Zoekresultaten 171-180 van de 46260 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:259 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-230/AL/NN
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 01-12-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:259
Raadsbeslissing. Verweerder is naar het oordeel van de raad tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klagers. Uit diverse berichten van klagers blijkt duidelijk dat zij een ander idee hadden van het hele saneringsplan en de wijze waarop deze werd uitgevoerd dan verweerder. Verweerder heeft onvoldoende gedaan om zich ervan te vergewissen dat klagers - die niet zijn ingevoerd in de complexe materie van saneringen – bewust waren van alle stappen en gevolgen van het saneringsplan. Dit is mede veroorzaakt door de vele fragmentarische (ad hoc) berichten afkomstig van verschillende personen en de daarin gebezigde taal die niet altijd eenduidig was. Een duidelijk en volledig plan van aanpak met alle stappen en te verwachten geldstromen ontbrak, wat heeft geleid tot een informatie-achterstand bij klagers. Maatregel: waarschuwing
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:260 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-280/AL/NN
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 01-12-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:260
Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:285 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7508
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 02-12-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:285
Kennelijk ongegronde klacht tegen een revalidatiearts. Klaagster verwijt de revalidatiearts onder meer dat zij een verkeerde medische behandeling heeft ingezet en haar medisch beroepsgeheim heeft geschonden. Het college komt tot de conclusie dat er geen verkeerde behandeling is ingezet, maar dat er helemaal geen behandeling van de grond kon komen. Dit valt de revalidatiearts niet te verwijten. Geen aanleiding om aan te nemen dat de revalidatiearts haar beroepsgeheim heeft geschonden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:261 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-301/AL/OV
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 01-12-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:261
Raadbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft tijdens de behandeling van de zaak van klaagster een relatie gekregen met de moeder van haar wederpartij. Deze onderlinge relaties konden verweerder in een situatie brengen waarin hij de belangen van klaagster niet in alle onafhankelijkheid meer zou kunnen behartigen. Het ontstaan van de relatie had voor verweerder aanleiding moeten zijn om zich terug te trekken of dit in ieder geval uitdrukkelijk met zijn cliënte te bespreken. Klacht deels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:286 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8380
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 02-12-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:286
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft bij klaagster meerdere elementen verwijderd. Klaagster verwijt de kaakchirurg dat er een extra element is verwijderd zonder dit eerst met haar te overleggen, dat de behandeling is gestart zonder dat de verdoving was ingewerkt en dat het dossier onvolledig is omdat de verdoving niet in het dossier is vermeld. Het klachtonderdeel over de dossiervoering is gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond. Het college legt geen maatregel op omdat het binnen de beroepsgroep van kaakchirurgen nog geen gangbare praktijk is dat bij dergelijke ingrepen de verdoving in het medisch dossier wordt geschreven.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:262 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-419/AL/NN
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 01-12-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:262
Raadsbeslissing. Klacht over kwaliteit van dienstverlening. De klacht van klaagster komt er in feite op neer dat verweerster ‘het anders had moeten doen’, maar klaagster concretiseert dit verder niet. Verweerster is naar het oordeel van de raad in haar werkzaamheden ten behoeve van klaagster te werk gegaan zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:73 Accountantskamer Zwolle 25/831 Wtra AK
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 01-12-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:73
Gegronde klacht na een kantoorhertoetsing; tijdelijke doorhaling twaalf maanden. Het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van het accountantskantoor van betrokkene voldoet in opzet en werking nog altijd niet aan de daaraan te stellen eisen. Ook de verplichte jaarlijkse evaluatie van de kwaliteitsambitie en de wijze waarop gewaarborgd is dat accountantsopdrachten conform wet- en regelgeving worden uitgevoerd, was onvoldoende.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:23 Kamer voor het notariaat Amsterdam 766926 / NT 25-9
