Zoekresultaten 16131-16140 van de 44994 resultaten
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:235 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 641845
- Datum publicatie: 29-03-2019
- Datum uitspraak: 07-12-2018
- ECLI:NL:TGDKG:2018:235
Verzet ongegrond. Dat een advocaat een onjuiste opdracht aan de gerechtsdeurwaarder heeft gegeven, en daarvoor disciplinair berispt is leidt niet tot de conclusie dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar handelt door die opdracht uit te voeren en een beschikking te betekenen, die niet meer geldig is.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:45 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-042/DB/LI
- Datum publicatie: 29-03-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:45
Grenzen van aan advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 628169
- Datum publicatie: 29-03-2019
- Datum uitspraak: 18-01-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:21
Termijn vaststellen beslagvrije voet een maand en vijf dagen na ontvangst van de juiste gegevens is te lang. Klacht is terecht voorgesteld. Ook de klacht over de reactie op interne klacht na twee maanden, terwijl was toegezegd dat binnen 30 dagen gereageerd zou worden, is terecht voorgesteld.
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:236 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 642769
- Datum publicatie: 29-03-2019
- Datum uitspraak: 07-12-2018
- ECLI:NL:TGDKG:2018:236
beslissing op verzet. Klager heeft in verzet aangevoerd waarom de hoogte van de vordering niet juist is. Ter beoordeling staat echter de vraag of de beslissing van de voorzitter op juiste gronden is genomen. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:68 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.352
- Datum publicatie: 29-03-2019
- Datum uitspraak: 19-03-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:68
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/353
- Datum publicatie: 29-03-2019
- Datum uitspraak: 29-03-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:47
Verweerster was de behandelaar van de ex-partner van klager. Bij het beëindigen van die behandelrelatie heeft verweerster een overdrachtsbrief gestuurd aan de huisarts van de ex-partner. Klager verwijt verweerster dat zij in die brief waardeoordelen heeft over klager als persoon en als vader. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329304 / KL RK 17-185
- Datum publicatie: 28-03-2019
- Datum uitspraak: 20-03-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:18
De klacht betreft het hebben van een negatieve kantoorsolvabiliteit en een negatieve privésolvabiliteit, waardoor de notaris redelijkerwijs moet verwachten dat dit ertoe kan leiden dat hij (te eniger tijd) niet zal kunnen voldoen aan zijn financiële verplichtingen. De kamer overweegt dat vanwege de geconstateerde negatieve solvabiliteit in de periode waar de klacht op ziet naar het oordeel van de kamer de vrees dat daardoor de notariële onafhankelijkheid verloren ging geenszins denkbeeldig was. Er was sprake van een situatie waarin in redelijkheid kon worden verwacht dat de notaris op enig moment niet aan zijn financiële verplichtingen had kunnen voldoen en een faillissement niet kon worden uitgesloten. De kamer overweegt verder dat vanwege het feit dat de Rabobank coulant is geweest en een hoge vordering heeft kwijtgescholden, het financiële tij is gekeerd en ergere financiële problemen zijn voorkomen. Zonder afbreuk te willen doen aan de inspanningen van de notaris om de financiële situatie alsnog ten goede te keren, verwijt de kamer de notaris dat hij onverantwoorde risico’s heeft genomen. De notaris moet te allen tijde voorzichtig zijn met geleend geld, ook in goede marktomstandigheden. Door dit niet te doen, heeft de notaris zichzelf in een zeer kwetsbare positie gebracht en is er langdurig sprake van een negatieve solvabiliteit. Dit acht de kamer verwijtbaar. De klacht is derhalve gegrond. Gelet op de ernst en verwijtbaarheid enerzijds en de door de notaris getroffen inspanningen om zijn positie te verbeteren anderzijds, acht de kamer de maatregel van berisping passend en geboden
-
ECLI:NL:TNORARL:2018:58 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/338433 KL RK 18 - 76
- Datum publicatie: 28-03-2019
- Datum uitspraak: 03-12-2018
- ECLI:NL:TNORARL:2018:58
In een eerdere beslissing tussen partijen heeft de kamer geoordeeld dat de notaris op grond van artikel 55 Wna gehouden is een urenspecificatie te overleggen. In onderhavige zaak beklaagt klaagster zich over het feit dat de notaris, ondanks de eerdere kamerbeslissing, nog steeds geen urenspecificatie wenst over te leggen. Ook reageert de notaris niet op e-mails en heeft hij de gemachtigde van klaagsters telefonisch onheus te woord gestaan. De kamer is van oordeel dat het, gezien de beslissing van de kamer van 8 mei 2018 en de verzoeken van klager van 1 juni 2018 en 8 juni 2018, op de weg van de notaris had gelegen om zo spoedig mogelijk de specificatie als bedoeld in artikel 55 Wna aan de gemachtigde van klager te verstrekken. Door dit na te laten, althans ontwijkend te antwoorden op bedoelde verzoeken van klager om een urenspecificatie en om naleving van de beslissing van de kamer, heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld. De kamer weegt daarbij mee dat de notaris pas na de aanmaning van de advocaat van de gemachtigde van klaagster een specificatie heeft verstrekt. Deze specificatie van werkzaamheden heeft de notaris bovendien niet rechtstreeks aan klaagster, maar aan de kamer verstrekt. Van belang is verder dat de notaris niet heeft toegelicht hoeveel tijd hij aan welke werkzaamheid heeft besteed. Hij heeft ten onrechte volstaan met een opgave van het tot aan aantal aan de zaak bestede uren. Blijkens het overzicht heeft hij daarbij ook nog eens de tijd in rekening gebracht voor de behandeling van de eerdere klacht van klaagster. Deze tijd komt echter, gelet op de vaste rechtspraak en naar bij de notaris bekend mag worden verondersteld, niet in aanmerking voor declaratie bij klaagster. De kamer is daarom van oordeel dat de klacht op al haar onderdelen gegrond is en dat de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De kamer legt de notaris de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:13 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/339157 / KL RK 18 - 85
- Datum publicatie: 28-03-2019
- Datum uitspraak: 30-01-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:13
Klager verwijt de notaris allereerst dat sprake is geweest van een negatieve bewaringspositie. Verder verwijt klager de notaris dat hij zich tijdens zijn schorsing niet heeft gedragen zoals van een geschorst notaris verwacht mag worden. Tot slot heeft klager bij de notaris op kantoor vijf akten aangetroffen die zijn gepasseerd maar niet waren ingeschreven in het repertorium, niet ter registratie waren aangeboden, niet waren ingebonden en ook niet waren opgeslagen in de kantoorkluis. De kamer heeft klachtonderdeel een en twee ongegrond verklaard. Het derde klachtonderdeel is door de kamer gegrond verklaard en aan de notaris is de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/336214 / KL RK 18 - 56
- Datum publicatie: 28-03-2019
- Datum uitspraak: 28-01-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:14
Klager stelt dat de notaris, gelet op artikel 138 lid 2 BW, niet had mogen meewerken aan de verkoop van de woning door de voorwaardelijke erfgenamen. Door dit toch te doen heeft de notaris het aanzien van de beroepsgroep geschaad. Verder verwijt klager de notaris dat hij met zijn handelen klager in een kwaad daglicht heeft gezet, aangezien klager als notaris zelf eerder zijn medewerking aan de verkoop weigerde vanwege de voorwaardelijke positie van de aspirant verkopers. De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1613
- Pagina: 1614
- Pagina: 1615
- ...
- Pagina: 4500
- Volgende pagina zoekresultaten