Zoekresultaten 10271-10280 van de 44778 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:78 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-525/DB/ZWB
- Datum publicatie: 30-04-2021
- Datum uitspraak: 26-04-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:78
Advocaat heeft geen regie gevoerd in de zaak van haar cliënte, haar cliënte niet geïnformeerd over het verloop van haar zaken, onvoldoende voortvarend gehandeld, een concept beroepschrift vlak voor het verstrijken van de beroepstermijn aan haar cliënte toegestuurd en onvoldoende inhoudelijk besproken, geen afschrift van het ingediende beroepschrift aan haar cliënte toegestuurd, cliënte niet tijdig om de vereiste financiële stukken gevraagd, zich op eerste verzoek vlak voor de zitting onttrokken zonder haar cliënte op de (negatieve) gevolgen daarvan te wijzen en zonder om aanhouding te verzoeken. Sprake van een eerder vergelijkbaar tuchtrechtelijk (nalatig) handelen. Klacht (grotendeels) gegrond, schorsing van 26 weken, waarvan 22 weken voorwaardelijk, met proeftijd van 2 jaar. Bijzonder voorwaarde dat advocaat zich gedurende een jaar dient te gedragen naar de aanwijzingen van de door de raad benoemde coach.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:67 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-727
- Datum publicatie: 30-04-2021
- Datum uitspraak: 12-04-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:67
Klacht tegen de deken. Klacht is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk, vanwege verstrijken van de termijn. De klacht is voor het overige kennelijk ongegrond. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat de deken zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling en onzorgvuldig handelen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:92 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.099
- Datum publicatie: 30-04-2021
- Datum uitspraak: 30-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:92
Klacht tegen verpleegkundige. Klaagster is sinds 2000 ambulant onder behandeling bij de geestelijke gezondheidszorg. Klaagster is gediagnosticeerd met schizofrenie van het gedesorganiseerde type. De verpleegkundige was tot 1 mei 2019 bij de behandeling van klaagster betrokken als sociaalpsychiatrisch verpleegkundige van het FACT-team. De klacht luidt dat klaagster bewust verward is gemaakt om klaagster te laten opnemen in de kliniek waar de verpleegkundige vanaf 1 mei 2019 werkzaam is. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2021:6 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2020/11
- Datum publicatie: 30-04-2021
- Datum uitspraak: 14-01-2021
- ECLI:NL:TDIVTC:2021:6
Klachtambtenaarzaak: Dierenarts wordt verweten in strijd met de wettelijke regelgeving en de zorgvuldige beroepsuitoefening bij gezelschapsdieren een derde keuze antibioticum (Baytril, REG NL 3144) te hebben toegepast zonder voorafgaand bacteriologisch onderzoek en gevoeligheidstest, waarbij ook niet van een duidelijk onderbouwde veterinaire noodzaak voor de directe inzet van dit derde keuze antibioticum is gebleken. Gegrond, volgt onvoorwaardelijke geldboete van € 250.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-296
- Datum publicatie: 30-04-2021
- Datum uitspraak: 29-03-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:61
Klaagster verwijt verweerster haar zaak niet goed behandeld te hebben. De raad hanteert bij haar beoordeling van dit verwijt als uitgangspunt dat de tuchtrechter mede tot taak heeft de kwaliteit van de dienstverlening te beoordelen indien daarover wordt geklaagd. Dat gebeurd aan de hand van datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster door diverse brieven te sturen de nodige stappen heeft gezet om te komen tot een oplossing van het conflict tussen klaagster en haar werkgever. Weliswaar had zij die stappen vlotter kunnen nemen en de verwachtingen van klaagster over de mogelijke resultaten duidelijker kunnen sturen, maar alles tezamen leidt dit niet tot de conclusie dat verweerster onzorgvuldig of onprofessioneel heeft gehandeld. Deze klacht is dan ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 202/2020
