Zoekresultaten 3461-3480 van de 3615 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/721273 / DW RK 22/305 MdV/SM

    Gegrond. Maatregel: Afzien van maatregel. Klager heeft terecht gesteld dat zijn adressen niet in de exploten vermeld hadden mogen worden. De gerechtsdeurwaarder direct heeft ingegrepen om te voorkomen dat de stukken en daarmee de adresgegevens van klager in handen kwamen van de wederpartij.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5494

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is onder behandeling geweest bij de fysiotherapeut. In die periode was er – ook buiten de behandelmomenten om – contact tussen beiden. Zij hadden ook meerdere malen seksueel contact. Klaagster verwijt de fysiotherapeut onder meer dat hij geen professionele houding heeft aangenomen en misbruik heeft gemaakt van haar gevoelens. De fysiotherapeut erkent dat hij in strijd met de voor hem als fysiotherapeut geldende normen heeft gehandeld. Hij verzoekt bij het opleggen van een maatregel rekening te houden met de inmiddels door hem gezette stappen en de door hem ondervonden gevolgen. De klacht wordt gegrond verklaard. Maatregel: schorsing van 12 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk en drie maanden onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:220 Raad van Discipline Amsterdam 23-438/A/A

    Raadsbeslissing; Verweerster heeft zich naar het oordeel van de raad voldoende vergewist of de aan haar verstrekte opdracht door een bevoegde vertegenwoordiger van de VvE is gedaan. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:97 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707361 / DW RK 21/420 MdV/SM

    Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder onder meer dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte vakantiegeld heeft ingehouden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:221 Raad van Discipline Amsterdam 23-543/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Het is de raad niet gebleken dat tussen klaagster en de cliënt van verweerster voordat er vonnis was gewezen een vaststellingsovereenkomst tot stand was gekomen. Verweerster heeft dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het vonnis aan klaagster te laten betekenen en ten uitvoer te leggen. Verweerster heeft als partijdige belangenbehartiger gehandeld in het belang van haar cliënt en is daarmee binnen de grenzen gebleven van de ruime mate van vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij geniet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1827

    Klacht tegen oncologisch chirurg. Klaagster is eind november 2012 geopereerd door de oncologisch chirurg en een plastisch chirurg (ook aangeklaagd: C2023/1828). Deze operatie bestond uit een ablatio mammae (door de oncologisch chirurg) aan beide zijden en een directe reconstructie van de borst (door de plastisch chirurg) door middel van borstimplantaten. De operatie is ongecompliceerd verlopen. Begin december 2012 heeft klaagster contact opgenomen met de SEH vanwege een zwart rondje rondom de tepel. Na diverse ingrepen is het implantaat verwijderd en is een tissue expander aangebracht. Twee dagen na deze operatie is een infectie ontstaan rondom de tissue expander en is deze onder narcose verwijderd. Klaagster verwijt de oncologisch chirurg dat zij niet aan klaagster heeft meegedeeld wie de hoofdbehandelaar was voor en na de operatie, zij geen (hoofd)verantwoordelijkheid heeft genomen en niet adequaat heeft gehandeld naar aanleiding van het consult half december 2012, waardoor besparing van de rechterborst wellicht nog mogelijk was geweest. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:222 Raad van Discipline Amsterdam 23-712/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafzaak. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht is om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn. Weliswaar heeft verweerder pas na het indienen van een klacht, gereageerd op het verzoek van klager om toezending van een afschrift van het proces-verbaal van verhoor, maar hiervoor heeft verweerder zijn verontschuldigingen aangeboden. Uit de reactie van het OM naar aanleiding van verweerders verzoek dat verweerder alsnog deed, volgt bovendien dat het OM nooit een kopie van het proces-verbaal zou toezenden nu de zaak bijna twee jaar geleden onvoorwaardelijk is geseponeerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1828

