Zoekresultaten 38881-38890 van de 44805 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1592 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 239/2011
- Datum publicatie: 12-12-2011
- Datum uitspraak: 12-12-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1592
Raadkamerbeslissing. Klacht tegen tandarts, ingetrokken maar verweerder wenst voorzetting van de behandeling. Verweerder heeft niet gehandeld in zijn hoedanigheid van tandarts. Klaagster niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1593 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 044/2011
- Datum publicatie: 12-12-2011
- Datum uitspraak: 12-12-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1593
Raadkamerbeslissing. Klacht tegen psychiater. Klager, verblijvend in een TBS-instelling, beklaagt zich onder meer over het voorschrijven van risperidon bij een autisme- en persoonlijkheidsstoornis en overplaatsing na een door hem veroorzaakt incident. Klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1588 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2011.051
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 08-12-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1588
Klaagster verwijt de huisarts dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden door met de vader van de kinderen van klaagster niet alleen over de kinderen te praten maar ook over de medische situatie van klaagster. Klaagster stelt dat de huisarts het vertrouwen van klaagster misbruikt, de opinies van specialisten willens en wetens naast zich neer legt en vast heeft gehouden aan haar ongefundeerde en zeer afwijkende opinie. Het is aan het Regionaal Tuchcollege niet gebleken dat de huisarts haar beroepsgeheim heeft geschonden door met de ex-echtgenoot over de medische situatie van klaagster te spreken. Uit het dossier blijkt dat de huisarts terecht aan de ex-echtgenoot informatie omtrent de kinderen heeft verstrekt, nu deze na de echtscheiding het ouderlijk gezag had behouden. Dat zij informatie over klaagster zelf aan de ex-echtgenoot heeft verstrekt betwist de huisarts, en klaagster heeft dit niet kunnen aantonen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het hoger beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1589 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2011.085
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 08-12-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1589
Klaagster is woonachtig in de Bondsrepubliek Duistland en is niet als patiënt ingeschreven in de praktijk van de huisarts. Op enig moment heeft klaagster de praktijk van de huisarts bezocht met het verzoek om onderzoek naar een blaasontsteking. Er waren geen aanwijzingen voor een spoedeisende situatie en de huisarts heeft klaagster gevraagd vooraf contant het passantentarief te betalen voordat hij haar zou behandelen. Klaagsters klacht houdt in dat de huisarts heeft geweigerd klaagster te behandelen en dat hij dat niet had mogen weigeren. Het RTG wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0731 Kamer van toezicht Amsterdam 476855/NT 10-34 B
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 01-11-2011
- ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0731
Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de notaris is afgeweken van de aan hem gegeven opdracht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0732 Kamer van toezicht Amsterdam 483961/NT 11-10 J
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 10-11-2011
- ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0732
Kandidaat-notaris heeft een fout gemaakt door in strijd met de opdracht een bedrag uit te keren in plaats van in depot te houden. Notaris is daarvoor verantwoordelijk. Nu de notaris heeft nagelaten om de gevolgen van de fout te herstellen, heeft hij niet gehandeld zoals van een redelijk handelend notaris mocht worden verwacht. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2240 Raad van Discipline Leeuwarden 50/11 91/11
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 25-11-2011
- ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2240
