Zoekresultaten 11-20 van de 12844 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5904

    Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster is in verband met buikpijnklachten door de huisarts verwezen naar de gynaecoloog voor een screenende echo. Bij deze echo werd geen duidelijke verklaring gevonden voor de pijn. Klaagster verwijt de gynaecoloog onder meer dat zij de rechter adnex niet goed in beeld heeft gebracht en dat ze geen aanvullend onderzoek heeft gedaan of geadviseerd aan de huisarts. Bij vervolgonderzoek door een andere arts bleek dat sprake was van een actinomyces ontsteking, waarvoor klaagster een langdurige behandeling moest ondergaan. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6112

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt haar voormalig waarnemend huisarts dat zij heeft geprobeerd om de kinderen van klaagster uit te schrijven bij haar huidige huisartsenpraktijk. Klaagster heeft daarvoor geen toestemming gegeven. Daarnaast verwijt klaagster de huisarts dat zij heeft geweigerd om de volledige dossiers van haar kinderen over te dragen aan haar huidige huisarts. Het college kan niet vaststellen dat de huisarts betrokken is geweest of had moeten zijn bij het uitschrijven en/of het overdragen van de medische dossiers van de kinderen van klaagster. De huisarts stelt dat zij nooit opdracht heeft gegeven om een patiënt uit te schrijven en dat het in- en uitschrijven van patiënten normaliter door de assistentes van de huisartsenpraktijk wordt gedaan. Het college ziet ook geen aanknopingspunten in het dossier die wijzen op een door de huisarts gegeven opdracht daarvoor of voor het achterhouden van de medische dossiers van de kinderen. Het college merkt daarbij op dat het in- en uitschrijven van patiënten en het overdragen van medische dossiers administratieve handelingen zijn die niet tot het takenpakket van een waarnemend huisarts behoren. Ook het opdracht geven daarvoor, het controleren en accorderen van dergelijke handelingen hebben betrekking op de praktijkorganisatie, waar een waarnemend huisarts niet verantwoordelijk voor is. De klacht is kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6302

    Deels gegronde klacht tegen een arts. Klager heeft een klacht tegen de arts ingediend namens zijn echtgenote, hierna: de patiënte, die is overleden. Hij klaagt erover dat zij door middel van euthanasie had willen overlijden en dat deze wens door de arts, die waarnam voor de huisarts van de patiënte, niet is gerespecteerd. Ook is de arts volgens klager (onder andere) onzorgvuldig en nalatig geweest, omdat hij de patiënte niet persoonlijk gezien en beoordeeld heeft en ook niet zelf telefonisch heeft gesproken voordat hij overging tot palliatieve sedatie. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ongegrond is ten aanzien van het niet willen uitvoeren van de euthanasie en de daarmee samenhangende klachtonderdelen. De klacht is wel gegrond voor wat betreft het gebrek aan persoonlijk contact met de patiënte over de palliatieve sedatie. Voor het gegronde deel legt het college de arts als maatregel een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5824

    Deels gegronde klacht tegen een arts. Verweerster heeft bij klaagster een wenkbrauwlift met botox toegepast en rimpels in haar bovenlip behandeld met filler. Klaagster kreeg vervolgens een opgezette bovenlip, waarna de arts enkele malen (zonder succes) met hyaluronidase-injecties heeft geprobeerd de filler op te lossen. Klaagster is onder andere niet tevreden over de bejegening en de nazorg. De arts heeft klaagster na het ontstaan van haar klachten steeds op consult laten komen en geprobeerd die klachten te verhelpen met passende maatregelen. Zij heeft diverse malen geprobeerd de hyaluronzuurfiller met hyaluronidase op te lossen en, toen dit niet lukte, klaagster terecht doorverwezen naar een gespecialiseerd centrum, het complicatie fillers team van het Erasmus MC. Ook de opgetreden infectie is adequaat behandeld. De arts heeft daarmee voldoende serieuze aandacht besteed aan de klachten van klaagster na de behandeling. Wel acht het college het tuchtrechtelijk niet aanvaardbaar dat verweerster, zoals zij heeft erkend, in een telefoongesprek klaagster heeft uitgemaakt voor leugenaar, omdat zij verzwegen zou hebben dat zij in het verleden een permanente filler zou hebben gehad. Zelfs als het juist zou zijn dat zij ten onrechte hiervan geen melding heeft gemaakt dan behoeft daarbij nog geen sprake te zijn van opzet. Een arts behoort een patiënt uit hoofde van haar beroep respectvol te benaderen. Dat is hier niet gebeurd. Het college acht het opleggen van een waarschuwing daarvoor passend en noodzakelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6515

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De vader van klager is overleden. Klager verwijt de huisarts dat hij te weinig onderzoek heeft gedaan naar de oorzaak van de klachten van zijn vader, te weten: kortademigheid, snel moe worden, veel zweten na een korte wandeling en last van zijn borst. Volgens klager heeft de huisarts zich slechts gericht op astma en de longen van zijn vader en te weinig aandacht gehad voor een andere oorzaak van de klachten. De huisarts heeft verweer gevoerd en stelt dat de vader van klager binnen de praktijk niet bekend was met symptomen als hevig zweten en/of pijn op de borst of andere klachten die konden duiden op een cardiaal probleem. De huisarts heeft verder opgemerkt dat de patiënt meestal op het spreekuur van de praktijkverpleegkundige werd gezien. Het college oordeelt dat er gelet op de in het dossier genoteerde klachten geen aanleiding was om, anders dan de ingezette behandeling voor de astma en diabetes, verder onderzoek te (laten) doen naar het functioneren van andere organen en dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, ook niet voor zover hij verantwoordelijkheid droeg voor het handelen van de praktijkverpleegkundige. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6264

