ECLI:NL:TNORARL:2024:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426493 / KL RK 23-113

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2024:28
Datum uitspraak: 08-07-2024
Datum publicatie: 09-08-2024
Zaaknummer(s): C/05/426493 / KL RK 23-113
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Aan de notaris is de opdracht gegeven om de testamenten van klaagster en erflater aan te passen. Klagers verwijten de notaris kort gezegd dat hij daarmee te lang heeft gewacht en niet voortvarend heeft gehandeld. Doordat de toestand van erflater in de tussentijd is verslechterd is zijn testament uiteindelijk niet gewijzigd. De notaris valt daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: C/05/426493 KL RK 23-113

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1. [naam]

te [woonplaats],

gemachtigde: [naam],

hierna afzonderlijk: klager,

2. [naam],

te [woonplaats],

hierna afzonderlijk: klaagster,

tegen

mr. [naam],

notaris te [plaats],

verweerder,

gemachtigde: mr. R. Bosman.

Partijen worden hierna klagers en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de klacht met bijlagen, per e-mail ontvangen op 17 oktober 2023;
  • het verweerschrift met bijlagen van 8 januari 2024;
  • de e-mail van 17 mei 2024 met bijlagen van [de gemachtigde van klager];
  • de e-mail van 20 mei 2024 met bijlagen van klager.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 31 mei 2024 behandeld, waarbij klager (mede namens klaagster) en de notaris met zijn gemachtigde zijn verschenen. Klager heeft zijn standpunt toegelicht mede aan de hand van een pleitnotitie.

2. De feiten

2.1 Klaagster en haar echtgenoot, wijlen de heer [A] (hierna: erflater) hebben de notaris medio 2019 de opdracht gegeven tot het wijzigen van hun testamenten.

2.2 Erflater was destijds 82 jaar en had twee zonen, klager en de heer [B] (hierna: de broer van klager).

2.3 Op 26 juni 2019 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen de notaris, klaagster en erflater. Erflater heeft daarbij zijn wens kenbaar gemaakt om de broer van klager te onterven.

2.4 Op 20 juli 2019 heeft de notaris concept-testamenten aan klaagster en erflater afgegeven. Daarin is onder meer een legaat ter grootte van de legitieme portie opgenomen voor de broer van klager.

2.5 Op 9 september 2019 heeft er een tweede bespreking tussen klaagster, erflater en de notaris plaatsgevonden. Erflater heeft daarbij onder meer aangegeven dat hij de broer van klager liever expliciet wilde onterven. Afgesproken is dat de notaris de tijdens het gesprek gemaakte opmerkingen zou verwerken in nadere concept-testamenten.

2.6 Bij brief van 19 september 2019 heeft de notaris aan klaagster en erflater, voor zover relevant, het volgende geschreven:

“Hierbij ontvangt u de gewijzigde concepten.

Testament [erflater]

De erfstelling is gewijzigd. Zoon (…) wordt onterfd (dat wordt niet benoemd, maar hij verkrijgt niets op grond van dit testament). Zoals besproken heeft (…) wel recht op zijn legitieme portie. Hij dient deze zelf in te roepen.

[erflater] wijst tot zijn erfgenamen aan:

  • zoon [naam] voor de helft;
  • drie familieleden van uw echtgenote voor de andere helft.

(…)

Testament [klaagster]

Ook in dit testament is de erfstelling gewijzigd.

(…)

Afspraak tot ondertekening

Ik verzoek u de ontwerpen door te nemen. Bij uw akkoord verzoek ik u een afspraak te maken voor ondertekening. (..)”

2.7 Op 13 januari 2020 heeft de notaris het gewijzigde testament van klaagster gepasseerd. Het gewijzigde testament van erflater is niet gepasseerd omdat erflater op dat moment wilsonbekwaam was.