De deken heeft een drietal bezwaren tegen verweerder ter kennis van de raad gebracht. Alle bezwaren houden in dat verweerder tijdens zijn schorsing werkzaamheden heeft verricht die tot het werkgebied van een advocaat behoren. De raad heeft één bezwaar ongegrond verklaard omdat niet is komen vast te staan dat het verweerder was die in een telefonisch onderhoud met de secretaresse van de advocaat van een wederpartij vragen heeft beantwoord over een processtuk uit het dossier. Ten aanzien van de overige twee dekenbezwaren heeft de raad het volgende overwogen. Vast is komen te staan dat verweerder in de maand mei 2011 meermalen telefonisch contact heeft gehad met de advocaat van een wederpartij over een lopend dossier waarbij het geheel van de zaak, de achtergrond, de opzet en de noodzaak van een procedure aan de orde zijn geweest. Verweerder heeft de advocaat om toezending van stukken gevraagd en heeft hem een brief in het vooruitzicht gesteld. De raad heeft geoordeeld dat deze contacten niet anders kunnen worden gekwalificeerd dan als de werkzaamheden van een advocaat, waarmee verweerder in strijd met de hem opgelegde schorsing heeft gehandeld. Dat verweerder bij deze contacten, naar hij stelt, zou hebben geput uit zijn kennis van het dossier uit het verleden, maakt dat niet anders. Voorts is komen vast te staan dat verweerder in het kader van een hoger beroepprocedure waarin hij de belangen van een cliënte behartigde, na het ingaan van zijn schorsing een bespreking heeft gehad met die cliënte ter voorbereiding van het pleidooi dat in die zaak zou plaatsvinden. Verweerder heeft aantekeningen van dat gesprek gemaakt ten behoeve van de pleitnota en heeft gesteld dat hij zijn kantoorgenoot heeft geadviseerd over het opstellen daarvan. Ook heeft hij het arrest van het hof met de cliënte besproken, waarbij de mogelijkheid van het vragen van een cassatieadvies aan de orde is geweest. Verweerder heeft ontkend dat hij de pleitnota en de notitie ten behoeve van het vragen van cassatieadvies zelf heeft opgesteld, maar de raad acht die ontkenning niet geloofwaardig in het licht van de brieven van zijn kantoorgenoot aan de cliënte waarin deze onder meer heeft vermeld dat de afspraken die verweerder met de cliënte had gemaakt, niet inhielden dat van hem, de kantoorgenoot, "enige activiteit" werd verlangd. De raad heeft geoordeeld dat verweerder - ook in het geval hij de pleitnota en de notitie ten behoeve van de cassatie niet zelf heeft geschreven - aldus werkzaamheden heeft verricht die behoren tot het werkgebied van de advocaat. De raad heeft beide bezwaren gegrond verklaard en verweerder mede gezien de lange lijst met tuchtrechtelijke veroordelingen, waaronder de hem recentelijk opgelegde langdurige onvoorwaardelijk schorsing, de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0213 Accountantskamer Zwolle 11/952 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 09-12-2011
- ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0213
Elk jaar dat de accountant een jaarrekening voor zijn client samenstelt, rusten op hem (opnieuw) de verplichtingen voortvloeiende uit de NVCOS. Indien hij daarbij steeds weer dezelfde fout maakt, dan vangt de drie- en zesjarige verjaringstermijn na ommekomst c.q. bekendheid van/met elke fout voor die fout opnieuw aan. Voor zover al juist zou zijn dat de client in strijd met boek 2, titel 9 BW de opdracht heeft gegeven geen enkelvoudige jaarrekening op te stellen, dat had op de accountant de verplichting gelegen zijn client op diens wederrechtelijke gedrag te wijzen en hem te adviseren anders te handelen en dat schriftelijk vast te leggen. Op de accountant die de jaarrekening samenstelt ligt in bijzondere gevallen de verplichting om te beoordelen of een bepaalde handelsactiviteit van zijn client wel met BTW is belast. In casu mocht hij echter op een bij de client gehouden fiscaal onderzoek vertrouwen, waarbij geen opmerkingen waren gemaakt dat voor de betrokken handelsactiviteit ten onrechte BTW-plichtigheid was aangenomen
-
ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0214 Accountantskamer Zwolle 10/1982 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 09-12-2011
- ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0214
Betrokkene is als bestuurder van een vereniging van eigenaren opgetreden en kan voor de uitoefening daarvan tuchtrechtelijk aangesproken worden. Tegen bedreigingen van zelftoetsing en eigen belang zijn door betrokkene afdoende waarborgen genomen. Ten onrechte heeft betrokkene aangenomen dat op een coöperatieve vereniging geen verplichting rust een jaarrekening te publiceren. Art. 2:360, derde lid BW is niet op een coöperatie van toepassing
-
ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0215 Accountantskamer Zwolle 11/353 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-12-2011
- Datum uitspraak: 09-12-2011
- ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0215
Onzorgvuldig bindend advies
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3888
- Pagina: 3889
- Pagina: 3890
- ...
- Pagina: 4481
- Volgende pagina zoekresultaten