ECLI:NL:TNORARL:2024:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/431800 / KL RK 24-20

ECLI:	ECLI:NL:TNORARL:2024:26
Datum uitspraak:	18-07-2024
Datum publicatie:	09-08-2024
Zaaknummer(s):	C/05/431800 / KL RK 24-20
Onderwerp:	Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
Beslissingen:	Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:	Klager klaagt over de berekening van zijn legitieme portie door de notaris. Ter zitting is gebleken dat deze berekening nog niet definitief is. De Kamer oordeelt daarom dat klager voorbarig is met het indienen van de klacht over deze berekening en beslist op grond daarvan dat de klacht ongegrond op dit moment ongegrond is.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/431800 / KL RK 24-20

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[naam klager],

[woonplaats klager],

klager

tegen

[naam notaris],

[vestigingsplaats notaris]

gemachtigde [naam gemachtigde]

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1       Het verloop van de procedure blijkt uit

• de klacht, met bijlagen, van 3 februari 2024;
• de aanvullende productie van klager, ingezonden op 17 mei 2024;
• een productie ingezonden door de notaris op 18 juni 2024;
• de e-mail van klager van 20 juni 2024;
• de pleitnota van klager zoals overgelegd ter zitting van 28 juni 2024;
• de pleitnota van de notaris zoals overgelegd ter zitting van 28 juni 2024.

1.2       De klachtzaak is ter zitting van 28 juni 2024 behandeld, waarbij zijn verschenen klager enerzijds en de notaris met zijn gemachtigde anderzijds.

2. De feiten

2.1.      De moeder van klager (hierna: moeder) is overleden op [datum overlijden moeder].

2.2.      Moeder heeft door de notaris een testament op laten stellen, waarin zij de broer van klager als enig erfgenaam heeft benoemd. De notaris heeft dit testament ook gepasseerd. Aan klager en zijn zus wordt door moeder een legaat toegekend ter hoogte van een/zesde onverdeeld deel van de nalatenschap. Klager en zijn zus kunnen derhalve een beroep doen op hun (aanvullende) legitieme portie. De notaris is door moeder benoemd als executeur.

2.3.      Moeder was eigenaar van een perceel met twee woningen in [woonplaats moeder]. Eén van deze woningen bewoonde zij zelf in de tien jaar voorafgaand aan haar overlijden. De andere woning betrof een schuur welke later tot woonhuis is omgebouwd. Deze woning werd ten tijde van het overlijden van moeder bewoond door de broer van klager.

2.4.      Vanaf maart 2020 stortte moeder maandelijks een bedrag ad [gestort bedrag] op de rekening van de broer van klager.

2.5.      Op [datum verkoop] heeft moeder haar perceel met bebouwing verkocht aan de broer van klager voor een bedrag van [verkoopbedrag]. De akte van levering van het land is opgesteld door en gepasseerd ten overstaan van de notaris. Een taxatierapport ten behoeve van deze verkoop werd niet opgemaakt. Inmiddels is de opdracht gegeven voor taxatie van de woning die door moeder aan de broer van klager is verkocht. De notaris is in afwachting van dit taxatierapport.

2.6.      Op 24 januari 2024 ontving klager van de notaris een berekening van zijn legitieme portie.

2.7.      Op 3 februari 2024 heeft klager vervolgens zijn klacht ingediend.

3. De klacht en het verweer

3.1.      Klager verwijt de notaris dat hij niet de benodigde zorgvuldigheid heeft betracht bij de berekening van zijn legitieme portie door onder meer niet alle schenkingen van zijn moeder aan zijn broer hierbij te betrekken.  

3.2.      De notaris heeft geen schriftelijk verweer gevoerd. Op het verweer zoals door de notaris ter zitting is gevoerd, zal de kamer hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

Beoordelingskader

4.1.      Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

De klacht

4.2.      Uit zowel de onderbouwing van de klacht als het verhandelde ter zitting maakt de kamer op dat klager ontevreden is over de werkwijze van de notaris, waaronder ook de communicatie met klager tot op heden. Klager stelt uitdrukkelijk dat zijn klacht inhoudt dat sprake is van een groot aantal slordigheden in de berekening van zijn legitieme portie die hij de notaris kwalijk neemt en welke zijn vertrouwen in de notaris ook ernstig hebben aangetast.

4.3.      Hoewel klager de kamer goed duidelijk heeft gemaakt dat de algehele werkwijze van de notaris voor hem een groot pijnpunt is, kan de kamer in haar beslissing enkel oordelen over de formele klacht die door klager is ingediend. Deze klacht houdt in dat klager zich op het standpunt stelt dat zijn legitieme portie niet op een juiste wijze door de notaris is berekend.

Oordeel van de kamer

4.4.      De kamer oordeelt dat deze klacht ongegrond is en wel op grond van het navolgende.

4.5.      Ter zitting heeft de notaris verweer gevoerd. Hij stelt dat de berekening van de legitieme portie nog niet definitief is. In de brief die hij op 24 januari 2024 aan klager heeft verzonden is een voorlopige berekening van de legitieme portie opgenomen. In deze brief heeft de notaris klager ook uitgenodigd om zijn standpunt over deze berekening met hem te delen. Dit heeft klager niet gedaan. In plaats daarvan heeft klager op 4 februari 2024 onderhavige klachtprocedure opgestart.

4.6.      Allereerst merkt de kamer op dat de berekening van de legitieme portie in beginsel niet een taak is van de notaris/executeur, maar die van de erfgenamen zelf. Nu klager meermaals heeft aangegeven geen vertrouwen te hebben in de handelswijze van de notaris bij de berekening van zijn legitieme portie, kan het voor klager aangewezen zijn om een andere partij in te schakelen om zijn legitieme portie te berekenen dan wel om de berekening zelf te maken. De notaris heeft het als executeur op zich genomen om de berekening te maken, zodat zijn handelen in dat kader – dat is ook niet door hem bestreden – in het kader van het tuchtrecht kan worden beoordeeld.

4.7.      De exacte omvang van de legitieme portie staat gelet op het voorgaande nog niet vast. Immers loopt het onderzoek naar de relevante (financiële) gegevens voor de definitieve berekening van de legitieme portie van klager nog. De notaris heeft bankafschriften opgevraagd waarmee de financiële mutaties op de rekening(en) van moeder meer inzichtelijk moeten worden. Ook is opdracht verstrekt het onroerend goed van moeder te taxeren, zodat zicht komt op de waarde ten tijde van de overdracht aan de broer van klager. Door klager zijn deze stellingen van de notaris niet betwist. De kamer gaat dan ook uit van de juistheid daarvan.

4.8.      Klager heeft een klacht ingediend over een procedure die door de notaris nog niet is afgerond. De legitieme portie waarvan klager stelt dat deze niet goed is berekend is, zoals overwogen, nog niet definitief. Het is eerst aan klager om zijn standpunt over de voorlopige berekening van zijn legitieme portie met de notaris te delen, alvorens hierover een klacht in te dienen.

4.9.      De kamer concludeert dan ook dat klager met het indienen van zijn klacht voorbarig is en oordeelt dat deze klacht op dit moment ongegrond is.        

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht ongegrond

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. A.E. Zweers, mr. J.A.H. Bruggemann, leden, en in tegenwoordigheid van mr. E.W.A. Nabbe, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2024.
De secretaris		De voorzitter
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.