Zoekresultaten 31-40 van de 45053 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7228

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft in totaal 24 kronen bij klager geplaatst. De klacht bestaat uit zes klachtonderdelen, waarvan er twee betrekking op de op de tandheelkundige behandelingen van klager en/of de daarvoor in rekening gebrachte bedragen. Klager is in vier klachtonderdelen niet-ontvankelijk, omdat deze onvoldoende verband houden met het belang van de individuele gezondheidszorg. De overige twee klachtonderdelen zijn (gedeeltelijk) gegrond. De tandarts heeft klager ten onrechte extra kosten in rekening gebracht. Daarnaast heeft de tandarts een niet verwaarloosbaar aantal röntgenfoto’s zonder noodzaak gemaakt. Het college legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7724

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. Verweerster was destijds als arts-assistent op de SEH betrokken bij de opname en behandeling van klaagster. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat verweerster adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. Zij heeft op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen (na overleg met haar supervisor) het juiste beleid ingezet. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7744

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De internist was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Interne. Klaagster maakt de internist verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de internist adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen het met de internist afgestemde beleid juist was. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7745

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De neuroloog was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Neurologie. Klaagster maakt de neuroloog verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de neuroloog adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat zij in redelijkheid tot de werkdiagnose migraine met aura kon komen. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7657

    Ongegronde klacht tegen een arts (ANIOS). De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de arts zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Gelet op zijn positie als ANIOS binnen het ziekenhuis, waarbij hij zijn handelen heeft afgestemd met zijn supervisor, valt deze tekortkoming hem echter niet persoonlijk tuchtrechtelijk aan te rekenen. De klacht is daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7746

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De arts was als arts-assistent van de afdeling Interne betrokken bij de behandeling van klaagster. Klaagster maakt de arts verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de arts adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7659

    Ongegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis, waar zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college stelt vast dat de internist geen bemoeienis heeft gehad bij het ontslaggesprek en evenmin bij het voorschrijven van de medicatie en de informatie daarover aan de thuiszorg en de huisarts. De klacht is dan ook (in alle onderdelen) ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:110 Hof van Discipline 's Gravenhage 240377

    Gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft in een incassozaak niets voor zijn cliënte gedaan, is toezeggingen niet nagekomen en heeft de cliënte ten onrechte in de waan gelaten dat er een procedure zou lopen. Dit is niet de eerste keer en het hof heeft verweerder eerder nog een kans gegeven orde op zaken te stellen. Bekrachtiging beslissing raad. Schrapping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:101 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-695/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:111 Hof van Discipline 's Gravenhage 240372

    SamenvattingKlaagster verwijt de advocaat van de wederpartij onjuiste en onnodig grievende uitlatingen en onterechte beschuldigingen te hebben gedaan. De raad heeft klaagster ten onrechte op grond van het ne bis in idem-beginsel en de eis dat de klachten geconcentreerd hadden moeten worden ingediend deels niet-ontvankelijk verklaard. De beginselen van een goede procesorde staan in de onderhavige situatie niet aan een inhoudelijke beoordeling van de (tweede) klacht in de weg. Wel is sprake van niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding voor het betreffende deel van de klacht. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad (deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond).