Zoekresultaten 16141-16150 van de 44994 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/335580 / KL RK 18 - 45

    Tussen klagers en X bestond een samenwerkingsverband. In het kader van die samenwerking heeft de (oud)notaris diverse akten opgesteld. Klagers verwijten de (oud)notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld, waarbij de klacht is onderverdeeld in verschillende klachtonderdelen. De kamer verklaart de klacht grotendeels niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de klachttermijn. Voor het overige heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/339924 / KL RK 18-95

    De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen: - Overtredingen van de risicoprofilering, cliëntmonitoring en het verscherpt cliëntenonderzoek ex artikel 3 jo 8 WWft - Schending van de onderzoeksplicht ex artikel 17 Wna - Schending van de weigeringsplicht ex artikel 21 Wna - Overtreding van de meldingsplicht ex artikel 16 Wwft. - Ontbreken van procedures Wwft en niet voldoen aan opleidingsverplichting ex artikel 35 Wwft. De oud-notaris heeft zowel in zijn verweerschrift als tijdens de zitting de verwijten van klager erkend. De kamer stelt vast dat de oud-notaris onvoldoende heeft voldaan aan de eisen die aan hem werden gesteld, zowel op grond van de Wwft als de Wna. De oud-notaris heeft door onvoldoende onderzoek te doen, de dienstverlening niet op te schorten en onvoldoende invulling te geven aan de op hem rustende verplichtingen op grond van de Wwft, zijn poortwachtersrol niet waargemaakt. Een notaris dient te allen tijde en ongeacht de omstandigheden, waarin hij en/of zijn notariskantoor zich bevinden, de op hem rustende wettelijke verplichtingen na te komen. Nu de oud-notaris dit heeft nagelaten, acht de kamer dit tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daarom heeft de kamer de klacht op alle onderdelen gegrond verklaard. De oud-notaris heeft laakbaar gehandeld. De gegronde klachtonderdelen raken de kern van het notariaat. Daarbij komt dat ze niet zien op één akte, maar op tien akten van aandelenoverdrachten. De conclusie is gerechtvaardigd dat de oud-notaris de ondernemingsrechtelijke afdeling van zijn kantoor onvoldoende onder controle had. Zowel in aard als in aantal betreffen het ernstige kwesties, die in de notariële praktijk niet mogen voorkomen. Gelet op de ernst van de gemaakte verwijten zou in beginsel een schorsing van enige duur op zijn plaats zijn. De oud-notaris heeft aangevoerd dat tussen de start van het onderzoek door klager in mei 2016 en het indienen van de klacht zesentwintig maanden zijn verstreken. Tussen het afronden van het onderzoek door klager en het indienen van de klacht zijn elf maanden verstreken. De oud-notaris heeft de kamer verzocht om bij de beoordeling van de klacht en bij het eventueel bepalen van de strafmaatregel rekening te houden met deze lange duur. De kamer gaat aan dit verzoek voorbij omdat klager de klacht binnen de geldende klachttermijn van artikel 99 lid 21 Wna heeft ingediend. De oud-notaris heeft verder in zijn verweerschrift aangevoerd dat hij naar aanleiding van het onderzoek van klager het kantoorbeleid heeft bijgewerkt en aangescherpt. Ook hebben de oud-notaris en zijn medewerkers verschillende opleidingen op het gebied van de Wwft gevolgd. Hieruit blijkt naar het oordeel van de kamer dat de oud-notaris zich heeft ingespannen om herhaling van deze kwalijke kwesties te voorkomen. Voorts houdt de kamer rekening met het feit dat aan de oud-notaris nog niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Gelet op de aard en de ernst van de onzorgvuldigheid enerzijds en het feit dat de oud-notaris thans geen notarispraktijk meer voert en ook geen notariële werkzaamheden meer verricht als kandidaat-notaris anderzijds, acht de kamer de maatregel van berisping in combinatie met een geldboete van € 15.000,- passend en geboden.