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster is eind november 2012 geopereerd door een oncologisch chirurg (ook aangeklaagd: C2023/1827) en de plastisch chirurg. Deze operatie bestond uit een ablatio mammae (door de oncologisch chirurg) aan beide zijden en een directe reconstructie van de borst (door de plastisch chirurg) door middel van borstimplantaten. De operatie is ongecompliceerd verlopen. Begin december 2012 heeft klaagster contact opgenomen met de SEH vanwege een zwart rondje rondom de tepel. Twee dagen daarna heeft klaagster de polikliniek van de collega chirurg bezocht. Zij heeft twee collega’s in consult gevraagd. In de namiddag die dag heeft de plastisch chirurg klaagster gezien. Hij achtte haar toestand niet acuut, in die zin dat een opname was geïndiceerd en antibiotica voor. De plastisch chirurg heeft de dag erna onder lokale verdoving de necrose van de rechtertepel verwijderd. Na diverse vervolgingrepen is ook het implantaat verwijderd en is een tissue expander aangebracht. Twee dagen na deze operatie is een infectie ontstaan rondom de tissue expander en is deze onder narcose verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij niet aan klaagster heeft meegedeeld wie de hoofdbehandelaar was voor en na de operatie eind november 2012, dat hij de operatie eind november 2012 niet naar behoren heeft uitgevoerd en dat hij geen (hoofd)verantwoordelijkheid heeft genomen en klaagster niet naar behoren heeft behandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:223 Raad van Discipline Amsterdam 23-713/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Op grond van de stukken is het de voorzitter onvoldoende gebleken dat verweerder bij de behartiging van de belangen van de ex-echtgenoot de belangen van klaagster onnodig heeft geschaad, danwel onnodig escalerend heeft opgetreden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:216 Hof van Discipline 's Gravenhage 230135

    klacht tegen eigen advocaat. Klacht klaagster gaat in de kern om de vraag of verweerder als redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat klaagster heeft mogen adviseren een verzoekschrift tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter in te dienen, dan wel direct een (dagvaardings)procedure had moeten starten om de bestuurders van de voormalige vennootschap, klaagster werkgever, aansprakelijk te stellen en/of een kort geding had moeten starten teneinde een (voorschot) op loon dan wel schadevergoeding te krijgen. Het hof is van oordeel dat hoezeer de door verweerder gekozen processtrategie, naar uitsluitend juridische maatstaven gemeten, niet de juiste of meest optimale was, dit nog niet maakt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het gaat hier om een keuze die tot de professionele vrijheid van verweerder als advocaat behoort. Het door klaagster ingestelde beroep slaagt niet. Klacht derhalve ongegrond. Wel is het hof van oordeel dat verweerder klaagster schriftelijk had moeten informeren over het gegeven advies en de voorgestelde strategie. Door dit na te laten heeft verweerder tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. In zoverre is dit klachtonderdeel gegrond. Daarnaast heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door pas na herhaald verzoek van klaagster het proces-verbaal van de zitting op te vragen. Niet is gebleken dat het proces-verbaal op korte termijn moest worden verkregen of dat klaagster enig nadeel heeft ondervonden. Het stond verweerder bovendien vrij zich naar aanleiding van een e-mail van klaagster direct aan de zaak te onttrekken. Klaagster heeft geen nadeel van de onttrekking ondervonden. Hoger beroep verweerder slaagt op dit punt. Klacht ongegrond, Maatregel van waarschuwing en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:237 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-612/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft in de echtscheidingsprocedure het standpunt van haar cliënt naar voren gebracht. Niet gebleken is dat de standpunten ongeoorloofd zijn, onnodig grievend zijn of onevenredig nadeel aan klaagster of haar zoon hebben toegebracht. Voor een inhoudelijke discussie is in het tuchtrecht geen plaats.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:217 Hof van Discipline 's Gravenhage 220291