2.8 Op 26 januari 2020 is erflater overleden.

3. De klacht

Klagers verwijten de notaris samengevat dat hij niet voortvarend te werk is gegaan. De notaris heeft te lang gewacht met het aanpassen van de concept-testamenten van klaagster en erflater na de bespreking van 9 september 2019. Klaagster heeft langer dan gebruikelijk en op haar leeftijd wenselijk op het verlijden van haar testament moeten wachten. Daarnaast is de toestand van erflater na de bespreking van 9 september 2019 verslechterd en was erflater op 13 januari 2020 niet langer in staat om zijn wil te bepalen. Door toedoen of nalaten van de notaris is het testament van erflater uiteindelijk niet gewijzigd en is de gewenste onterving van de broer van klager niet bewerkstelligd.

4. Het verweer

De notaris heeft aangevoerd dat klagers niet-ontvankelijk zijn in hun klacht omdat zij hun klacht niet tijdig hebben ingediend. Daarnaast heeft de notaris kort gezegd aangevoerd dat de klacht van klagers ongegrond moet worden verklaard omdat de notaris met betrekking tot het doorvoeren van de door erflater gewenste wijzigingen in zijn testament voortvarend te werk is gegaan. Op de inhoud van het verweer van de notaris zal hierna, waar nodig, verder worden ingegaan.

4. De beoordeling

4.1 Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst onder meer of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en de andere toepasselijke bepalingen.

4.2 Ontvankelijkheid

4.2.1 De kamer is van oordeel dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht tegen de notaris vanwege het verstrijken van de vervaltermijn van drie jaar zoals genoemd in artikel 99 lid 21 Wna. Daartoe is het volgende redengevend.

4.2.2 Vaststaat dat het gewijzigde testament van klaagster op 13 januari 2020 is gepasseerd. Eveneens staat vast dat erflater op dat moment niet meer in staat was om zijn wil te bepalen en de door hem gewenste wijziging in zijn testament niet meer gerealiseerd kon worden. Op 13 januari 2020 heeft klaagster daarom kennisgenomen, althans redelijkerwijs kennis kunnen nemen, van het gestelde verwijtbare handelen of nalaten van de notaris en is de hiervoor genoemde vervaltermijn aangevangen. Niet vereist is dat klaagster op dat moment ook bekend was met de juridische of tuchtrechtelijke beoordeling van dat handelen of nalaten van de notaris. De klacht is op 17 oktober 2023 en daarmee buiten de vervaltermijn van drie jaar ingediend. De kamer zal de klacht van klaagster daarom

niet-ontvankelijk verklaren.

4.2.3 De notaris heeft aangevoerd dat de klacht van klager ook niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit verweer wordt niet gehonoreerd. Tussen partijen staat vast dat klager niet betrokken is geweest bij de wijziging van de testamenten van klaagster en erflater. Klager heeft onweersproken gesteld dat hij pas in of omstreeks juli 2022 op de hoogte is geraakt van het feit dat erflater zijn testament wilde wijzigen en dat deze wijzigingen nooit zijn verwezenlijkt. Dat betekent dat klager pas in of omstreeks juli 2022 redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het gestelde verwijtbare handelen of nalaten van de notaris. Ten tijde van het indienen van de klacht was de vervaltermijn van drie jaar dus nog niet verstreken. Anders dan de notaris heeft aangevoerd, brengt de enkele omstandigheid dat de klacht van klager voortborduurt op de klacht van klaagster, die niet-ontvankelijk wordt verklaard, niet mee dat de klacht van klager hetzelfde lot moet volgen.

4.3 Voortvarend handelen van de notaris

4.3.1 Klager verwijt de notaris kort gezegd dat de notaris niet voortvarend heeft gehandeld omdat hij na de bespreking van 9 september 2019 te lang heeft gewacht met het wijzigen en passeren van de testamenten. Hierdoor is de door erflater gewenste wijziging in het testament uiteindelijk niet tot stand gekomen en heeft klager schade geleden.

4.3.2 De notaris heeft de hem verweten gedragingen betwist. De notaris heeft aangevoerd dat hij de gewijzigde testamenten met de begeleidende brief, zoals weergegeven onder 2.6, op 19 september 2019 bij klaagster en erflater in de brievenbus heeft gedaan en dat klaagster en erflater vervolgens een passeerafspraak hebben gemaakt voor 16 oktober 2019 om 11.00 uur. Volgens de notaris is deze passeerafspraak afgebeld, waarbij door klaagster en erflater is aangegeven dat zij zullen bellen voor het maken van een nieuwe passeerafspraak. Klager heeft deze stellingen van de notaris betwist.

