Zoekresultaten 19741-19750 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:253 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-009/DH/RO

    Beslissing op verzet. De raad oordeelt het verzet niet-ontvankelijk omdat het te laat is ingesteld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:247 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-185/DH/RO

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een tuchtrechtelijk belang respectievelijk het overschrijden van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.278

      De klacht heeft betrekking op de behandeling van de broer van klager, hierna patiënt, overleden in 2012. Verweerster is als internist betrokken geweest bij de behandeling van patiënt. Klager verwijt verweerster kort gezegd dat zij: 1) het volledige patiëntendossier van patiënt niet conform de afspraak heeft overgedragen aan een ander ziekenhuis voor het uitvoeren van een second opinion, 2) de communicatie richting patiënt ten onrechte heeft overgedragen aan een casemanager als gevolg waarvan er onvoldoende begeleiding is ervaren, zowel tijdens de opname als na het overlijden van patiënt, 3) een second opinion heeft afgehouden, en 4) ten onrechte geen biopsie heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:27 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-553/DH/RO

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.116

      Patiënte (de moeder van klager), die onder andere leed aan dementie, type alzheimer, is op 26 oktober 2014 met pneumonie opgenomen in het ziekenhuis. De arts heeft toen gezien de conditie van de patiënte een niet-escalerend beleid afgesproken. Patiënte zou niet gereanimeerd worden en niet naar de intensive care worden overgeplaatst. Op 27 oktober 2014 is patiënte overleden. De arts had toen geen dienst.  Klager verwijt de arts – verkort weergegeven – dat zij patiënte niet de vereiste zorg heeft geboden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:58 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.314

    Patiënt, vader van klager, is in september 2012 opgenomen in een verpleeghuis op de revalidatieafdeling. Op 8 oktober 2012 is hij aldaar overleden. De arts is op maandag 1 oktober 2012 en dinsdag 2 oktober 2012 als ANIOS bij de zorg over patiënt betrokken geweest. Klager verwijt de arts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld doordat vanaf 2 oktober 2012 tot de overlijdensdatum op 8 oktober 2012 geen arts meer bij patiënt op bezoek is geweest en het niet duidelijk was of patiënt onverdikt water mocht drinken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de door de arts gehanteerde werkwijze in overeenstemming is met hetgeen in de beroepsroep als norm of standaard is aanvaard en niet in de zorgovereenkomst behoefde te worden opgenomen . Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-261/DB/OB en 15-262/DB/OB

    Klagers verwijten verweerders tegenstrijdige belangen te behartigen door voor X B.V. op te treden tegen klagers, terwijl klagers met X B.V. gemeenschappelijke ontwikkelingsprojecten hebben gehad waardoor verweerders over veel voor de familiaire samenwerking relevante kennis van feiten beschikken, die zij mede voor rekening van klagers hebben verkregen en nu tegen klagers kunnen gebruiken. Niet vast komen te staan dat verweerders ooit voor klagers hebben opgetreden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:55 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.194

      Klacht tegen huisarts. De aangeklaagde huisarts is verbonden aan de Medisch Dienst van de TBS-kliniek waar klager verblijft. De huisarts heeft klager eenmalig gezien op zijn spreekuur vanwege rugklachten. Klager verwijt de huisarts dat hij hem onvoldoende zorg heeft verleend en hem onvoldoende pijnmedicatie heeft gegeven. Tevens is klager van mening dat verweerder hem met deze klachten, die al geruime tijd bestonden had moeten verwijzen naar een ziekenhuis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:26 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1133/DB/OB

    Aankondigen van vergaande rechtsmaatregelen waaronder het aanvragen van een faillissement bij (herhaalde) sommatie is in beginsel een geoorloofd drukmiddel. Niet gebleken dat hiervan op ongeoorloofde wijze gebruik is gemaakt.  Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:56 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.195

      Klacht tegen verpleegkundige. De aangeklaagde verpleegkundige is verbonden aan de Medische Dienst van de TBS-kliniek waar klager verblijft. Er hebben verschillende telefonische consulten tussen de verpleegkundige en klager plaatsgevonden en de verpleegkundige heeft klager op haar spreekuur gezien in verband met rugklachten. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij hem in de steek heeft gelaten en hem zo lang met pijn heeft laten doorlopen. Zij is nalatig geweest door alleen te adviseren om paracetamol in te nemen en te bewegen terwijl zij klager had moeten doorsturen naar het ziekenhuis om bloedonderzoek te laten doen en foto’s te laten maken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.