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft de huisarts bezocht met een ernstige zwelling in de linkerborst. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar heeft tegengewerkt in haar wens om te worden doorverwezen naar het ziekenhuis van haar keuze, door summiere informatie aan dat ziekenhuis te verstrekken. De huisarts heeft verweer gevoerd en stelt dat hij een verwijsbrief aan het ziekenhuis heeft gestuurd met alle informatie die hem op dat moment bekend was. Hij heeft klaagster zo goed mogelijk willen helpen en haar op geen enkele manier tegenwerkt in haar wens. Het college oordeelt dat de huisarts zich heeft ingespannen om klaagster zo snel mogelijk passend te laten behandelen en daarbij ook correct gevolg heeft gegeven aan de dringende wens van klaagster om in het ziekenhuis van haar keuze te worden behandeld. Dat klaagster niet door dat ziekenhuis is geaccepteerd voor behandeling, kan de huisarts niet worden verweten. De klacht is kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5848

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klaagster een borstsparende operatie uitgevoerd, waarbij zij vijf operatieclips achterliet in haar lichaam om het gebied te markeren wat nadien bestraald zou moeten worden. De chirurg heeft dit niet vooraf met klaagster besproken. Klaagster vindt dat de chirurg hiermee onzorgvuldig heeft gehandeld. Zij is van mening dat de chirurg dit met haar had moeten bespreken en dat zij aan klaagster toestemming had moeten vragen. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Het gaat om zeer kleine operatieclips die niet schadelijk zijn voor het lichaam. Deze clips zijn aangebracht met het oog op een nauwkeurige radiotherapie, wat in vrijwel alle gevallen van een borstparende operatie als nabehandeling noodzakelijk is. Dit staat voorgeschreven in de Landelijke Richtlijn Mammacarcinoom. Het niet plaatsen van deze operatieclips zou een bestraling veel minder effectief of onevenredig belastend maken. Kort gezegd is het plaatsen van deze operatieclips dus noodzakelijk voor een medisch zorgvuldige behandeling. De klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5906

    Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg/genderchirurg. Klager is onder behandeling voor genderdystrofie. Door de plastisch chirurg is een phalloplastiek en verlenging van de urethra uitgevoerd. Klager verwijt de chirurg onvoldoende zorg rond de aangebrachte kathether, inadequate pijnbestrijding, negeren van klachten, onvoldoende bijhouden van het medisch dossier en op meerdere momenten onvoldoende of ondeugdelijke zorgverlening. Het college oordeelt dat de plastisch chirurg zeer regelmatig en waar nodig tijdig de katheter vervangen. Het is niet aannemelijk geworden, gelet op de frequente behandelcontacten, dat hij klachten van klager heeft genegeerd of onderschat. Het is voorts niet vast komen te staan, ondanks het horen van verschillende getuigen, dat klager bij ontslag na een operatie geen extra katheterzak en pijnstillers heeft meegekregen. Het medisch dossier is beknopt maar geeft in voldoende mate inzicht in het medisch beloop. Verder kan de plastisch chirurg niet verantwoordelijk worden gehouden voor zorg waar hij niet bij betrokken is geweest of verantwoordelijk voor was. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5244

    Psychotherapeut. Klacht: a) medisch dossier niet correct bijgehouden, b) documenten in dossier die klaagster niet kent, c) frustreren tuchtprocedure door niet verstrekken gespreksaantekeningen, d) in dossier ontbreken tussentijdse evaluaties, behandelovereenkomst en gespreksverslagen, e) behandeling niet conform gedragsregels afgewikkeld, f) behandeling had eerder moeten worden overgenomen door multidisciplinair team, g) geen gestructureerde en zorgvuldige dossieropbouw.College: b, d en e gegrond. Behandelplan moet worden besproken en voorgelegd voor akkoord. Omdat klaagster vaker na stoppen therapie toch wilde voortzetten, had verweerster hierover duidelijker moeten communiceren en bedoeling moeten achterhalen. Niet zorgvuldig gehandeld door sluiten dossier zonder bericht vooraf en zonder evaluatie behandeling. Gespreksaantekeningen onderdeel dossier. Niet gebleken dat verweerster tuchtprocedure heeft willen frustreren. Overige ongegrond.Maatregel: betrokken psychotherapeut, intensief behandeltraject, complexe problematiek. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5749

    Klacht tegen een huisarts die bij klaagster een koperspiraal geplaatst heeft. Klaagster is ondanks deze spiraal zwanger geworden. Klaagster verwijt de huisarts dat de spiraal mogelijk niet goed geplaatst was en dat er niet na zes weken een controle is gedaan. Klaagster verwijt de huisarts ook dat de nazorg na ontdekking van de zwangerschap onvoldoende was. Klacht ongegrond.