- Datum publicatie: 29-04-2021
- Datum uitspraak: 29-04-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:53
Klacht tegen de huisarts van klaagster. De huisarts heeft klaagster op 25 november 2019 en 2 december 2019 gezien wegens rugklachten. Daarnaast heeft zij op 26 en 28 november 2019 telefonisch contact gehad met klaagster. Klaagster verwijt de huisarts dat zij haar niet direct heeft verwezen naar een neuroloog dan wel niet direct een MRI heeft laten maken. Ten tijde van de visite op 25 november 2019 en de telefonische consulten op 26 en 28 november 2019 waren geen alarmsymptomen die verwijzing noodzakelijk maakten. Het beeld bij de visite op 2 december 2019 was duidelijk veranderd. Klaagster voelde minder in haar benen en de kracht in haar linkerbeen was weg. De huisarts heeft hierop contact gezocht met de neuroloog en de situatie besproken, waarna werd afgesproken dat de neuroloog klaagster binnen drie dagen voor een spoedconsult zou oproepen. De uitvalverschijnselen waren onvoldoende om klaagster nog dezelfde dag door een neuroloog te laten onderzoeken. In overeenstemming met de NHG standaard lumbosacraal radiculair syndroom is een verwijzing naar de neuroloog binnen drie dagen in gang gezet. Het was vervolgens aan de neuroloog om al dan niet over te gaan tot het maken van een MRI-scan. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 203/2020
- Datum publicatie: 29-04-2021
- Datum uitspraak: 29-04-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:54
Klacht tegen huisarts van de huisartsenpost. Klaagster is in de avond gezien door beklaagde (werkzaam voor de huisartsenpost). Het consult vond plaats wegens ernstige rugpijnklachten met uitvalverschijnselen. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar niet direct heeft verwezen naar een neuroloog dan wel niet direct een MRI heeft laten maken. Beklaagde heeft voldoende onderzoek gedaan, waarbij geen aanwijzingen naar voren kwamen die een directe verwijzing naar een neuroloog noodzakelijk maakten, terwijl beklaagde uit de hem beschikbare gegevens afleidde dat klaagster de volgende dag door de neuroloog gezien zou worden en dat een MRI-scan gemaakt zou worden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/257
- Datum publicatie: 29-04-2021
- Datum uitspraak: 29-04-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:51
Klager heeft een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor een Hoog Persoonlijk Kilometer Budget. Tegen het afwijzende besluit heeft klager bezwaar gemaakt. Klager dient een klacht in tegen de arts die het bezwaar van klager heeft behandeld met het verwijt dat de arts tijdens de telefonische hoorzitting klager met een gebrek aan empathie heeft bejegend en geen enkele aandacht heeft besteed aan de kern van de aanvraag, namelijk om als volwaardig mens te worden behandeld en te kunnen reizen. Ook houdt de klacht in dat verweer geen duidelijke uiteenzetting heeft gegeven van de redenen waarom de aanvraag werd afgewezen. Het college verklaart de klacht van klager kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/261
- Datum publicatie: 29-04-2021
- Datum uitspraak: 29-04-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:52
Klaagster verwijt verweerder, arbo-arts, dat hij haar niet heeft onderzocht op lichamelijke klachten en dat hij er ten onrechte van uit is gegaan dat zij een conflict had met haar werkgever. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/205
- Datum publicatie: 28-04-2021
- Datum uitspraak: 28-04-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:49
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder, zonder toestemming van klager, medische stukken betreffende klager heeft toegestuurd naar Achmea, waardoor meerdere mensen (niet-medici, zoals de schadebehandelaar en de jurist) de stukken hebben kunnen inzien. Ook heeft verweerder nagelaten om aanvullende medische informatie over klager te beoordelen. Ten slotte stelt klager dat verweerder onvoldoende informatie had om tot het medisch advies te komen. Kennelijk ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1027
- Pagina: 1028
- Pagina: 1029
- ...
- Pagina: 4478
- Volgende pagina zoekresultaten