  • Klaagster verwijt de notaris en de kandidaat-notaris dat zij onvoldoende voortvarend en onvoldoende zorgvuldig hebben gehandeld en gecommuniceerd. Voor zover de klachten zijn gericht tegen de notaris, overweegt de kamer dat in de periode waar het hier om gaat de notaris in de uitoefening van zijn werkzaamheden was geschorst. De notaris heeft met dit dossier geen persoonlijke bemoeienis gehad. Voor zover de klacht is gericht tegen de notaris wordt deze daarom bij gebrek aan feitelijke grondslag ongegrond verklaard. Ten aanzien van het handelen van de kandidaat-notaris overweegt de kamer dat het op de weg van de kandidaat-notaris had gelegen klaagster destijds (duidelijker) te informeren over de voorgenomen aanpak van de zaak en het te verwachten (tijds)verloop daarvan. Op dit punt is naar het oordeel van de kamer sprake van een tuchtrechtelijk verwijtbaar tekortschieten van de kandidaat-notaris. Verder is de kamer van oordeel dat de kandidaat-notaris klaagster op de hoogte had behoren te stellen van het feit dat zij gedurende de behandeling van het dossier niet of nauwelijks telefonisch bereikbaar zou zijn. Ook op dit punt wordt de klacht gegrond verklaard. Voor het overige heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard. Gezien de aard en de ernst van de geconstateerde tekortkomingen en de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid daarvan heeft de kamer de kandidaat-notaris de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-074/DB/LI

    Grenzen van aan advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:42 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-618/DB/OB

    Verweerder heeft, als kantoordirecteur, de behandeld advocaat van klagers opdracht gegeven zijn werkzaamheden te beëindigen in verband met een forse betalingsachterstand. Niet gebleken van de door klagers gestelde afspraak nu de rechtbank de vorderingen van het kantoor van verweerder in de incassoprocedure tegen klagers heeft toegewezen. Gelet op de hoogte van de betalingsachterstand mocht verweerder zijn kantoorgenoot opdragen diens werkzaamheden te beëindigen. Beëindiging was niet onzorgvuldig. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/548

    Klaagster verwijt de reumatoloog dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld, waardoor een delay in de behandeling van - naar later bleek - uitgezaaide bot- en leverkanker is ontstaan. In haar medische voorgeschiedenis was er bij klaagster ruim tien jaar eerder sprake geweest van borstkanker. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:43 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-652/DB/OB

    Verweerder Niet gebleken van de door klagers gestelde afspraak nu de rechtbank de vorderingen van het kantoor van verweerder in de incassoprocedure tegen klagers heeft toegewezen. Gelet op de hoogte van de betalingsachterstand mocht verweerder zijn werkzaamheden voor klagers beëindigen. Beëindiging was niet onzorgvuldig want tijdig besproken en duidelijk aangegeven welke werkzaamheden de opvolgend advocaat zou moeten verrichte. Geen ongeoorloofde druk uitgeoefend om meer betaling te krijgen en niet gebleken dat verweerder klagers uit de weg zou zijn gegaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/547

    Klaagster was door haar huisarts verwezen naar de reumatoloog. Klaagster verwijt de reumatoloog dat hij een onjuiste diagnose (reumatoïde artritis) heeft gesteld, waardoor een delay in de behandeling van - naar later bleek - uitgezaaide bot- en leverkanker is ontstaan. In haar medische voorgeschiedenis was er bij klaagster ruim tien jaar eerder sprake geweest van borstkanker. deels gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:2 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/45 en 46

    Klacht van BFT tegen twee notarissen van hetzelfde kantoor. Niet naleven van verplichtingen voortvloeiende uit de specifieke leidraad naleving Wwft voor (kandidaat-)notarissen. Kantoor beschikte niet over vastgelegde kantoorprocedures en kantoorbeleid voor de acceptatie van nieuwe cliënten en het beoordelen van mogelijke (witwas)risico’s, terwijl binnen de ondernemingspraktijk ook geen gebruik werd gemaakt van een werkprogramma of checklist. Klacht gegrond met opleggen van maatregel van berisping aan beide notarissen. Hoofdelijke veroordeling van beide notarissen tot betaling van totaalbedrag aan proceskosten van € 3.500,-.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:44 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-422/DB/OB

    Verweerder heeft diverse toevoegingen voor klager aangevraagd en gedeclareerd. Verweerder heeft ook een oude toevoeging (afgegeven aan de vorige advocaat) laten muteren en ter declaratie ingediend. Deze toevoeging is door de raad voor rechtsbijstand ingetrokken in verband met het behaalde resultaat. Onduidelijk is welke toevoegingen nu precies voor welke werkzaamheden waren gebruikt en of de oude toevoeging door verweerder mocht worden benut. Deze onduidelijk valt verweerder te verwijten. Verweerder had klager meer uitleg moeten geven. Niet gebleken dat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan de ernstige verwijten over strafbare gedragingen die klager hem maakt. Klacht gegrond, waarschuwing.