Zoekresultaten 10281-10290 van de 44778 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-1012/DB/OB
- Datum publicatie: 28-04-2021
- Datum uitspraak: 26-04-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:74
Letselschadezaak. Niet gebleken dat advocaat toezeggingen heeft gedaan dan wel verwachtingen heeft gewekt dat hij een procedure tegen ziekenhuis X aanhangig zou maken dan wel aanhangig had gemaakt. Advocaat heeft ten onrechte nagelaten schriftelijk vast te leggen dat er geen procedure tegen ziekenhuis X zou worden gestart. Misverstand hierover valt hem tuchtrechtelijk aan te rekenen. Klacht (gedeeltelijk) gegrond, waarschuwing, kostenveroordeling
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-787/DB/LI
- Datum publicatie: 28-04-2021
- Datum uitspraak: 26-04-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:75
Ontvankelijkheid. Advocaat heeft facturen op verzoek van zijn cliënt (de cliënt) op naam van een BV, waarvan de cliënt medebestuurder was, gesteld, terwijl de werkzaamheden voor de cliënt in privé waren verricht. Klacht is door de BV ingediend. De tenaamstelling van de factuur op naam van de BV en de verzending daarvan aan haar is gebeurd in opdracht van de cliënt, die, zo is onweersproken gesteld, daartoe als bestuurder van de BV bevoegd was. Dit betekent dat niet kan worden aangenomen dat sprake is van een situatie waarin bij de BV door deze facturen misverstanden (kunnen) zijn ontstaan, laat staan van een situatie waarin daarvan misbruik is of kan zijn gemaakt. De BV heeft ook niet gesteld dat zij aan die facturen gevolgen heeft verbonden, zoals verrekening van btw, die daaraan niet verbonden behoorden te worden. In dit verband overweegt de raad voorts dat op de BV ook geen verplichting rustte om de door de advocaat in rekening gebrachte btw in mindering te brengen op de door de BV verschuldigde btw. De BV had er ook voor kunnen kiezen om de door haar betaalde facturen, inclusief btw, intern door te belasten aan de cliënt. De raad ziet daarom niet in welk belang de BV rechtstreeks is getroffen. Dat op enig moment kennelijk tussen de cliënt en zijn broer, mede bestuurder van de BV, onenigheid is ontstaan, betreft een interne aangelegenheid, die het voorgaande niet anders maakt. Dit onderdeel van de klacht is niet-ontvankelijk. Voor het overige ongegrond. Advocaat hoeft geen opdrachtbevestiging en urenspecificatie aan de BV te verschaffen, nu zij een derde betreft. Het feit dat de BV als derde de declaratie van de advocaat betaalt, maakt dit niet anders..
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:76 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-912/DB/LI
- Datum publicatie: 28-04-2021
- Datum uitspraak: 26-04-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:76
Voorzitter heeft terecht overwogen dat uit de uitspraak van het Hof van Discipline in een eerdere klachtzaak tussen partijen niet valt af te leiden dat verweerder niet voor de broer van klager mag optreden. Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-615/DB/LI
- Datum publicatie: 28-04-2021
- Datum uitspraak: 26-04-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:77
Vast staat dat klaagster in haar hoedanigheid van executeur testamentair gelden van de spaarrekening heeft overgeboekt naar de betaalrekening. Advocaat van de broer van klaagster heeft in een procedure tegen klaagster ingebracht dat geld van de spaarrekening was verdwenen. Hoewel de woordkeuze van verweerder in zijn brief aan de kantonrechter ongelukkig was, kan de raad niet vaststellen dat verweerder de rechter bewust onjuist heeft geïnformeerd met het doel hem te misleiden, wat hem tuchtrechtelijk aan te rekenen zou zijn. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2021:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen 2020/153
- Datum publicatie: 26-04-2021
- Datum uitspraak: 26-04-2021
- ECLI:NL:TGZRGRO:2021:7
Klager dient een klacht in tegen een fysiotherapeut over de behandeling van wijlen zijn dochter. Hij verwijt de fysiotherapeut dat hij niet adequaat heeft gereageerd op een pijnlijk en dik onderbeen van zijn dochter. Tijdens de behandeling van de fysiotherapeut is er trombose ontwikkeld in het onderbeen, hetgeen de fysiotherapeut niet heeft onderkend, zo stelt klager. Als gevolg van de trombose is de dochter van klager overleden aan een acute longembolie. De fysiotherapeut voert verweer. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:77 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200226
- Datum publicatie: 24-04-2021
- Datum uitspraak: 23-04-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:77
Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft als accountant en fiscalist ruim 30 jaar lang een vertrouwensrelatie opgebouwd met klagers waardoor hij over veel vertrouwelijke informatie over het financiële reilen en zeilen en de interne praktijk van klagers (zowel de natuurlijke persoon als vennootschappen waarin hij directeur/aandeelhouder is) beschikte. Door vervolgens zijn cliënte (de zus van genoemde directeur/aandeelhouder en voormalig werkneemster bij een van de vennootschappen) bij te staan in een geschil met klagers inzake een ontslag om bedrijfseconomische redenen, een aandelenoverdracht en de cessie van een rekening courantschuld heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Verweerder heeft een onbehoorlijke en ongerechtvaardigde disbalans laten ontstaan tussen partijen terwijl hij als advocaat de verantwoordelijkheid heeft bij te dragen aan een goede rechtsbedeling. Uit de stukken blijkt ook dat verweerder in de geschillen tussen klagers en zijn cliënte daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van zijn voorkennis. Verder heeft verweerder de redelijke bezwaren van klagers tot vier keer toe in de wind geslagen. Klacht gegrond. Schrapping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:82 Raad van Discipline Amsterdam 20-709/A/A/D
- Datum publicatie: 23-04-2021
- Datum uitspraak: 12-04-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:82
Gegrond dekenbezwaar en oplegging van een waarschuwing. Verweerder heeft zijn tekort aan opleidingspunten niet tijdig ingehaald.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:76 Raad van Discipline Amsterdam 20-875/A/NH 20-876/A/NH
- Datum publicatie: 23-04-2021
- Datum uitspraak: 12-04-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:76
Gegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerder 1 heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in strijd met de met klager gemaakte afspraken, zonder eventueel nadien gemaakte afwijkende afspraken schriftelijk vast te leggen, de aangifte van de ouders van klager niet naar het openbaar ministerie te sturen en door zonder dat zelf na te gaan mee te delen dat die aangifte is geseponeerd. De raad acht hiervoor de oplegging van een waarschuwing passend en geboden. Klacht over kantoorgenoot van de eigen advocaat ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.348
- Datum publicatie: 23-04-2021
- Datum uitspraak: 23-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:87
Klacht tegen bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft in opdracht van de werkgever van klager de verzuimbegeleiding van klager verzorgd. Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij opzettelijk het deskundigenoordeel van het UWV heeft (doen) laten verdwijnen, het deskundigenoordeel niet heeft gebruikt voor de re-integratie van klager, na haar chaotisch en ongebruikelijk snelle ontslag medische gegevens op onwettelijke wijze heeft achtergelaten in haar kantoor bij de werkgever van klager waardoor zij in strijd heeft gehandeld met de Algemene verordening gegevensbescherming, in haar verweerschrift in eerste aanleg een valse verklaring heeft afgelegd over het deskundigenoordeel van het UWV wat heeft geleid tot de klacht dat de bedrijfsarts een valse verklaring heeft afgelegd in het verweerschrift in beroep over het deskundigenoordeel van het UWV om de discrepantie tussen het verweerschrift in eerste aanleg en haar persoonlijke werkaantekeningen te verklaren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het derde klachtonderdeel en de klacht voor het overige in al haar onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:73 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-325/DB/ZWB
- Datum publicatie: 23-04-2021
- Datum uitspraak: 23-04-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:73
Advocaat wordt verdacht van handel/invoer in harddrugs en witwassen. De advocaat betwist iedere betrokkenheid bij handel/invoer in harddrugs en witwassen. Naar het oordeel van de raad kan aan de hand van hetgeen thans aan de raad aan bevindingen voorvloeiende uit het strafrechtelijk onderzoek is gepresenteerd, mede in het licht van de verklaringen van verweerder, niet althans onvoldoende worden vastgesteld dat er sprake is van ernstige vermoedens van strafbaar handelen van verweerder. Hierdoor kan evenmin worden vastgesteld dat er sprake is van een ernstig vermoeden van een handelen of nalaten waardoor enig door artikel 46 Advocatenwet beschermd belang is geschaad of dreigt te worden geschaad. De enkele verdenking van strafbaar handelen is daartoe onvoldoende. Verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet wordt afgewezen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1028
- Pagina: 1029
- Pagina: 1030
- ...
- Pagina: 4478
- Volgende pagina zoekresultaten