Zoekresultaten 1-10 van de 45047 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2025/01

    Vermelding in conceptakte van privéadres van gevolmachtigde, die namens een bewindvoerder is opgetreden bij de levering van een woning aan de rechthebbende. Gevoel van veiligheid gevolmachtigde aangetast. Strijd met AVG? Art. 40 lid 2 sub c Wna. Klacht ongegrond. Als een vertegenwoordiger (bijvoorbeeld een bewindvoerder) die een kantoor houdt of werkzaam is op een kantoor ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor betreffen of als sprake is van een geheim adres, verdient het aanbeveling om na te gaan welke adresgegevens van de vertegenwoordiger in de akte kunnen worden vermeld.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/31

    Notaris heeft twee notariële akten gepasseerd met verklaringen die een persoon (die in verband werd gebracht met complottheorieën) onder ede bij haar heeft afgelegd over de gang van zaken bij een bewijsbeslag. In die verklaringen worden een gerechtsdeurwaarder en zijn assistent beschuldigd van (betrokkenheid bij) een levensdelict door tijdens de beslaglegging de remmen van een auto te saboteren. Had de notaris haar dienst moeten weigeren? Gelet op de waarde die aan zo’n beëdigde verklaring wordt gehecht, mag van een notaris worden verwacht dat deze bedacht is op een mogelijk ongeoorloofd doel dat daarmee wordt nagestreefd en beoordeelt welke gevolgen de verklaring kan teweegbrengen. De kamer oordeelt dat er in de gegeven omstandigheden voldoende aanleiding was voor gerede twijfel aan de goede bedoelingen van deze persoon en dat de notaris reeds daarom haar dienst had moeten weigeren of zich eerst door nader onderzoek had moeten overtuigen dat geen misbruik zou worden gemaakt van deze beëdigde verklaringen dan wel dat deze niet tot ongewenste gevolgen zou leiden. De notaris heeft de akte(n) zelf verstrekt aan advocaten van het multidisciplinaire samenwerkingsverband waar zij deel van uitmaakt, zodat zij er rekening mee moest houden dat de advocaten deze zouden (kunnen) gebruiken als bewijs van de daarin verwoorde ernstige beschuldigingen om het standpunt van hun cliënt(en) te onderbouwen. Klacht gegrond. Berisping en geldboete van € 5.000,00 met proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:162 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-284/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:16 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/25

    Paard. Dierenarts wordt verweten dat zij onzorgvuldig en nalatig heeft gehandeld toen haar hulp als spoedarts tijdens een avonddienst werd ingeroepen vanwege een vermoedelijke koliekaanval bij het paard van klaagsters. Het college is, het geheel in retrospectief overziend, van oordeel dat het veterinair handelen van beklaagde en de keuzes die zij heeft gemaakt verdedigbaar zijn geweest en dat zij binnen de grenzen van de redelijk bekwame beroepsuitoefening heeft gehandeld. [ongegrond]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/43

    Hond. Met betrekking tot de behandeling van de hond van klaagster zijn tegen beklaagde vier klachten aangevoerd, te weten dat:1. de tijdens de eerste operatie door beklaagde afgenomen biopten niet voor onderzoek zijn ingestuurd althans bewaard, maar zijn weggegooid;2. beklaagde de hond zelf is blijven behandelen zonder dat hij een diagnose kon stellen, in plaats van de hond door te verwijzen naar een gespecialiseerde kliniek of collegiaal advies in te winnen;4. er een tweede operatie is uitgevoerd zonder dat er een diagnose was en derhalve ook niet duidelijk was of die operatie zinvol zou zijn; en7. dat de uiteindelijk door een tweedelijnskliniek gestelde diagnose door beklaagde onvoldoende serieus is genomen. [ gegrond; waarschuwing ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:10 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/12

    Hond. Beklaagde wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij met betrekking tot de hond van klager, die naar achteraf is vastgesteld meest waarschijnlijk necrotiserende fasciitis had, in zijn onderzoek, diagnosestelling en behandeling is tekortgeschoten en de hond niet tijdig heeft verwezen naar een tweedelijnskliniek. [ongegrond ]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-285/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:5 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/19

    Hond. Beklaagde wordt, naar de kern genomen, verweten dat hij de hond van klaagster, die tijdens haar loopsheid bloed verloor en doodziek was, niet op een adequate en voortvarende wijze heeft behandeld, nu er sprake kon zijn van een baarmoederontsteking. [ ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:11 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/80 2023/8

    Kat. Paraveterinair wordt verweten dat hij de zorgen van klaagster over haar kat, in het bijzonder over het niet terugbellen over een spoedecho, niet serieus heeft genomen. Dierenarts wordt verweten dat zij haar verantwoordelijkheid om te zorgen dat de dierenartsenpraktijk werd bezet door het juiste personeel onvoldoende heeft genomen en dat zij de zorgen van klaagster over haar kat niet serieus heeft genomen. [Gegrond met waarschuwing 2022/80] [Ongegrond 2023/8]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:164 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-286/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klaagster klaagt voor de derde maal over dezelfde feiten en gedragingen. Deze klacht wordt, net als de tweede klacht, kennelijk niet ontvankelijk verklaard wegens ne bis in idem. De voorzitter neemt ook een misbruikbepaling op in de beslissing.