Zoekresultaten 20131-20140 van de 46279 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:223 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-172

    Klacht tegen patroon en stagiaire. Een opdrachtbevestiging is niet vereist, maar een advocaat is wel verplicht de voorwaarden waaronder hij de opdracht aanvaardt vooraf te bespreken met de cliënt. Daartoe behoren o.a. de financiële consequenties van de zaak. In dit geval is niet komen vast te staan dat die zijn besproken, zodat risico van ontbreken van bewijs voor rekening van de advocaat komt. De mogelijkheid van gefinancierde rechtshulp dient in beginsel met de cliënt te worden besproken. Nu dit niet is komen vast te staan, komt het ontbreken van bewijs eveneens voor risico van de advocaat. De kwaliteit van de rechtshulp is beneden de maat, omdat niet gebleken is dat de advocaat gedegen voorlichting heeft gegeven over mogelijke scenario's, strategieën en slagingskansen. Klacht over optreden van de advocaat jegens de gemachtigde van klager, is niet-ontvankelijk wegens ontbreken van eigen belang van klager. Als de advocaat de zaak niet zelf behandelt, maar dit een kantoorgenoot (in dit geval een stagiaire) laat doen, dient hij dit vooraf met zijn cliënt te bespreken. Verder dient een advocaat schikkingsvoorstellen vooraf met zijn cliënt te bespreken, ook als deze slechts dienen als "proefballon". Klacht deels gegrond, deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk. Maatregel opgelegd aan patroon: voorwaardelijke schorsing van twee weken en kostenveroordeling, aan stagiaire: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:222 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-270

    Klager is verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Verweerster staat zijn echtgenote bij. Klager verwijt verweerster opruiende taal te gebruiken, mee te werken aan het geven van een verkeerde voorstelling van zaken aan de rechter en de rechter onjuiste informatie te verstrekken. Ook intimideert en dreigt verweerster. Bovendien zet verweerster zich onvoldoende in om het (echtscheidings-)geschil in der minne op te lossen. De raad is van oordeel dat verweerster geacht wordt terughoudend op te treden teneinde onnodige escalatie van de in dit soort zaken vaak aanwezige emoties te vermijden. Verweerster heeft er blijk van gegeven zich onvoldoende bewust te zijn van haar eigen verantwoordelijkheid op dit punt. Door de wijze waarop zij bij de aanzegging van een Kort Geding gewag heeft gemaakt van de mogelijke aanwezigheid van de pers en van het feit dat haar cliënte “geen blad voor de mond” zou nemen, heeft zij impliciet gedreigd om zaken die in de relatie tussen klager en zijn vrouw speelde openbaar te maken wetende dat dit schade zou kunnen toebrengen aan klager. Dit onderdeel van klacht is daarom gegrond. Omdat er nog niet eerder disciplinaire maatregelen tegen verweerster zijn genomen volstaat de raad met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2018:2 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/12 en 13

    Wraking. Verzoek afgewezen en bepaald dat volgend verzoek tot wraking niet in behandeling wordt genomen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-936

    Het dekenbezwaar tegen verweerder is gegrond verklaard. Verweerder zei zijn cliënte toe werkzaamheden voor haar te zullen verrichte op basis van een toevoeging. De toevoeging werd aanvankelijk geweigerd. Daarom sloot verweerder met zijn cliënte een overeenkomst op grond waarvan zij moest betalen voor verweerders werkzaamheden. Verweerder zond een nota voor die werkzaamheden die door zijn cliënte betaald werd. Achteraf werd er toch een toevoeging met terugwerkende kracht aan de cliënte afgegeven. Zij vroeg toen om terugbetaling van het door haar betaalde bedrag. Verweerder weigerde dat met onder andere het argument dat hij geen partij was bij het aanvragen en toekennen van de toevoeging. Die aanvraag/toekenning heeft naar de mening van verweerder geen verandering gebracht in de civiele relatie die hij met zijn cliënte had. De cliënte riep de bemiddeling van de deken in. Deze diende over verweerders weigering een dekenbezwaar in. De raad acht het bezwaar gegrond en legt een voorwaardelijke boete op met als doel terugbetaling van het betaalde honorarium te bewerkstelligen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-699

    Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Hoewel verweerder ook had kunnen volstaan met een enkele mededeling aan de bindend adviseur dat en wanneer het kort geding precies plaats zou vinden, kan niet worden gezegd dat verweerder door de toezending (in cc) van de dagvaarding aan de bindend adviseur de grenzen van de hem toekomende ruime vrijheid als advocaat van de wederpartij heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-888

    Verweerder heeft naar het oordeel van de deken zijn mobiele telefoon met geheimhoudernummer ter beschikking heeft gesteld aan zijn inverzekeringgestelde cliënt. Dit is strijd met artikel 6.11 VODA waarin staat dat een advocaat ervoor moet zorgen dat een persoon zonder een verschoningsrecht of zonder een van een advocaat afgeleid verschoningsrecht, geen gebruikmaakt van een dergelijke telefoon. Het feit dat verweerder bij het door zijn cliënt gevoerde telefoongesprek aanwezig was en de regie had van het gesprek doet daar naar het oordeel van de raad niet aan af. de raad verklaart het bezwaar gegrond zonder oplegging van een maatregel omdat verweerder er blijk van heeft gegeven de juistheid van het bezwaar van de deken in te zien.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:57 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-492

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager is niet-ontvankelijk voor zover hij het bestaan van een rechtsgeldige opdracht van de wedepartij aan verweerster betwist. Klager heeft daarbij onvoldoende persoonlijk belang. Daarnaast is niet gebleken dat verweerster onwaarheden heeft verkondigd of klager heeft aangezet tot fiscale fraude door het doen van bepaalde voorstellen tijdens de onderhandelingen. Klacht in zoverre ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:64 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-710

    Verweerder heeft blijkens de klacht van klager tijdens de behandeling van een strafzaak tegen klager achtergrondinformatie over klager niet naar voren gebracht. Hij heeft klager geadviseerd niets te vertellen over zijn nare levensloop. Verweerder erkent dat hij dat gedaan heeft omdat een dergelijk verweer niet paste in het overige – vrijspraak- verweer dat verweerder in overleg met klager voerde. Overigens is bedoelde achtergrondinformatie tijdens de strafzitting wel degelijk aan de orde geweest. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is aannemelijk geworden dat klager instemde met de aanpak van verweerder. De klacht is daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:58 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-374

    Klacht tegen eigen advocaat gegrond. Verweerder heeft nagelaten namens klagers een conclusie van dupliek in te dienen waarna vonnis is gewezen. Verweerder heeft weliswaar gesteld wel een conclusie te hebben geschreven maar deze stelling is met geen enkel bewijsstuk onderbouwd. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:65 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-465

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster wilde aanvullend betaald worden na het maken van een fixed fee afspraak omdat de zaak tegenviel. Door zich te onttrekken aan de zaak nadat haar duidelijk was dat klaagster geen andere betalingsafspraak wilde, heeft verweerster ten onrechte het financiële risico op haar cliënt afgewenteld. Daarnaast heeft verweerster, tegen de uitdrukkelijke wens van klaagster in, onvoldoende gecommuniceerd over een conceptprocesstuk. Waarschuwing.