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 25-11-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:23
De klachtonderdelen [1 en 2] draaien om de volgende vragen: heeft de notaris ten onrechte nagelaten een nader onderzoek in te stellen naar de ABC-transactie en was er sprake van gegronde redenen op grond waarvan de notaris zijn dienst had moeten weigeren? (...) Nu de notaris dit alles heeft nagelaten, acht de kamer de klachtonderdelen 1 en 2 gegrond. (...) Ter zitting is duidelijk geworden dat de bankgarantie voor de levering A-B in het geheel niet is verstrekt, terwijl de makelaar hiertoe op grond van de koopovereenkomst A-B wel verplicht was [klacht 3]. (...) De kamer is van oordeel dat het feit dat de notaris(klerk) heeft nagelaten de bankgarantie onmiddellijk na ontvangst op of omstreeks 3 april 2023 te controleren, en de onjuistheid daarvan tijdig bij klagers te signaleren, de notaris tuchtrechtelijk te verwijten valt. Van een notaris mag immers worden verwacht dat hij de nakoming van een koopovereenkomst op het punt van door de koper onder hem te stellen zekerheid controleert. (...) De kamer acht klachtonderdeel 3 daarom ook gegrond. (...) Per e-mail van 1 februari 2024 heeft de gemachtigde van klagers de notaris verzocht om een inhoudelijke reactie op de gang van zaken. In diezelfde e-mail heeft de gemachtigde van klagers gevraagd of de bankgarantie voor de levering A-B al dan niet was verstrekt en of de notaris onderzoek had gedaan naar de ABC-transactie. (...) De kamer verwijst naar hetgeen hiervoor is vermeld onder 5.7 over de verantwoordelijkheid van de notaris voor het handelen van de notarisklerk. Doordat de notaris(klerk) niet tijdig noch inhoudelijk adequaat heeft gereageerd, heeft de notaris klagers lange tijd in het ongewisse gelaten. Daarbij komt dat de inhoud van het verzoek van de gemachtigde van klagers nu juist zag op de bankgarantie voor de levering A-B en hier een evidente fout mee is gemaakt. De kamer constateert dat de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en acht klachtonderdeel 5 derhalve eveneens gegrond. (...) De notaris heeft, zonder aanvullend onderzoek, meegewerkt aan een ABC-transactie waarbij op korte termijn winst werd gemaakt door de bij de transacties betrokken makelaar terwijl hij wist, althans had moeten weten dat dergelijke transacties onder een vergrootglas liggen. Bovendien is het wel of niet verstrekt zijn van een bankgarantie ten behoeve van de transactie A-B niet onderzocht en is onvoldoende adequaat gereageerd op vragen van klagers. De kamer is van oordeel dat de notaris op meerdere onderdelen tekort geschoten is in de op hem rustende onderzoeks- en zorgplicht jegens klagers en acht de maatregel van berisping daarom passend en geboden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:287 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8419
- Datum publicatie: 02-12-2025
- Datum uitspraak: 02-12-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:287
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft bij klager een feminiserende gelaatsoperatie uitgevoerd. Klager verwijt de kaakchirurg dat zij de ingreep niet conform de medische professionele standaard heeft verricht, de ingreep niet conform de wensen van klager heeft uitgevoerd en dat zij hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de uitvoering en de mogelijke risico’s en complicaties. De klachtonderdelen over de informatieplicht en het verkrijgen van toestemming voor de ingreep zijn deels gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:196 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2677
- Datum publicatie: 01-12-2025
- Datum uitspraak: 01-12-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:196
Klacht tegen neurochirurg. Klaagster had een zwelling in de hals waarvoor de huisarts haar heeft doorverwezen naar een ziekenhuis. Klaagster is daar neurologisch onderzocht en er is een MRI gemaakt. In verband met een verdenking van een cervicaal schwannoom (zeldzame zenuwtumor in de hals) is klaagster op haar verzoek voor een second opinion naar een ander ziekenhuis verwezen. Daar is de situatie van patiënte in een werkgroep besproken en is geadviseerd: “Vervolgen. Bij groei of klachten resectie”. De neurochirurg was als lid van deze werkgroep bij dit overleg betrokken. Klaagster is vervolgens voor verdere behandeling terugverwezen naar het eerste ziekenhuis. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij haar – tegen haar uitdrukkelijke wens in – heeft terugverwezen naar het eerste ziekenhuis en dat het tweede ziekenhuis haar niet als patiënt heeft overgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.