Zoekresultaten 1-10 van de 12435 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5556

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Klager verwijt de psychiater dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden, dat zij hem heeft beschuldigd van liegen en dat zij hem de gevraagde medicatie heeft geweigerd. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5489

    Klagers verwijten de huisarts dat zij (a) haar zorgplicht niet is nagekomen door na het herseninfarct geen contact op te nemen met klaagster om te vragen hoe het met haar ging, of zij zich kon redden, etc. en na de bijnieroperatie bij klager niet na te vragen hoe deze operatie was verlopen maar alleen over het hartinfarct te spreken, (b) toestemming heeft verleend voor alcoholgebruik naast oxycodon, (c) klaagster niet serieus heeft genomen toen zij meldde dat klager afgleed in de morfine en heel langzaam agressief werd en onhoudbaar, (d) klaagster naar Veilig Thuis heeft verwezen, terwijl dat niet de oplossing van het probleem was, omdat klaagster haar man voor verder afglijden wilde behoeden, (e) de telefoon op de haak heeft gegooid waardoor klaagster zich voor het eerst sinds haar verblijf in Nederland gediscrimineerd voelde en (f) de tuchtklacht met de opvolgende huisarts heeft gedeeld waardoor sprake is van schending van de privacy en smaad. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5298

    De klacht tegen een huisarts gaat over oogklachten van klaagster. Klaagster verwijt de huisarts dat hij voortekenen van acuut glaucoom heeft gemist en haar te laat en niet met spoed heeft verwezen naar de oogarts.   Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond omdat de huisarts voldoende onderzoek heeft gedaan naar de oogklachten van klaagster. De  oogklachten van klaagster gaven op die momenten geen aanleiding voor een (spoed)verwijzing naar de oogarts. In tegenstelling tot het standpunt van klaagster zijn de eerdere oogklachten geen voortekenen geweest van acuut glaucoom. Acuut glaucoom kent geen voortekenen en het handelen van de huisarts is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5212

    De klacht gaat over het medisch advies van de verzekeringsarts over de aanvraag van klaagster tot ontheffing voor deelname aan het inburgeringsexamen op medische gronden. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Er zijn geen aanwijzingen dat de verzekeringsarts zijn beroepsgeheim jegens klaagster heeft geschonden. De verzekeringsarts is niet verantwoordelijk voor de administratieve verwerking en verzending van correspondentie door zijn opdrachtgever. Er is niet gebleken dat de verzekeringsarts tekort is geschoten in de communicatie en in het nakomen van afspraken met klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5391

    Gegronde klacht tegen een psychiater. Klagers hebben over de verdachte in een strafzaak waarvoor veel maatschappelijke belangstelling bestaat, gezamenlijk een Pro Justitia (PJ)-rapport opgemaakt. Verweerder heeft zich in een artikel in een landelijk dagblad kritisch over dit rapport van klagers uitgelaten. Volgens klagers heeft hij zich daarbij onprofessioneel, onjuist, onzorgvuldig en oncollegiaal over hen en hun werk uitgelaten. Klagers zijn ontvankelijk in hun klacht, het handelen van verweerder kan worden beoordeeld onder de tweede tuchtnorm. Het college komt tot het oordeel dat verweerder als psychiater niet respectvol en onvoldoende zorgvuldig jegens klagers heeft gehandeld. Hij had niet mogen instemmen met de publicatie van zijn uitspraken in de huidige formulering, zonder nadere toelichting en zonder genuanceerdere informatie. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met wat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Gelet op de deskundigheid van verweerder op het gebied van de forensische psychiatrie en PJ-rapportage, en op zijn positie als hoogleraar mag van hem worden verwacht dat hij zich goed bewust is van de implicaties van zijn uitspraken in openbare publicaties als het onderhavige krantenartikel. Deze kunnen niet worden beschouwd als een ongelukkige vergissing. Uit de e-mailwisseling en het gesprek met klagers na de publicatie is ook gebleken dat daarvan geen sprake is geweest. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:213 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5441