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klachten ongegrond. Klager heeft geen rechtens te respecteren belang bij het indienen van zijn klacht tegen verweerder nu ook zijn eigen advocaat dezelfde visie deelde als verweerder over de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Verweerder heeft belangen van zijn cliënte willen behartigen. Gelet op art. 10a Advw kan deze vrijheid niet ten gunste van een klager worden beknot. Van een nodeloos of op ontoelaatbare wijze schaden van de belangen van klager door verweerder is het hof niet gebleken. Omvang HB. Klager niet-ontvankelijk voor zover hij meent dat verweerder een proceskostenveroordeling zou moeten betalen om de kosten van de belastingbetaler te dekken omdat de fouten van verweerder het rechtssysteem hebben belast, nu klager geen belanghebbende is. Klager kan enkel opkomen tegen handelen of nalaten van verweerder waardoor klager rechtstreeks in zijn eigen belang is geraakt. Daarnaast is klager, gelet op art. 56 lid 1 aanhef onder sub a. Advw niet-ontvankelijk voor zover zijn beroep gericht is tegen de opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:238 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-672/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Gelet op de voorgeschiedenis en context acht de voorzitter de gewraakte e-mail niet onbetamelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:239 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-683/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over belangenverstrengeling kennelijk ongegrond. Klager is geen (oud) cliënt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:240 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-688/DH/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:215 Hof van Discipline 's Gravenhage 230070

    Klacht over eigen advocaat. bekrachtiging beslissing raad. Verweerster heeft de klacht gemotiveerd betwist. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerster (onder andere) te laat heeft gehandeld, incidenteel hoger beroep heeft ingesteld zonder voorafgaand overleg met klager en onvoldoende bereikbaar was voor klager. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-374/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Anders dan klager betoogt, heeft verweerster verweer gevoerd tegen de gevorderde dwangsommen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:218 Raad van Discipline Amsterdam 23-689/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:255 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5631

    Gegronde klacht tegen een openbaar apotheker. Klager (cosmetisch arts) heeft voor zichzelf een handgeschreven recept uitgeschreven voor een antibioticum. De apotheker heeft geweigerd de medicatie af te leveren omdat het recept handgeschreven was. Volgens klager heeft de apotheker op oneigenlijke gronden geweigerd de medicatie af te leveren waardoor hij is blootgesteld aan een onaanvaardbaar medisch risico. Het college is van oordeel dat de apotheker goede gronden had om terughoudend te zijn bij het uitgeven van de medicatie aan klager. Bij een handgeschreven recept is namelijk niet meteen duidelijk of een zorgvuldige risicoanalyse heeft plaatsgevonden. Verder heeft de apotheker onweersproken toegelicht dat hij in het systeem kon zien dat klager regelmatig voor zichzelf handgeschreven recepten uitschrijft, terwijl artsen wordt aangeraden terughoudend te zijn met het voorschrijven van geneesmiddelen voor eigen gebruik. De apotheker heeft ook onweersproken toegelicht dat de kuurlengte ongebruikelijk lang was. Volgens het college getuigt het dan ook van zorgvuldigheid dat de apotheker de medicatie in deze omstandigheden niet zonder meer heeft afgeleverd. Het lag evenwel op de weg van de apotheker om het gesprek aan te gaan met klager. Om duidelijk te krijgen of één van de uitzonderingssituaties van artikel 4 van de KNMG-richtlijn elektronisch voorschrijven zich voordeed. Tot dit inhoudelijke gesprek is het niet gekomen. Het college kan niet vaststellen wie daarvan een verwijt valt te maken. Dit laat onverlet dat de apotheker klager in dit geval had moeten helpen en het afleveren van de medicatie niet had mogen weigeren. In het bijzonder omdat het een antibioticum betrof. In het algemeen geldt immers dat zo snel mogelijk met een antibioticakuur moet worden gestart. De apotheker had er bovendien voor kunnen kiezen voorlopig een kleinere hoeveelheid mee te geven. Gelet op het voorgaande acht het college een waarschuwing een passende maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:215 Raad van Discipline Amsterdam 23-175/A/A

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Het gedrag van verweerder heeft niet voldaan aan de professionele standaard, inhoudende dat een advocaat dient te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Verweerder heeft niet alleen nagelaten klaagster schriftelijk te waarschuwen dat de vaste prijsafspraak niet meer gold en hij per uur zou gaan declareren, maar bovendien verzuimd om vervolgens periodiek en deugdelijk gespecificeerde declaraties te versturen. Door dit na te laten heeft verweerder wegens strijd met gedragsregels 16 lid 1 en 2 en 17 lid 2 en 4 tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Mede gelet op verweerders blanco tuchtrechtelijk verleden acht de raad een waarschuwing in dit geval passend en geboden.