Zoekresultaten 81-90 van de 20195 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:51 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-500/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:52 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-519/DH/DH

    Verzet gegrond. De voorzitter heeft in de voorzittersbeslissing de indruk gewekt dat relevant is dat de vragen door verweerster zijn beantwoord op een moment dat klaagsters geen cliënte meer was, terwijl de geheimhoudingsplicht ook geldt ten aanzien van oud-cliënten. Klacht alsnog ongegrond. Het is de raad niet gebleken dat de door verweerster gegeven antwoorden strijdig zouden zijn met de jegens klaagster door verweerster in acht te nemen geheimhoudingsplicht.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-127/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. 60ab-verzoek. Verweerder heeft de deken door zijn handelen en nalaten op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak gefrustreerd (gedragsregel 29) en niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarnaast heeft verweerder in strijd gehandeld met de bepalingen in de Verordening op de advocatuur (Voda) die zien op het voeren van een gedegen kantoororganisatie en  met de kernwaarden deskundigheid en integriteit (artikel 10a Advocatenwet). Uit de aan de raad overgelegde stukken en het ter zitting verhandelde blijkt voldoende dat sprake is van een ernstig vermoeden van een handelen door verweerder waardoor enig door artikel 46 beschermd belang ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad.Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt in voldoende mate dat verweerder er geen blijk van geeft zijn praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen. Verweerder blijkt niet in staat om aan meerdere op hem rustende (administratieve) verplichtingen te voldoen, is onbereikbaar, onttrekt zich aan het toezicht van deken en verschijnt niet bij de tuchtrechter. Er is naar het oordeel van de raad op grond van het voorgaande sprake van een dusdanig spoedeisend belang dat enig door artikel 46 Advocatenwet beschermd belang schorsing met onmiddellijke ingang vergt. Toewijzing verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:53 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-721/DH/DH

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een kwestie over omgang en informatie. Verweerster heeft bij de behandeling van klagers zaak onvoldoende voortvarendheid betracht en onvoldoende met klager gecommuniceerd over de voortang van de zaak en zaken of omstandigheden die de voortang belemmerden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-369/DH/DH

    Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:69 Hof van Discipline 's Gravenhage 230113

    klacht tegen advocaat tegenpartij. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht ongegrond. Voor verweerster waren voldoende aanknopingspunten om - namens haar cliënte - te refereren aan de in de processtukken genoemde term ‘ouderverstoting’ en hiermee een link te leggen met de feitelijke situatie waarin haar cliënte verkeert. Dat vervolgens de link wordt gelegd met de houding van klager acht het hof in de gegeven omstandigheden ook niet onbegrijpelijk

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:68 Hof van Discipline 's Gravenhage 230115

    Klacht tegen eigen advocaat over op zitting gesloten vaststellingsovereenkomst. De raad is de buiten de omvang van de klacht en daarmee de rechtsstrijd getreden door ook het optreden van de advocaat voorafgaand aan de zitting bij de klacht te betrekken. Daar werd immers niet over geklaagd. Verder is niet komen vast te staan dat de advocaat klager niet goed zou hebben bijgestaan op zitting of niet goed zou hebben geïnformeerd over/betrokken bij de inhoud van de te sluiten vaststellingsovereenkomst. De klachten worden alsnog ongegrond verklaard en de beslissing van de raad waarbij onder meer een maatregel is opgelegd, wordt vernietigd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:53 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-900/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-852/AL/NN

    Voorzittersbeslissing over klacht tegen deken. Uit de namens verweerster met klaagster gevoerde correspondentie is de voorzitter gebleken dat verweerster voorafgaand aan de aanwijzing van mr. B als advocaat van klaagster op grond van artikel 13 Advocatenwet gedegen onderzoek naar de geschiktheid van mr. B heeft gedaan. De voorzitter is verder uit de stukken gebleken dat verweerster na de aanwijzing van mr. B als advocaat de gemaakte keuze op uitvoerige wijze aan klaagster heeft toegelicht. Ook heeft verweerster, totdat een klacht tegen haar werd ingediend, op verschillende manieren geprobeerd om met klaagster uit de ontstane impasse te komen. Dat klaagster desondanks en om haar moverende redenen niet instemde met de aanwijzing van mr. B kan zo zijn, maar maakt het handelen van verweerster nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerster en haar stafjurist hebben naar het oordeel van de voorzitter immers gedaan wat van hen verwacht mocht worden in de gegeven omstandigheden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-859/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klaagster in civiel geschil. Verweerder heeft als partijdig advocaat de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overschreden. Hij heeft na eigen onderzoek een uitgebreid verweer in de bodemprocedure noodzakelijk geoordeeld als ook het opstarten van een kort geding tegen klaagster. Niet is gebleken dat daarbij sprake is geweest van onnodig en kansloos procederen of onnodig tijd rekken door verweerder of dat verweerder zijn eigen financiële belangen daarbij voorop heeft gesteld. Klacht kennelijk ongegrond.