Zoekresultaten 311-320 van de 707 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:64 Hof van Discipline 's Gravenhage 240247

    Klager verwijt zijn advocaat dat hij bij de klachtenfunctionaris in strijd met de waarheid heeft verklaard dat ze samen tot de conclusie waren gekomen dat klager geen recht had op gefinancierde rechtsbijstand. Ook verwijt hij verweerder dat hij klager een fout advies heeft gegeven, hij zonder klagers toestemming heeft gecommuniceerd met het Klachteninstituut financiële dienstverlening en klager geen kopie heeft gestuurd van de gevoerde correspondentie. De raad van discipline heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7411

    Ongegronde klacht tegen een arts. De arts is werkzaam als arbo-arts en werkt onder supervisie van een bedrijfsarts. Geen sprake van bewust vertragen of ontzeggen van de aanvraag om een second opinion door klaagster. De arbo-arts heeft gehandeld overeenkomstig de supervisievereisten. Klaagster is wel (te) laat geïnformeerd over de supervisieconstructie, dit wordt door de arbo-arts erkend en gezien als verbeterpunt. Dit handelen had beter gekund, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 240359

    Verzoek opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet. Ten tijde van dit hoger beroep is op het dekenbezwaar als bedoeld in artikel 60ab lid 5 Advocatenwet echter onherroepelijk beslist, waarbij aan verzoeker een schorsing is opgelegd. Uit artikel 60ae Advocatenwet volgt dan dat de 60ab-schorsing van rechtswege is komen te vervallen. Gelet daarop heeft verzoeker geen rechtens te respecteren belang meer bij het onderhavige hoger beroep en wordt hij daarin niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-711/DB/ZWB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:28 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761173 / DW RK 24/432 EdV/WdJ

    Beslissing op verzet. Geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2571

    Klacht tegen een internist. Klager is vanaf april 2018 behandeld in verband met een primaire cerebrale angiitis (ook wel vasculitis). De internist heeft klager aanvankelijk Prednison en Endoxan voorgeschreven. In november 2018 heeft de internist in plaats van Endoxan, azathioprine voorgeschreven. Vanaf april 2020 is de internist begonnen de toen nog resterende medicatie azathioprine en prednison af te bouwen. Klager meent dat verweerder de medicatie ten onrechte heeft afgebouwd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:57 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2469

    Klacht tegen een internist werkzaam om de afdeling klinische geriatrie van een ziekenhuis. De vader van klaagster werd in maart 2019 naar de spoedeisende hulp (SEH) gebracht met een delier bij een longontsteking. De volgende dag werd hij opgenomen op de afdeling klinische geriatrie. Verweerder was de hoofdbehandelaar van de vader van klaagster. Bijna twee maanden later is de vader in het ziekenhuis overleden. De moeder van klaagster is in december 2021 overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar vader geen goede medische zorg heeft verleend, onzorgvuldig is geweest in zijn communicatie naar de vader en naar klaagster toe, dat er onterecht een wilsbekwaamheidsbeoordeling heeft plaatsgehad en dat hij klaagster onterecht niet als eerste contactpersoon heeft aangemerkt en/of benaderd. Voorts verwijt klaagster verweerder dat hij onterecht een beroep heeft gedaan op het medisch beroepsgeheim en niet zijn verantwoordelijkheid heeft genomen als beheerder van het medisch dossier van de vader. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in vijf van de zes klachtonderdelen omdat het Regionaal Tuchtcollege van oordeel is dat klaagster niet de wil van (wijlen) haar vader vertegenwoordigt. Het klachtonderdeel over de communicatie met klaagster verklaart het Regionaal Tuchtcollege ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:58 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-788/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet gebleken dat verweerder nodeloos omvangrijke processtukken heeft ingediend. Evenmin is gebleken dat verweerder onterechte beschuldigingen aan het adres van klaagster heeft geuit, met modder heeft gegooid of klaagster heeft zwart gemaakt. Verweerder is met de inhoud van de door hem ingediende processtukken gebleven binnen de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid. Voor zover klaagster het met de in de processtukken opgenomen of ter zitting geponeerde stellingen niet eens was, is zij in de gerechtelijke procedure in de gelegenheid geweest om die stellingen te betwisten. Voor het ernstige verwijt, dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan smaad, heeft de raad in de overgelegde stukken tot slot geen enkel aanknopingspunt gevonden. Gedragsregel 5 behelst geen absolute verplichting tot het treffen van een minnelijke regeling; het gaat erom dat een advocaat zich voldoende inzet om tussen partijen tot een oplossing te komen. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder zich op dit punt onvoldoende heeft ingezet. Op basis van de overgelegde stukken heeft de raad niet kunnen vaststellen dat verweerder structureel de rechter heeft aangeschreven en daarbij zijn beklag over klaagster heeft gedaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:29 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745136 / DW RK 24/35 EdV/WdJ

    Klacht met betrekking tot het niet reageren op een e-mail gegrond. Klacht voor het overige ongegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2410

    Klacht tegen een mdl-arts. Klager is in de periode september 2017-voorjaar 2019 in behandeling geweest bij een AIOS vanwege een chronische huidaandoening met ontstekingen in de perianale regio. Klager was niet tevreden over deze behandeling. De mdl-arts was van september 2017 tot eind april 2018 de supervisor van de AIOS. Klager verwijt de mdl-arts dat hij onzorgvuldig is omgegaan met zijn belangen als patiënt, door geen of onvoldoende supervisie te geven aan de AIOS. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.