Zoekresultaten 12431-12440 van de 13719 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1294 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2009.182

    De verpleegkundige is vervangend behandelcoördinator in een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Klager dient de klacht in als biologische vader van zijn twee zoons die beiden in het centrum verbleven in verband met een onderzoek naar klager en zijn kinderen. Klager voert een groot aantal klachten aan die erop neerkomen dat de verpleegkundige geen professionele hulpverleningverantwoordelijkheid heeft. Het RTG oordeelt de klacht als kennelijk ongegrond cq van onvoldoende gewicht en wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1300 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.210

    Klager heeft bij zijn huisarts aangegeven dat hij bang is besmet te zijn door bloed in door hem genuttigd voedsel. De arts laat zijn bloed onderzoeken. De volgende dag deelt klager de huisarts mee dat hij toch geen bloedonderzoek wil. De huisarts heeft kennis genomen van de uitslag van het bloedonderzoek (geen afwijkingen). Klager verwijt de huisarts dat hij hem geen preventieve medicatie heeft voorgeschreven en dat de huisarts heeft kennisgenomen van de laboratoriumuitslagen. Het RTG wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1307 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.264

    Klacht tegen arts. Klager is van mening dat de behandeling in het ziekenhuis van dien aard is geweest dat zijn vader daardoor is overleden, althans dat het risico van overlijden door de wijze van behandeling respectievelijk door het nalaten adequaat te handelen, fors werd vergroot, hetgeen (onder anderen) de arts valt aan te rekenen. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1295 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2009.183

    In een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, waar de arts als psychiater en 1e geneeskundige werkzaam is, is een onderzoek gestart naar klager en zijn kinderen. De voorlopige conclusie is geweest dat klagers kinderen niet behandeld konden worden zolang er geen sprake was van een min of meer stabiele gezinssituatie. Klager heeft een zeer groot aantal klachten over de gang van zaken, zowel met betrekking tot hemzelf als met betrekking tot zijn kinderen. Het RTG oordeelt de klacht als kennelijk ongegrond en wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1301 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.228

    Klaagster is in het kader van een procedure tot inbewaringstelling (IBS) na een melding van de politie en inschakeling van de GGZ-crisisdienst vanuit haar woning meegenomen naar een GGZ-instelling. Klaagster kreeg (herhaaldelijk) medicatie toegediend. De aangeklaagde huisarts heeft met klaagster bemoeienis gehad in het voortraject van de IBS. Volgens klaagster heeft de huisarts onjuiste informatie aan de GGZ-crisisdienst verstrekt en zo aan haar IBS bijgedragen. Ook heeft de huisarts volgens klaagster nagelaten te melden dat klaagster in slechte gezondheid verkeerde en niet tegen medicijnen kan. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1308 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.324

    Klager verwijt huisarts dat hij onjuiste diagnose heeft gesteld bij pijnklachten aan de rechterschouder. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Klager stelt in hoger beroep dat het Regionaal College is uitgegaan van onjuiste dan wel onvolledige feiten wat betreft de toedracht van het letsel en de mededelingen die hij daarover aan de huisarts heeft gedaan. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1296 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.038

    De verpleegkundige is vervangend behandelcoördinator in een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Klager dient de klacht in als biologische vader van zijn twee zoons die beiden in het centrum verbleven in verband met een onderzoek naar klager en zijn kinderen. Klager voert een groot aantal klachten aan die erop neerkomen dat de verpleegkundige geen professionele hulpverleningverantwoordelijkheid heeft. Het RTG oordeelt de klacht als kennelijk ongegrond cq van onvoldoende gewicht en wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1302 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.229

    Klaagster is in het kader van een procedure tot inbewaringstelling (IBS) na een melding van de politie en inschakeling van de GGZ-crisisdienst vanuit haar woning meegenomen naar een GGZ-instelling. De aangeklaagde huisarts heeft klaagster een jaar eerder gezien. Klaagster heeft toen gesproken over haar mishandeling door familieleden en over Winti. De aangeklaagde huisarts werkt samen met een andere huisarts (zaak 2010/228) die met klaagster bemoeienis heeft gehad in het voortraject van de IBS. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat zij geen Wintideskundige heeft ingeschakeld en dat zij onjuiste informatie aan de GGZ-crisisdienst verstrekt en zo aan haar IBS heeft bijgedragen. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1290 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.265

    "Klacht tegen tandarts ongegrond. Klaagster heeft haar klachten niet onderbouwd. De door de tandarts weergegeven diagnose is door klaagster niet althans onvoldoende onderbouwd. Beroep moet worden afgewezen."

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1292 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.299

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze haar ten onrechte niet heeft verwezen naar een vaatchirurg en dat deze in de verwijsbrief aan de cardioloog onder meer heeft geschreven dat klaagster lijdt aan een bipolaire stoornis. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.