Zoekresultaten 12441-12450 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:226 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.492

    Klacht tegen huisarts. Verweerder heeft als huisarts werkzaam in de praktijk waar klager stond ingeschreven ten behoeve van een Pro Justitia-rapportage informatie aan een gz-psycholoog verstrekt. Klager verwijt verweerder dat hij dit gedaan heeft zonder klager ooit te ontmoeten en voorts dat hij hiervoor geen toestemming had. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:168 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-044/DH/RO

    Klacht deels gegrond. Klachtonderdeel a is ongegrond. Klachtonderdelen b, c en d zijn deels wat betreft de periode voor 2 maart 2015 niet-ontvankelijk ex artikel 46g eerste lid onder a van de Advocatenwet. Wat betreft de periode ná 2 maart 2015 zijn klachtonderdelen c en d ongegrond en is klachtonderdeel b gegrond. Verweerder is een geldlening met klager aangegaan. Hiermee heeft verweerder een situatie in het leven geroepen waarin hij bij de uitoefening van zijn beroep onvoldoende onafhankelijkheid in acht heeft genomen ten opzichte van zijn cliënt en waarbij hij misbruik heeft gemaakt van diens positie. Dat verweerder, zoals hij stelt, de geldlening (vanwege de jarenlange relatie met klager)in het belang van klager is aangegaan, zodat klager over dit bedrag rente zou ontvangen, disculpeert hem niet. Integendeel. Juist die jarenlange relatie en de door verweerder ervaren betrokkenheid bij de situatie van klager had voor verweerder reden moeten zijn anders te handelen. Verweerder heeft met zijn handelen de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit geschonden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:220 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.299

    Klacht tegen revalidatiearts in opleiding en de superviserende revalidatiearts. Klaagster klaagt over de behandeling van haar inmiddels overleden echtgenoot. De klacht bestaat uit meerdere klachtonderdelen. De hoofdklachten zijn A) het verlenen van onvoldoende medische zorg aan patiënt en B) onheuse bejegening en onvoldoende en onzorgvuldige communicatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard en de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster deels niet-ontvankelijk in de klacht en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/133

    Klager verwijt verweerster dat zij een valse verklaring heeft overlegd, zonder een diagnose of testonderzoek te hebben gedaan de mogelijkheid tot dwang in de zorg heeft bewerkstelligd en in strijd met de waarheid heeft getuigd. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:181 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-931/DH/DH

    De klacht van klager dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de opdracht van de rechtsbijstandverzekeraar inzake de bijstand aan klager wel te aanvaarden, maar vervolgens een ondeugdelijke dagvaarding op te stellen en gebrekkig onderzoek te verrichten in openbare registers, ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:162 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-163/DH/RO

    Klacht tegen de eigen advocaat gedeeltelijk niet ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond. Verweerder heeft de echtgenoot van klaagster bijgestaan in een procedure waarin in twee instanties is geprocedeerd. Klager is op de hoogte van de procedure en de processtukken. Gelet daarop strekte de verplichting van verweerder om zijn advies in dezelfde kwestie aan klager schriftelijk vast te leggen en te motiveren minder zwaar.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:175 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-957/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:169 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-991/DH/RO

    Klacht deels gegrond. Verweerder heeft zich onnodig grievend jegens klager uitgelaten. Gelet daarop en mede in aanmerking nemend het tuchtrechtelijk verleden van verweerder acht de raad een maatregel van waarschuwing passend en geboden. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:221 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.300

    Klacht tegen revalidatiearts in opleiding en de superviserende revalidatiearts. Klaagster klaagt over de behandeling van haar inmiddels overleden echtgenoot. De klacht bestaat uit meerdere klachtonderdelen. De hoofdklachten zijn A) het verlenen van onvoldoende medische zorg aan patiënt en B) onheuse bejegening en onvoldoende en onzorgvuldige communicatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard en de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster deels niet-ontvankelijk in de klacht en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:182 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-324/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klager sub 3 is in klachtonderdeel a en klager sub 1 in klachtonderdeel b kennelijk niet-ontvankelijk. De klacht is voor het overige kennelijk ongegrond.