Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
De voorzitter heeft op juiste feiten en gronden geoordeeld dat klacht tegen advocatenkantoor kennelijk niet-ontvankelijk is. Verzet ongegrond.
Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. De door verweerder aan klaagster gezonden opdrachtbevestiging is onvoldoende. Verweerder heeft klaagster niet meegenomen in zijn (mogelijke) vertragingsstrategie en hij heeft op onprofessionele wijze met klaagster gecommuniceerd via e-mail en whatsapp. Uit het dossier komt het beeld naar voren dat verweerder in de zaak onvoldoende regie heeft gevoerd en is tekortgeschoten in het (tijdig en inhoudelijk) communiceren met klaagster. Het hof rekent verweerder het structurele tekortschieten in de communicatie en het onvoldoende regie voeren zwaar aan en acht, mede gelet op zijn tuchtrechtelijke verleden, de maatregel van een voorwaardelijke schorsing passend en geboden. In tegenstelling tot de zitting bij de raad is verweerder ter zitting bij het hof wel in staat gebleken op zijn gedrag te reflecteren en heeft hij enig inzicht getoond in het onbetamelijke van zijn handelen. Het hof matigt de opgelegde maatregel in die zin dat een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren wordt opgelegd. Proceskostenveroordeling. Verkorte bekrachtiging plus.
Klacht tegen eigen advocaat. De raad heeft de klacht ongegrond verklaard. Naar het oordeel van het hof is klachtonderdeel b) deels gegrond. Uit het dossier valt niet op te maken dat verweerder (belangrijke) afspraken met klaagster schriftelijk heeft bevestigd. Uit het dossier blijkt niet van een schriftelijk plan van aanpak (met bijbehorend proces-advies) voorafgaand aan het uitbrengen van de dagvaarding aan de bewindvoerder. Het hof stelt vast dat verweerder niet heeft voldaan aan de voor hem uit Gedragsregel 16 voortvloeiende verplichting tot schriftelijke bevestiging van belangrijke informatie en afspraken. Het hof acht van belang andermaal tot uitdrukking te brengen dat een advocaat zijn cliënt op de hoogte moet brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken en hij dat ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, schriftelijk moet bevestigen. Gelet op het verloop van de zaak acht het hof het handelen van verweerder van onvoldoende ernst om hem een maatregel op te leggen. De klachtonderdelen a) en c) acht het hof net als de raad ongegrond.
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Het was de taak van verweerder om de belangen van de bewindvoerder te behartigen en om de standpunten van de bewindvoerder naar voren te brengen. Niet gebleken dat verweerder de rechtbank heeft misleid en opzettelijk onjuist heeft geïnformeerd, noch dat hij namens de bewindvoerder via misleiding en bedrog heeft geprobeerd om een titel te verkrijgen om zich met de Belgische procedure te bemoeien. Het verwijt dat verweerder strafbare feiten heeft gepleegd is volstrekt onvoldoende onderbouwd en enig (begin van) bewijs van de juistheid van klagers verwijt ontbreekt. In alle onderdelen kennelijk ongegrond.
Dekenbezwaar. Verweerder heeft ondanks herhaaldelijk verzoek van de deken de gevraagde kengetallen niet aangeleverd en is toezeggingen niet nagekomen. Daarmee heeft verweerder de deken in haar toezichthoudende taak belemmerd en in strijd gehandeld met gedragsregel 29. Berisping.
Ongegrond verzet. Voorzittersbeslissing met daarin een kennelijke verschrijving in de uitspraakdatum leidt niet tot nietigheid daarvan.
Voorzittersbeslissing; Klacht niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn van drie jaar zoals neergelegd in artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet
Raadsbeslissing. Klacht van een advocaat. De raad oordeelt dat van 'napleiten' als bedoeld in gedragsregel 21 lid 3 geen sprake is. Klacht ongegrond.
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Het behoort tot verweersters taak als partijdige belangenbehartiger de belangen van haar cliënte zo goed mogelijk te behartigen. Niet gebleken is dat verweerster daarbij de belangen van klager onnodig of onevenredig heeft geschaad zonder redelijk doel. De aansprakelijkheidsstelling kan niet als zodanig gelden.
Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening eigen advocaat, gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk omdat de klacht deels zag op gedragingen van meer dan drie jaar geleden.