Zoekresultaten 42541-42550 van de 45098 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0911 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3364/09.196

    In het kader van een tuchtrechtprocedure vindt in beginsel geen inhoudelijke beoordeling plaats van de door de advocaat verrichte werkzaamheden. Dit is slechts anders indien uit het onderzoek aanstonds blijkt dat de advocaat tekort is geschoten. Een dergelijke uitzondering doet zich hier voor. Klacht gegrond. Toepassing artikel 48 lid 7 Advocatenwet. Berisping

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0899 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3395/10.25

    De advocaat van de wederpartij beticht klaagster in de stukken van fraude. De advocaat baseerde dit onder meer op een getuigenverklaring en is gebleven binnen de hem toekomende vrijheid. Het aanhouden van een procedure in afwachting van voorlopige getuigenverhoren is niet onzorgvuldig. Een e-mail aan de dochter van klaagster in verband met het optreden van de dochter als getuige in de procedure tegen klaagster kan als intimiderend worden opgevat daar de advocaat haar een aansprakelijkstelling in het vooruitzicht stelde en bepaalde uitlatingen over een "limited" doet waarin de dochter een functie had gehad. Klacht gedeeltelijk gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0905 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3269/09.101

    Ambtshalve klacht deken. Schending gedragsregel 37. Klachten gegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0893 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3389/10.19

    Verwijt dat de advocaat bij de verdediging van klager in een strafzaak in raadkamer niet heeft gewezen op de werking van artikel 67a lid 3 Sv. en niet heeft aangevoerd dat een medische verklaring in het dossier ontbrak. De belangenbehartiging is niet ontoereikend geweest. De advocaat heeft uitdrukkelijk gewezen op het artikel en in het dossier was informatie over het toegebrachte letsel voor handen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0880 Raad van Discipline Amsterdam 10-196A

    Het betreft een verzoek op grond van artikel 60c lid 1 Advocatenwet. Nadat verweerster een half jaar geschorst is geweest en weer als advocaat aan de slag ging, is zij vier keer van kantooradres veranderd. Zij reageerde niet op brieven van de deken en mede-advocaten gaven aan haar niet te kunnen bereiken op het laatst opgegeven kantooradres. Verweerster heeft mededeling gedaan van haar vertrek naar Suriname medio 2008. De deken acht een onderzoek naar de praktijk van verweerster noodzakelijk en verzoekt de voorzitter van de raad daartoe een rapporteur te benoemen. Het verzoek wordt toegewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0887 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3365/09.197

    Advocaat stelt zich terecht op het standpunt dat de client de nodige informatie moet aanleveren op basis waarvan de advocaat naar behoren kan adviseren. Niet is komen vast te staan of klager een bepaald besluit van de gemeente aan de advocaat beschikbaar heeft gesteld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0912 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3342/09.174

    Intrekking hoger beroep door verweerder. Instemming klager daarmee niet vast komen te staan. Schending gedragsregel 8. Toepassing artikel 48 lid 7 Advocatenwet. Berisping

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0906 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3283/09.115

    Nu vast staat dat klaagster niets meer aan verweerder verschuldigd is, bestaat er geen grond voor een beroep op het retentierecht. Klachtonderdeel gegrond. Voor het overige terugverwijzing naar de deken wegens ontoereikend onderzoek

  • ECLI:NL:TVVTPVV:2010:YE0008 Tuchtgerecht Productschap Vee en Vlees Zoetermeer TPVV0410

    Door statuswijziging varkenshouderij van A- naar B-status ontstaat een afvoerprobleem: in totaal vinden 18 ongeoorloofde afvoeren van varkens plaats. Geldboete.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2010:YC0600 Kamer van toezicht Dordrecht 04/10

    Afwikkeling nalatenschap. Erfgenamen maken bezwaar tegen kosten die door klager in rekening zijn gebracht aan erflaatster. Klager stelt dat de notaris zijn factuur hoe dan ook had moeten betalen, aangezien erflaatster zelf opdracht had gegeven voor de werkzaamheden. Tevens stelt klager dat de notaris zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Geoordeeld wordt dat de kritische houding van de notaris ten aanzien van onder meer de factuur van klager, gelet op zijn bevindingen, passend was en dat het hem niet zonder meer vrij stond de factuur te betalen. Ook de klacht ten aanzien van schending van de geheimhouding faalt. De notaris heeft slechts een lijst ter inzage gelegd van de erfgenamen, de legatarissen en allen die zich als schuldeiser hebben gemeld, conform artikel 4:214 BW.