tussen verantwoordelijkheden van de gerechtsdeurwaarder en de opdrachtgever op dit punt. Ook had de gerechtsdeurwaarder duidelijker aan klager kunnen uitleggen worden wat de reden was dat de beslagvrije voet zo laag was, nu de hoogte daarvan kennelijk een direct verband had met de woonplaats van klager. De kamer overweegt dat dit een gemiste kans is geweest van de gerechtsdeurwaarder, maar komt tot het oordeel dat hiermee nog geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731803 / DW RK 23/105 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder, onder meer, verweten actief te blijven incasseren na de beëindiging van de overeenkomst van opdracht en zonder grondslag gelden onder zich te hebben gehouden. Klaagster heeft op geen enkele wijze aannemelijk weten te maken dat daar sprake van is geweest.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:76 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 743242 / DW RK 23/446 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder niet publiekrechtelijk bevoegd is om beslagen te leggen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5721

    Klaagster klaagt erover dat de bedrijfsarts ten onrechte de diagnose Alzheimer heeft gesteld zonder voldoende onderzoek te doen. Verder klaagt zij erover dat er door toedoen van de bedrijfsarts nooit een gesprek heeft plaatsgevonden om een en ander te verduidelijken. Het college is van oordeel dat de klacht gegrond is omdat de bedrijfsarts onzorgvuldig heeft gehandeld door zonder deugdelijke basis een ernstige diagnose te stellen. Daarnaast heeft de bedrijfsarts nalatig gehandeld door geen opvolging te geven aan de afspraken, wat eveneens tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Aan de bedrijfsarts wordt de maatregel van berisping opgelegd, mede omdat hij geen zelfinzicht heeft getoond en de klacht niet serieus heeft aangepakt.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5794

    Klager verwijt de bedrijfsarts onder andere onvoldoende actieve interventies te hebben ingezet voor zijn herstel en relatie met de werkgever. Het college acht deze klachten deels gegrond, aangezien de bedrijfsarts na zijn constatering dat verdere interventies nodig waren, onvoldoende actie ondernam. Andere verwijten van de klager, zoals het niet informeren over het recht op een second opinion en het niet voeren van fysieke gesprekken, worden ongegrond verklaard. Het college legt een maatregel op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:113 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-203/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A3034/6943

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster ontving ongevraagd een doosje Mirtazapine, op haar naam voorgeschreven door de huisarts. Bij navraag heeft de huisarts uitgelegd dat het een vergissing was, maar klaagster vindt dit ongeloofwaardig. Zij vermoedt dat de huisarts zich heeft laten beïnvloeden door haar ex-man en dochter en haar, zonder haar medeweten en toestemming, medicijnen heeft voorgeschreven die haar welzijn en reputatie schaden. Dit verwijt zij de huisarts. De huisarts heeft toegelicht dat sprake is van een vergissing en heet haar excuses aan klaagster aangeboden. Het college heeft geen aanleiding te twijfelen aan de uitleg van de huisarts. Zij heeft inzichtelijk gemaakt dat en hoe zij per ongeluk medicatie heeft voorgeschreven aan klaagster. Voor de door klaagster geuite vermoedens van opzet of beïnvloeding is geen aanknopingspunt te vinden. De huisarts heeft zich ingespannen de gang van zaken uit te leggen en heeft haar excuses aangeboden. Ook heeft zij klaagster geïnformeerd hoe zij ervoor kan zorgen dat de medicatie niet meer in haar dossiers staat. Hoewel de gang van zaken ongelukkig is geweest heeft de huisarts naar het oordeel van het college niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:114 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-303/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerder in strijd met de waarheid aan de klachtenfunctionaris heeft verklaard “dass Sie gemeinsam zu dem Schluss gekomen zeien…”, noch dat hij klager een fout advies heeft gegeven omdat hij het rapport van DEKRA wel in orde vond, noch dat hij zonder klagers toestemming heeft gecommuniceerd met het Kifid en klager geen kopie heeft gestuurd van de gevoerde correspondentie. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:181 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-428/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter bestaat voor een advocaat geen (tuchtrechtelijke) plicht om de wederpartij op de hoogte te brengen van een wrakingsgrond. Het is aan de betrokken rechter om zich al dan niet te verschonen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6792

    Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is de dochter van een overleden patiënte. Patiënte kwam met maagklachten bij de huisarts. De huisarts heeft de NHG-standaard Maagklachten op twee momenten niet gevolgd. Zo had hij patiënte naar aanleiding van de a-typische maagklachten eerder in moeten sturen voor een gastroduodenoscopie en later had hij, naar aanleiding van de verwijzing naar de MDL-arts, overleg met de MDL-arts moeten voeren over de vervolgbehandeling. De patiënte is enkele maanden later overleden aan slokdarmkanker. Klacht is gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:182 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-445/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder over de meest kansrijke insteek in hoger beroep op zorgvuldige wijze met klager gecommuniceerd en diens belangen daarbij op zorgvuldige wijze behartigd. Verweerder heeft zijn standpunt hierover ook schriftelijk in duidelijke bewoordingen aan klager uitgelegd. Uit het feit dat klager op die e-mail toen niet meer is teruggekomen en geen andere advocaat heeft benaderd, mocht verweerder naar het oordeel van de voorzitter afleiden dat klager akkoord ging met de in de concept-dagvaarding gekozen juridische insteek. De daarna in hoger beroep aan de orde gestelde looncomponenten zijn aan klager toegewezen. Of klager recht had op uitbetaling van meer uren, kan de voorzitter niet vaststellen. Daar ziet deze klachtprocedure niet op. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6811

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij geen nadere diagnostiek heeft uitgevoerd nadat zij, drie dagen na een val, bij de huisarts kwam om haar ringvinger te laten onderzoeken. Volgens klaagster had zij röntgendiagnostiek moeten uitvoeren, haar moeten doorverwijzen naar de afdeling orthopedie en verbandmiddelen moeten aanbevelen. Het college vindt dat de huisarts inzichtelijk heeft gemaakt hoe haar onderzoek van de vinger is geweest en welke overwegingen haar ertoe hebben gebracht om geen nadere diagnostiek te laten uitvoeren. Er was geen vermoeden van ossaal letsel. Zij was zich bewust van de extra bezorgdheid van klaagster omdat zij violiste is. De huisarts heeft aldus naar het oordeel van het college conform de NHG-richtlijn-Hand- en Polsklachten en daarmee zorgvuldig gehandeld. Dat latere diagnostiek alsnog een (zeer klein) ossaal letsel aantoonde maakt deze conclusie niet anders. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:110 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-497/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder nam de zaak waar voor zijn collega die op vakantie was. Verweerder heeft in zijn e-mail de gevoelens van cliënten verwoord en heeft zich daarbij niet onnodig grievend uitgelaten. Vervolgens mocht verweerder een sommatie opnemen om te voldoen aan de wens van de cliënten om verdere schade te voorkomen. Verweerder was niet gehouden om op dat moment tot een minnelijke schikking te komen. Hij nam de zaak slechts waar en heeft in een spoedeisende situatie gehandeld om de belangen van zijn cliënten te waarborgen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:111 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-114/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:112 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-135/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.