Zoekresultaten 21721-21730 van de 44756 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.294

    Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster is bekend met het aangeboren MRKH syndroom. Verweerster doet onderzoek naar dit syndroom en aan klaagster is per post een uitnodiging voor deelname aan het onderzoek toegezonden. Klaagster verwijt verweerster dat zij deze uitnodiging ongevraagd heeft ontvangen en heeft die als ongewenst, intimiderend en als een ongewenste inbreuk op haar privacy ervaren. Bovendien was de enveloppe waarin de uitnodiging zat, niet goed dichtgeplakt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/403P

    Klaagster verwijt verweerster onprofessioneel gedrag. Klaagster en haar ex-echtgenoot zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. De ex-echtgenoot van klaagster is bij verweerster onder behandeling. Verweerster heeft ten behoeve van de ex-echtgenoot een verklaring opgesteld die in de echtscheidingsprocedure is ingebracht. Ook heeft verweerster aan de ex-echtgenoot een geldbedrag geleend. Verweerster voert verweer. Deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:271 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-873/DH/RO

    voorzittersbeslissing; advocaat acht de vordering (smartengeld) van klager kansloos

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:34 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160312

    Beklag ex artikel 13 Aw. Klager verzoekt om aanwijzing van een advocaat om de procedure in hoger beroep, die is geëindigd met een schikking, te hervatten. Het beklag is ongegrond. Het verzoek van klager heeft betrekking op dezelfde kwestie als het verzoek dat is uitgemond in de beslissing van het hof van 19 juni 2015 (ne-bis-in-idem-beginsel). Bovendien dient de zaak als kansloos te worden aangemerkt.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-098b

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. Een arts(-assistent) heeft patiënte na een val gezien op de spoedpoli. De chirurg kan als supervisor niet worden aangerekend dat de arts hem niet heeft geraadpleegd. Van de gang van zaken kan hem geen verwijt worden gemaakt. Er zijn geen aanwijzingen dat de chirurg een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van de systeemfouten, die in de organisatie aan te wijzen waren. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:82 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.303

    Klacht tegen gynaecoloog. Verweerster was als supervisor aanwezig bij een door een arts-assistente verrichte sterilisatie. Enkele weken na de ingreep bleek klaagster zwanger. Klaagster verwijt verweerster dat zij haar taak als supervisor niet goed heeft uitgevoerd en dat zij klaagster onvoldoende over de ingreep heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.357

    Klacht tegen tandarts. Klager is gedurende vijf jaar patiënt geweest bij verweerder. In die periode zijn een groot aantal behandelingen uitgevoerd. Klager heeft advies over deze behandelingen ingewonnen bij ACTA waarna ACTA een rapport heeft opgesteld. Op basis van de bevindingen van een vervolgens ingeschakeld tandheelkundig consultancy bureau heeft klager 14 klachtonderdelen geformuleerd die door het Regionaal Tuchtcollege grotendeels gegrond zijn bevonden. Aan de tandarts wordt de maatregel van schorsing van inschrijving in het BIG register voor de duur van drie maanden opgelegd. Het beroep van klager richt zich op twee klachtonderdelen die door het college in eerste aanleg gegrond zijn verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt daarom dat klager niet in zijn beroep kan worden ontvangen. Ambtshalve is het Centraal Tuchtcollege gebleken dat de tandarts niet heeft voldaan aan de eisen van herregistratie in het BIG-register en dat hij derhalve met ingang van 6 januari 2017 niet langer in dat register staat ingeschreven.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:50 Raad van Discipline Amsterdam 16-948/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/489

    Verweerder heeft klager jarenlang behandeld als psychiater / psychotherapeut en ook medicatie aan klager voorgeschreven (o.a. antidepressiva). Klager verwijt verweerder dat de consulten uiteindelijk nog maar sporadisch plaatsvonden en dat ze op een gegeven moment zelfs geen contact meer hadden (afgezien van enkele telefonische gesprekjes), terwijl verweerder klager nog wel medicatie voorschreef. In 2011 ontving klager opeens geen recepten meer en hoorde hij niets meer van verweerder. Klager vind dat verweerder hem onverantwoord lang dezelfde medicatie heeft voorgeschreven en nauwelijks heeft geprobeerd klager met psychotherapie te behandelen. Uiteindelijk aan verweerder hem aan zijn lot overgelaten, aldus klager. Verweerder voert verweer. Deels gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-163a

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Geen onjuiste behandeling / achterwege blijven van zorg bij patiënte in laatste levensfase. Met name in 2015 is verdere verslechtering bij patiënte opgetreden waarbij het (terminale) hartfalen in combinatie met nierinsufficiëntie zorgde voor steeds weer optredende klachten en noodzaak om op geleide van de klachten de medicatie aan te passen. Foutief of onzorgvuldig handelen daarbij is niet gebleken. Verwijt dat over het medicamenteuze beleid overleg met de specialist had moeten worden gevoerd volgt het College niet. Geen aanwijzingen dat de arts bij de pijnstilling te ver is gegaan, bij de zorg voor decubitus onjuist heeft gehandeld en dat de arts een verwijt kan worden gemaakt over de communicatie. Klacht afgewezen.