Zoekresultaten 12431-12440 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:123 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/639790 / DW RK 17/1200

      Klacht ongegrond. Klaagster stelt onder meer dat de gerechtsdeurwaarder niet onverwijld is overgegaan tot aanpassing van de beslagvrije voet.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:14 Kamer voor het notariaat Amsterdam 667126/NT 19-29

    Klacht deels niet-ontvankelijk. Gelet op de ratio van (het opnemen van) de vervaltermijn in de Wna, is de kamer van oordeel dat in een geval als het onderhavige, waarin het klachtrecht van Fortress zelf ten aanzien van het handelen van de notaris met betrekking tot de leveringsakte van 19 juni 2014 is komen te vervallen, geen plaats is voor een hernieuwd klachtrecht voor klager in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Fortress. Anders dan klager meent is de klachttermijn voor hem met betrekking tot de (totstandkoming van de) leveringsakte van 19 juni 2014 dus niet gaan lopen vanaf het moment dat hij als curator (redelijkerwijs) kennis heeft kunnen nemen van de leveringsakte (te weten 4 september 2015, toen klager van de voormalig boekhouder van Fortress de brief met bijlagen van de notaris van 26 augustus 2015 ontving). Voor het overige is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/128

    Klager verwijt verweerder, huisarts, zijn diagnose Hodgkin, te hebben gemist. Verweerder voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/010

    Klager verwijt verweerder, verpleegkundige, bij toediening anti-psychotica depots misbruik van machtpositie te hebben gemaakt en hem onheus te hebben bejegend. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C.05/348237 KL RK 19-10

    De verkrijgingen uit de nalatenschap staan onder testamentair bewind opgedragen aan de notaris. Klaagster klaagt over de uitvoering van deze werkzaamheden. De notaris valt geen enkel verwijt te maken over de rekeningadministratie en de verdere werkzaamheden die in het kader van het testamentair bewind uitgevoerd zijn.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:43 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/350920 KL RK 19-40

    De kamer is van oordeel dat de feiten en omstandigheden die klagers hier aanvoeren - voor zover deze al zijn komen vast te staan - niet de conclusie rechtvaardigen dat de notaris met de andere executeur heeft samengespannen tegen de belangen van de erfgenamen/klagers of  in deze zaak om andere redenen in de vervulling van zijn ambt tekort zou zijn geschoten. Als boedelnotaris had de notaris een neutrale, inventariserende en uitvoerende rol.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:13 Kamer voor het notariaat Amsterdam 661709/NT 19-7 661711/NT 19-8

    De kamer is van oordeel dat de klachten gegrond zijn. Uit de door het BFT in zijn rapportages vastgelegde cijfers (waarover de notarissen blijkens hun brief van 1 oktober 2018 geen op- of aanmerkingen hebben gemaakt) blijkt dat per 31 juli 2018 sprake is van een negatieve kantoorliquiditeit en – solvabiliteit alsmede van een negatieve privésolvabiliteit van beide notarissen per 31 december 2017. De maatschappij dient erop te kunnen vertrouwen dat een notaris voldoende financieel weerbaar is. Gelet op de ontwikkeling van de financiële posities van de afgelopen jaren valt redelijkerwijs te verwachten dat het handelen van de notarissen er (te eniger tijd) toe zal leiden dat zij niet meer kunnen voldoen aan hun financiële verplichtingen, waarmee zij in strijd handelen met artikel 23 Wna. De kamer legt notaris 1 een waarschuwing op. Aan notaris 2 legt de kamer de maatregel van berisping op: de kamer rekent het hem in het bijzonder aan dat hij, wetende van de liquiditeitsproblemen van de maatschap en in weerwil van het normoverdragend gesprek met het BFT in 2015, in het jaar 2018 nog privéonttrekkingen heeft gedaan ten belope van circa € 125.000, terwijl zijn aandeel in het maatschapsvermogen op 1 januari 2018 € 50.323 negatief bedroeg, en ultimo 2018 nog immer € 50.057 negatief was.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/131

    Klager verwijt verweerder dat hij hem onder dwang medicatie heeft laten slikken zonder diagnose te stellen of onderzoek te verrichten. Hij verwijt hem dat hij hem ten onrechte heeft gedreigd met opname indien klager niet zou voldoen aan de voorwaarde van het innemen van medicatie. Verweerder wordt ook het verwijt gemaakt op grond van valse informatie rechterlijke machtigingen te hebben aangevraagd. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:180 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-191/DH/DH

    Klacht gegrond. Verweerder is, als advocaat van de wederpartij, zijn bevoegdheden te buiten gegaan door zich schuldig te maken aan huisvredebreuk of medeplichtigheid daaraan. Daarbij zijn spullen ontvreemdt. Verweerder heeft in het geheel geen besef van het kwalijke van zijn handelen. Dat is zorgwekkend en heeft tot gevolg dat de raad ondanks het feit dat verweerder een schoon tuchtrechtelijk verleden heeft, toch de maatregel van schorsing passend en geboden acht. Gelet op het gebrek aan inzicht ziet de raad aanleiding een gedeelte daarvan voorwaardelijk op te leggen bij wijze van ‘stok achter de deur’. Schorsing voor de duur van vier weken waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee     jaren ingaande op de dag dat deze beslissing onherroepelijk wordt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:161 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-161/DH/RO

    Raadbeslissing. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door als advocaat een cliënt bij te staan in een zaak tegen klager, terwijl hij eerder klager als advocaat had bijgestaan in een zaak waaraan hetzelfde feitencomplex ten grondslag lag. Berisping.