Zoekresultaten 31-40 van de 2233 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:70 Raad van Discipline Amsterdam 24-848/A/NH
- Datum publicatie: 18-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:70
Raadsbeslissing; Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager rauwelijks te dagvaarden. Een waarschuwing met kostenveroordeling is passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:71 Raad van Discipline Amsterdam 24-868/A/NH
- Datum publicatie: 18-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:71
Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over het handelen van de advocaat wederpartij in een conflict tussen buren. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich in haar processtukken onnodig grievend over klagers uit te laten (gedragsregel 7) en door zonder toestemming een schikkingsvoorstel van de advocaat van klager in het geding te brengen (gedragsregel 27). Rekening houdend met enerzijds de aard en ernst van de verwijten en anderzijds het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerster is de maatregel van een waarschuwing met kostenveroordeling passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:72 Raad van Discipline Amsterdam 24-780/A/A
- Datum publicatie: 18-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:72
Raadsbeslissing; gegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafzaak waarbij verweerster klaagster als slachtoffer van een misdrijf bijstond. Verweerster heeft de belangen van klaagster niet behartigd met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Met name op het gebied van communicatie is verweerster ernstig tekortgeschoten. Nu verweerster evenwel een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft en heeft erkend dat zij in haar dienstverlening aan klaagster steken heeft laten vallen en hiervoor haar verontschuldigingen heeft aangeboden, acht de raad de maatregel van waarschuwing in dit geval passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-879/AL/MN
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:105
Raadsbeslissing. Verweerster (advocaat van klaagsters wederpartij) heeft een e-mail gestuurd naar het algemene e-mailadres (het info-adres) van de werkgever van klaagster. Dat e-mailadres was genoemd in een door klaagster overgelegde brief van de heer G. De raad is van oordeel dat het verweerster vrij stond onderzoek te doen naar de authenticiteit van de door klaagster overgelegde brief. Het stond verweerster ook vrij om dat op deze wijze te doen. Zij kon zo snel geen direct e-mailadres vinden van de heer G en heeft in haar e-mail aan het algemene adres duidelijk vermeld dat haar bericht was gericht aan G. Verweerster heeft klaagsters belangen niet onnodig of onevenredig geschonden zonder redelijk doel. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-925/AL/GLD
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:106
Raadsbeslissing. Verweerder is tekortgeschoten in de behartiging van klagers belangen in een procedure bij de Commissie van Beroep van KiFiD. Verweerder heeft meermaals (fatale) termijnen laten verlopen, waarop hem is bericht dat de zaak niet verder zou worden behandeld. Daarop is hem toch een laatste mogelijkheid gegeven om alsnog te reageren. Die reactie was onvoldoende gemotiveerd, waarop de zaak alsnog buiten behandeling is gesteld. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde deskundigheid. Overige klachten ongegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-948/AL/GLD
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:107
Raadsbeslissing. Verweerster heeft klagers belangen onvoldoende behartigd in de aanloop naar een belangrijk getuigenverhoor. Zij heeft al voor de uiterlijke datum aan de rechtbank bericht dat klager voor haar onbereikbaar was en dat zij daarom geen namen kon opgeven, met als gevolg dat het getuigenverhoor geannuleerd werd en klager bij vonnis in het ongelijk werd gesteld. Verweerster had veel meer kunnen en moeten doen om het getuigenverhoor doorgang te laten vinden. Zij heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde deskundigheid. Hoewel schending van een kernwaarde in beginsel oplegging van een berisping betekent, ziet de raad in de gegeven omstandigheden aanleiding om te volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:108 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-037/AL/NN
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:108
Verweerder heeft zich niet gesteld in een door de ex partner van klager ingestelde vordering tot verdeling van de gezamenlijke woning. Nadat de vordering van de vrouw was toegewezen heeft verweerder tijdig verzet ingesteld, maar hij heeft verzuimd het verzet in te schrijven in het rechtsmiddelenregister. Klager is vervolgens in het verzet niet ontvankelijk verklaard. Als gevolg van een en ander heeft klager zijn woning moeten (terug)verkopen aan de woningbouwvereniging. Hij huurt deze woning nog steeds, maar tegen hogere kosten dan zijn eerdere de hypotheeklasten. Naar het oordeel van de raad getuigt het geheel van feiten van een gebrek aan deskundigheid die een advocaat niet betaamt. De overtreding raakt aan de kernwaarde deskundigheid. Berisping
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:103 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-748/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:103
Klacht over advocaat van de wederpartij. Klager verwijt verweerster dat zij in de procedures feiten heeft geponeerd waarvan zij wist of redelijkerwijs moest weten dat deze niet juist waren. De raad overweegt hierover dat op grond van de stukken in het klachtdossier niet ten aanzien van alle door klager genoemde uitlatingen is vast komen te staan dat verweerster deze heeft gedaan. Ten aanzien van de informatie - over het aantal werkdagen van haar cliënte en over de persoon en het handelen van klager - waarvan wel is gebleken dat verweerster deze in de procedures naar voren heeft gebracht, is de raad van oordeel dat verweerster daarmee de haar toekomende vrijheid niet te buiten is gegaan. Verweerster mocht zonder nader onderzoek afgaan op deze feitelijke informatie die zij van haar cliënte had ontvangen. Daarbij neemt de raad in aanmerking dat de stelling van klager dat de aangifte van de cliënte van verweerster ‘valselijk is bevonden en de cliënte van verweerster daarvoor is veroordeeld’ door verweerster wordt betwist en niet door klager is onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:104 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-751/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:104
Raadsbeslissing. De raad verklaart de klacht niet-ontvankelijk omdat deze te laat is ingediend.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-792/AL/GLD/D
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:97
Dekenbezwaar: Verweerder heeft in strijd met de in de Voda genoemde administratieplicht gehandeld en in strijd met gedragsregel 29 niet meegewerkt aan een onderzoek van de deken door gedurende meerdere jaren geen opgave te doen van de financiële kengetallen van zijn kantoor en in de jaren 2023 en 2024 de CCV-kantooropgave niet in te vullen. Verweerder heeft weliswaar een aantal (persoonlijke) omstandigheden naar voren gebracht die zijn nalaten kunnen verklaren, maar die omstandigheden leveren geen (verschoonbaar) excuus op om gedurende meerdere jaren de deken op deze wijze in zijn toezichthoudende taak te frustreren. De raad rekent verweerder dat aan. In het voordeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat de deken op de zitting van de raad heeft verklaard dat verweerder het grootste deel van de gevraagde stukken alsnog aan de deken heeft overgelegd en verweerder heeft verklaard dat hij ook die nog ontbrekende stukken kort na de zitting aan de deken zal sturen. Gelet op de ernst van het handelen en de overige feiten en omstandigheden, is de raad van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes weken passend is. Omdat de deken op de zitting heeft verklaard dat verweerder de kantooropgaven van de jaren 2023 en 2024 nog niet heeft ontvangen, zal de raad als bijzondere voorwaarde stellen dat verweerder – voor zover hij dat nog niet heeft gedaan - alle (in dit dekenbezwaar genoemde) door de deken gevraagde informatie binnen vier weken na het onherroepelijk van deze beslissing aan de deken dient te verstrekken.