4.3.3 De kamer stelt vast dat er een passeerafspraak is ingepland voor 16 oktober 2019 en dat deze afspraak is afgezegd. De notaris heeft ter onderbouwing van zijn stelling een uitdraai van zijn outlook-agenda op 16 oktober 2019 overgelegd. Hierin is, voor zover relevant, het volgende vermeld: “Type: 2 Passeerafspraak. Datum: 16-10-2019. Begintijd: 11:00. Eindtijd: 12:00. Onderwerp: Testamenten [erflater en klaagster]// AFGEBELD. Omschrijving: bellen voor nieuwe afspraak”. Anders dan klager, ziet de kamer geen reden om te twijfelen aan de echtheid van de agenda-uitdraai en de juistheid van de daarin opgenomen (afgebelde) passeerafspraak. Dit geldt te meer nu ter zitting vast is komen te staan dat het betreffende agenda-item voor het laatst op 16 oktober 2019 is gewijzigd. De (gewijzigde) testamenten van klaagster en erflater konden dus feitelijk binnen zes weken na 9 september 2019, en hiermee binnen een redelijke termijn, worden ondertekend. Dat dit niet is gebeurd valt de notaris niet tuchtrechtelijk te verwijten.

4.3.4 Het verwijt van klager dat de notaris vervolgens in de periode van 16 oktober 2019 tot 13 januari 2020 niet heeft doorgepakt en er niet zelf voor heeft gezorgd dat de gewijzigde testamenten zo snel mogelijk zouden worden verleden, treft evenmin doel.

4.3.5 De kamer stelt voorop dat er in zijn algemeenheid geen verplichting rust op de notaris om zijn cliënten, na het afzeggen van een passeerafspraak, aan te sporen een nieuwe (passeer-)afspraak te maken. Dit kan anders zijn als dat tussen de betreffende partijen is afgesproken of als er redenen zijn om aan te nemen dat sprake is van urgentie. Niet gebleken is dat de notaris in dit geval aanleiding had of had moeten hebben om ‘er korter op te zitten’. Weliswaar was erflater (ernstig) ziek en ging zijn gezondheid hard achteruit, maar dat de notaris hiervan ook op de hoogte was is niet vast komen te staan. Evenmin staat vast dat tussen de notaris, klaagster en erflater is afgesproken dat de notaris zijn cliënten zou bellen voor het maken van een nieuwe afspraak. Klager heeft weliswaar gewezen op het voornoemde agenda-item van 16 oktober 2019 waarin de voor tweeërlei uitleg vatbare tekst staat: ‘bellen voor nieuwe afspraak’, maar dit kan hem niet baten. De notaris heeft aangegeven dat hiermee wordt bedoeld dat cliënten zelf zullen bellen voor het maken van een nieuwe afspraak. Het kantoorbeleid is immers, zo stelt de notaris, dat er normaliter direct een nieuwe afspraak wordt ingepland, tenzij de cliënt aangeeft zelf een nieuwe afspraak te zullen maken. Nu klager hier verder niets tegenin heeft gebracht, wordt uitgegaan van de juistheid van deze stellingen van de notaris.

4.3.6 Gelet op het voorgaande is de kamer van oordeel dat de notaris voldoende voortvarend heeft gehandeld bij het wijzigen en passeren van de testamenten van klaagster en erflater. Ook vanaf 16 oktober 2019 tot het daadwerkelijk passeren van het testament van klaagster op 13 januari 2020 is er niet onredelijk veel tijd verstreken. Dat het testament van erflater uiteindelijk niet is gewijzigd is dan ook niet tuchtrechtelijk aan de notaris te verwijten.

4.3.7 De klacht van klager wordt daarom ongegrond verklaard.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

  • verklaart de klacht van klaagster niet-ontvankelijk;
  • verklaart de klacht van klager ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, V. Oostra en

M.R.H. Goossens, leden, en in tegenwoordigheid van mr. L.E. de Jong, secretaris,

door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2024.

De secretaris De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.