Zoekresultaten 18741-18750 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272/2016

      klacht tegen verloskundige. Doorverwijzing naar ziekenhuis na klachten over buikpijn bij zwangerschap 18/4. Verweerster dacht primair aan nierproblemen. Klaagster bleek weeën te hebben en is vroegtijdig in het ziekenhuis bevallen. De afwezigheid van een blaasontsteking, de toenemende pijn over de dag, het feit dat klaagster tot driemaal de verloskundigenpraktijk had gebeld en de golfbeweging van de pijnintensiteit hadden ertoe moeten leiden dat verweerster de mogelijke oorzaken op haar vakgebied, de verloskunde, adequaat had onderzocht en bevestigd of verworpen. .

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:76 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-100/DH/RO

    voorzittersbeslissing, klacht tegen de advocaat van de advocaat-wederpartij in de klachtzaak met nummer 17-099/DH/RO

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:79 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160146

    De raad heeft - kort samengevat - geoordeeld dat verweerder ten aanzien van klager niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden dan ook verworpen en de beslissing van de raad wordt bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 118/2016

      Klacht tegen (beginnend) verloskundige.  Klacht dat verweerster niet kenbaar heeft gemaakt dat zij niet bevoegd was echo’s te maken, dat zij tweemaal een echo verkeerd heeft beoordeeld en klaagster ten onrechte heeft laten weten dat zij nog zwanger was. Klacht in alle onderdelen gegrond. Berisping.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-096/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klager verwijt verweerder dat hij onvoldoende heeft gedaan. klacht kennelijk ongegrond. klacht hangt samen met zaak 17-095/DH/DH

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/313393/KL RK 16/153

      Klager verwijt de notaris onjuist te hebben gehandeld bij het opstellen en het afhandelen van het levenstestament van de vader van klager. De kamer komt tot het oordeel dat niet is gebleken dat de notaris onzorgvuldig te werk is gegaan en overweegt onder meer het volgende. Het is in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of een partij voldoende bekwaam is om de inhoud van een akte te begrijpen. Slechts als daarover bij hem gerede twijfel bestaat, zal de notaris verdere stappen, zoals genoemd in het Stappenplan, moeten overwegen. De notaris mocht gevolg geven aan het verzoek van een derde om een levenstestament voor vader op te maken. De notaris diende vervolgens wel na te gaan of het de wens van vader was om een levenstestament op te stellen en of vader daartoe in staat was. De notaris is tot de conclusie gekomen dat dit het geval was. Het levenstestament hield niet meer in dan het verlenen van een algemene volmacht tot behartiging van zakelijke belangen. Daarmee werd de feitelijke situatie schriftelijk vastgelegd en bestendigd voor het geval vader niet meer zelf zou kunnen handelen. Van beïnvloeding is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-151/DH/RO

    voorzittersbeslissing, klacht over onwelgevallig procesadvies kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 117/2016

      Klacht tegen verloskundige. Klacht onder meer dat verweerster een waarneemster onbevoegd echo’s heeft laten uitvoeren. De waarneemster had een zeer beperkte minor ‘Echoscopie basis, liggingsbepaling’ gevolgd. Klacht in zoverre gegrond. Volgt een waarschuwing met publicatie.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1218.2016

    De gerechtsdeurwaarder heeft de objectieve schijn van partijdigheid en/of afhankelijkheid ten aanzien van gekochte vorderingen gewekt. De Kamer acht dit voor een gerechtsdeurwaarder onwenselijk. De Kamer acht de klacht gegrond en legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:140 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.447

      Klacht tegen een huisarts. De kern van het verwijt (ook in beroep) is dat de huisarts klager bot en/of onheus bejegend heeft, toen klager in de wachtruimte van diens praktijk zat omdat hij een vraag had aan een van de doktersassistentes. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt op grond van het schriftelijk en mondeling debat tijdens de terechtzitting in beroep omtrent het handelen van de huisarts tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege en neemt hetgeen het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De beoordeling van de klacht’ heeft overwogen over de handelwijze van de huisarts hier over. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat er geen aanwijzingen zijn voor enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten van de huisarts. Het beroep wordt verworpen.