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een oordeel over klager heeft geveld zonder hem te hebben gezien en dat er onwaarheden in de medische verklaring van de psychiater staan. Het college is er mede door een ondersteunende notitie van een verpleegkundige voldoende van overtuigd dat de psychiater klager persoonlijk heeft gezien en onderzocht voordat hij de medische verklaring ten behoeve van een zorgmachtiging heeft opgesteld. Omdat de psychiater alle feiten heeft overgenomen uit het medisch dossier van klager, kan de eventuele onjuistheid daarvan hem niet worden verweten. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1757

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Bij klaagster werd na een val een wervelbreuk vastgesteld. De orthopedisch chirurg heeft in opdracht van de rechtsbijstandsverzekering van klaagster een expertiserapport uitgebracht ter beantwoording van de vraag of sprake is geweest van medisch onzorgvuldig handelen met betrekking tot de wervelbreuk. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte en valse rapporten heeft overgenomen uit het dossier van het ziekenhuis. Ook verwijt zij de orthopedisch chirurg dat hij niet heeft gereageerd op klaagsters sommatie om bewijs te leveren van de stelling dat zij aan de poliomyelitis uit haar jeugd klachten en/of afwijkingen had overgehouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1809

    Klacht tegen psychiater. Klager is beroepschauffeur en rijdt op een vrachtwagen. De psychiater heeft klager op verzoek van het CBR onderzocht in het kader een psychiatrische keuring ten behoeve van een rijbewijsverlenging. Op grond van het keuringsrapport is klager niet rijgeschikt verklaard. Klager verwijt de psychiater onder meer dat het onderzoek onterecht en zonder zijn medeweten en instemming is uitgebreid naar een alcoholonderzoek en dat de psychiater te veel waarde heeft gehecht aan de uitkomsten van het bloedonderzoek (CDT-waarde). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht (deels) gegrond en legt aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart de klacht alsnog ongegrond en verstaat dat de waarschuwing is komen te vervallen. Alles overziend is het CTG van oordeel dat ook als de psychiater kennis had gedragen van het feit dat klager ten tijde van het onderzoek vakantie had en daarom sprake was van een hoger alcoholgebruik dan normaal (maar zij was daarvan niet op de hoogte), dit niet noodzakelijkerwijs tot een ander advies had geleid.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:132 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1792

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. In februari 2018 heeft de orthopedisch chirurg bij klaagster een heupprothese geplaatst. Nadien is klaagster meerdere malen ter controle gezien en onderzocht wegens aanhoudende pijnklachten. Op 2 maart 2020 heeft een arthrogram plaatsgevonden. De radioloog concludeerde dat er geen argumenten voor loslating waren. Klaagster heeft zich voor een second opinion gewend tot een ander ziekenhuis. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij de heup niet goed heeft geplaatst. Na de operatie kwam er veel wondvocht vrij. Bovendien hield zij klachten. Een verbetering deed zich niet voor. In december 2021 is klaagster opnieuw geopereerd. Klaagster heeft het idee dat er te veel mensen in opleiding bij de operatie aanwezig waren en dat de orthopedisch chirurg haar aandacht er niet goed bij heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5322

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een uroloog. Bij klager is een frenulumplastiek uitgevoerd door de uroloog. Klager verwijt de uroloog onder andere dat     hij klager tijdens de operatie heeft gedwongen om te kijken, terwijl klager uitdrukkelijk kenbaar maakte dat hij dat niet wilde en dat hij niet naar de klachten van klager heeft geluisterd nadat de wond niet goed was geheeld. Het college onderschrijft dat het laten meekijken van een patiënt aan het einde van de ingreep – voordat de wond verbonden wordt -  binnen de beroepsgroep gebruikelijk is, en ook nodig om ervoor te zorgen dat de patiënt goed voorbereid is op wat hij eenmaal thuis kan verwachten. Het college kan niet vaststellen dat de uroloog daarbij dwang heeft gebruikt. Verder is het college van oordeel dat de uroloog het genezingsproces adequaat heeft beoordeeld, voldoende aandacht heeft gehad voor de klachten van klager en hem daarbij correct heeft geadviseerd. Tijdens de controleafspraken stond de wondgenezing centraal en midden in het genezingsproces kan niet vooruit worden gelopen op het eindresultaat van de frenulumplastiek en de uiteindelijke conditie van de voorhuid. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.