Zoekresultaten 12551-12560 van de 13037 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0488 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 082b

    Klager verwijt de internist-oncoloog, dat hij een verkeerde en/of te late diagnose heeft gesteld, onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling en de gevolgen daarvan, een chirurgische fout heeft gemaakt door onnodig een operatie uit te voeren,verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven en klager niet eerder heeft doorverwezen naar een gespecialiseerd ziekenhuis. De internist-oncoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht in al haar onderdelen af.    

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0494 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/146

    null

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0489 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 082a

    Klager verwijt de chirurg, dat hij een verkeerde en/of te late diagnose heeft gesteld, onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling en de gevolgen daarvan, een chirurgische fout heeft gemaakt door onnodig een operatie uit te voeren,verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven en klager niet eerder heeft doorverwezen naar een gespecialiseerd ziekenhuis. De chirurg heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht in al haar onderdelen af.    

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0484 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0992

    Klaagster verwijt verweerder, chirurg, onder meer dat haar onvoldoende informatie is verstrekt over de borstvergroting, dat de pockets te groot waren en dat verweerder niet inging op klaagsters vraag of het door hem geconstateerde fibroadenoom nader onderzocht diende te worden. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat niet vast staat dat klaagster niet is geïnformeerd over de risico’s van haar leeftijd. De pockets bleken te ruim, maar herstel is aangeboden en de operatie was geen resultaatsverplichting. De CBO-richtlijn mammacarcinoom van 2008 wijst op de noodzaak tot verwijzing bij een mogelijk fibroadenoom naar een mamma poli, waar altijd minimaal een echo wordt aangevraagd. Verdere controle was geïndiceerd, dus dit klachtonderdeel is gegrond. Volgt: waarschuwing.    

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0485 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0933b

    Klaagster verwijt verweerder, arts, dat haar niet is medegedeeld dat hij geen (plastisch) chirurg is, maar huisarts en dat hij na de operatie, toen zij na een spuitje was flauw gevallen en aan het doodgaan was, niet naar haar is komen kijken. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerderde sedatie leidde en niet als operateur is opgetreden. De operatie is ook postoperatief normaal verlopen en van het ontbreken van toezicht of zorg was geen sprake. Na daling van de bloeddruk is (kennelijk) een infuus gegeven, waardoor de bloeddruk zich herstelde. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0486 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0933a

    Klaagster verwijt verweerder, chirurg, onder meer dat zij na een borstvergroting een C-cup had gekregen, terwijl een D-cup was afgesproken en dat na de operatie haar bloeddruk zodanig daalde dat zij bijna is doodgegaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat de operatie een inspanningsverplichting betrof en geen resultaatsverplichting. Uit het medisch dossier en de mededeling over de aanleg van een infuus met zoutoplossing blijkt dat de operatie ook postoperatief normaal is verlopen en dat van het ontbreken van toezicht of zorg geen sprake is geweest. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0451 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 116/2008

    Klacht tegen internist. Op basis van met name het histologisch onderzoek mocht verweerder concluderen dat er vermoedelijk sprake was van een (virale) reactie. Het feit dat later geconstateerd is dat patiënt leed aan een maligne lymfatische ziekte, overigens niet die uiteindelijk werd gediagnosticeerd, die patiënt halverwege 2006 al onder de leden moet hebben gehad, maakt niet dat verweerder zijn werk onzorgvuldig heeft gedaan en deze ziekte verwijtbaar over het hoofd heeft gezien. Hij heeft passend onderzoek laten uitvoeren en dat onderzoek wees daar niet op. Klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0464 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 038/2009

    null

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0471 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/318

      Verpleegkundige was als zodanig in dienst bij klaagster, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De klacht houdt in dat de verpleegkundige een intieme relatie met een cliënte is aangegaan en heeft onderhouden in een periode dat hij als verpleegkundige een beroepsmatige hulpverleningsrelatie met haar had binnen een klinische vestiging van de instelling. Deze relatie hield tevens een seksuele relatie in. Klaagster is van mening dat sprake is van een gerede kans op recidive. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het verweten grensoverschrijdend gedrag de verpleegkundige ernstig moet worden aangerekend, en de daaraan ten grondslag gelegde motivering. In het licht van de ernst van de feiten en de – ook naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege niet uit te sluiten – kans dat de verpleegkundige bij voortzetting van zijn werkzaamheden als verpleegkundige op enig moment opnieuw zijn grenzen overschrijdt, acht ook het Centraal Tuchtcollege de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het register gerechtvaardigd. Centraal Tuchtcollege deelt de ten overvloede door het Regionaal Tuchtcollege gegeven overweging dat wanneer de verpleegkundige na verloop van enige jaren kan aantonen dat een adequate behandeling heeft plaatsgevonden op grond waarvan aangenomen kan worden dat het risico van herhaling van het verweten gedrag nihil of verwaarloosbaar is, hij op grond van artikel 50 van de Wet BIG de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan verzoeken in de hem ontzegde bevoegdheid te worden hersteld. Beroep verworpen

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0458 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 094/2009

    Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de broer van klaagster.  Op zondag 7 september 2008 heeft klaagsters broer telefonisch aan klaagster gemeld dat hij krachtverlies in het rechterbeen en in de rechterarm had. Aangezien hij aan Kahler leed is klaagster direct naar haar broer toegegaan en heeft zij 112 gebeld. Bij aankomst van de ambulance zag de verpleegkundige aanleiding om via de huisartsenpost verweerder te bellen voor een visite diezelfde avond, welke hij ook heeft afgelegd. Verweerder noteerde geen spoed indicatie op dat moment.     Waarschuwing. De volgende dag heeft de eigen huisarts patiënt onmiddellijk per ambulance naar het ziekenhuis verwezen waar een cerebrale bloeding is geconstateerd.  Patiënt is daaraan de volgende dag overleden.