Zoekresultaten 11601-11610 van de 12920 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1331 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.274

    Hangt samen met 2010/271, 2010/272, 2010/273 en 2010/275. Klacht over behandeling zoon van klaagster, die drie dagen na de geboorte op de afdeling high care is overleden aan de gevolgen van een harttamponade, bij wie een navelvene-katheter was ingebracht. Klacht tegen kinderarts, supervisie over de afdeling, gegrond, waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1325 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.206

    Klaagsters zijn moeder en dochter. De dochter heeft zich vanwege nek- en rugklachten onder behandeling gesteld van de arts. De arts stelde na kort lichamelijk onderzoek de diagnose beginnende schizofrenie als gevolg van scheefstand van de nekwervels en heeft de dochter behandeld met orthomanuele manipulatie van de nekwervels en medicatie met propanolol. De klacht houdt onder meer in dat de arts een verkeerde diagnose heeft gesteld, namelijk een ernstige psychiatrische stoornis, onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de geestestoestand van de dochter en ten onrechte een causaal verband heeft gelegd tussen een beschadiging aan de nekwervel en de psychologische toestand van de dochter. Het RTG heeft de maatregel van doorhaling van de inschrijving en schorsing van de inschrijving met onmiddellijke ingang met publicatie opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van de arts gegrond, vernietigd de bestreden beslissing op onderdelen en legt de arts een voorwaardelijke schorsing  voor een periode van een jaar met publicatie op.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1478 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/370

    Klager,die werkzaam is als piloot, verwijt de arts, kort samengevat, dat zij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld met betrekking tot zijn ziekmelding.  De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1339 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-072

    Klaagster verwijt de arts dat hij misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke positie van klaagster door met haar een intieme relatie aan te gaan en haar niet heeft doorverwezen naar een andere beroepsbeoefenaar. Klaagster verwijt de arts voorts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Schorsing voor tien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.      

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1332 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.275

    Hangt samen met 2010/271, 2010/272, 2010/273 en 2010/274. Klacht over behandeling zoon van klaagster, die drie dagen na de geboorte op de afdeling high care is overleden aan de gevolgen van een harttamponade, bij wie een navelvene-katheter was ingebracht. Klacht tegen neonatoloog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1326 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.270

    Klacht tegen tandarts over behandeling gegrond, omdat de gebitten van klagers een groot aantal jaren ernstig zijn verwaarloosd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft doorhaling in het BIG-register bevolen. In hoger beroep is een berisping opgelegd, gelet op het feit dat geen sprake is van recidive, dat er niet eerder klachten zijn ingediend, dat de tandarts zijn praktijk heeft neergelegd en dat de tandarts ter zitting heeft verklaard de ernst van de verwijtbaarheid in te zien.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1479 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/137

     

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1333 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.276

    De aangeklaagde uroloog heeft een laparoscopische clipping van een varicocele uitgevoerd bij klager. Klager verwijt verweerder dat de operatie die bij hem is uitgevoerd niet afgesproken en niet medisch noodzakelijk was. Tevens verwijt klager verweerder dat hij sinds de operatie last heeft van psychische/lichamelijke klachten. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1327 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.318

      Klacht tegen huisarts. Klager verwijt huisarts hem ten onrechte geen medische hulp te hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege acht het verweer van de arts dat het tussen klager en de arts ging over de vraag of klager zich als patiënt  in de praktijk van de arts kon laten inschrijven en niet over de behandeling van een brandwond aannemelijk en acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1315 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.196

    De burgemeester heeft op 16 maart 2007 de inbewaringstelling gelast van klaagster in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft de inbewaringstelling voortgezet. Nadat er op 18 maart 2007 een incident heeft plaatst gehad, is klaagster in de separeer geplaatst. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij tijdens haar verblijf in de separeer niet naar behoren is verzorgd en begeleid. Het RTG wijst de klacht als ongegrond af nu de verweten gang van zaken tijdens de separeer onvoldoende feitelijk is komen vast te staan. Het CTG bekrachtigt de uitspraak van het RTG onder verbetering van de gronden. In hoger beroep is komen vast te staan dat de verpleegkundige niet betrokken is geweest bij de plaatsing in de separeer. De verpleegkundige was wel betrokken bij het verblijf in de separeer. De daarbij gehanteerde veiligheidsmaatregelen zijn als adequaat aan te merken. Het CTG merkt voorts op dat de betrokken instelling de verkeerde namen heeft doorgegeven van de betrokken verpleegkundigen waardoor de rechtsgang voor klaagster is bemoeilijkt. Ten overvloede wijst het CTG er op dat klaagster pas een kopie heeft ontvangen van haar medisch dossier ná tussenkomst van het CTG.