Zoekresultaten 16361-16370 van de 20311 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3887 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4075/12.209

    Klagers hebben geen enkel te rechtvaardigen belang bij de klacht. Voor klagers staat immers vast dat verweerster één en dezelfde persoon betreft en is er geen sprake van de geringste twijfel waar het de identiteit van verweerster betreft. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3868 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4083/12.217

    Uit de stukken volgt dat de standpunten van partijen ver uit elkaar lagen. Niet kan dan ook worden gesteld dat deze kwestie zich leende voor een regeling in der minne (op korte termijn), zodat verweerster niet met succes kan worden verweten dat zij hiertoe geen poging zou hebben ondernomen.  Voorts is niet gebleken noch kan worden vastgesteld dat verweerster feiten heeft gesteld waarvan zij wist of behoorde te weten dat deze onjuist waren.   Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3849 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3856/11.258

    Verzet. Nieuw standpunt klaagster in verzet. Voor juistheid daarvan biedt dossier geen aanknopingspunten. Overigens geen gronden aangevoerd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3912 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3795/11.197

    Klager heeft een klacht ingediend tegen mr. X, welke klacht bij beslissing van de voorzitter als kennelijk ongegrond is afgewezen. Tegen de beslissing heeft klager verzet ingesteld. Nadat klager bericht heeft ontvangen van de datum van de behandeling van het verzet en de samenstelling van de behandelend kamer, wraakt klager de voorzitter en leden van de kamer. De wrakingskamer oordeelt dat klager in het wrakingsverzoek geen feiten of omstandigheden heeft gesteld die, indien vaststaand, meebrengen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3874 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4088/12.222

    Klager heeft geen te rechtvaardigen eigen belang bij de klacht nu niet is gesteld noch is gebleken dat klager door een handelen of nalaten van verweerder als deken in het kader van de behandeling van tuchtzaken tegen mr. G rechtstreeks in zijn eigen belang is getroffen.   Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3861 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3996/12.130

    Klager beklaagt zich over het feit dat de advocaat tijdens het intakegesprek op 23 juni 2011 zeer positief was over zijn zaak, maar dat de advocaat hem later, bij brief van 31 augustus 2011 meedeelde dat zij de zaak niet kansrijk achtte. De raad kan niet vaststellen wat er tijdens het intakegesprek exact besproken is. Uit de in het dossier aanwezige correspondentie volgt dat verweerster klager niet direct in het eerste gesprek op de hoogte heeft gesteld van de beperkte houdbaarheid van de zaak. Verweerster stelt dat zij dit wel heeft gedaan. Pas in de brief van 31 augustus 2011 heeft verweerster gewaarschuwd over de geringe kans van slagen van een eventuele procedure. Het behoort tot de verplichtingen van de advocaat om zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Verweerster heeft nagelaten aan klager tijdig schriftelijk te bevestigen dat de zaak weinig kans van slagen had. De raad acht de klacht van klager gegrond. Er volgt geen oplegging van een maatregel aangezien niet gebleken is dat klager door het gebrek aan schriftelijke vastlegging in zijn belangen is geschaad en verweerster klager alsnog gewaarschuwd heeft voor de geringe kans van slagen. Daarenboven heeft zij toegezegd de eigen bijdrage niet te incasseren.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3906 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3702/11.104

    Verweerder heeft klaagster niet, althans onvoldoende en/of ondeugdelijk geïnformeerd over de voortgang van haar zaak. Zo heeft verweerder geen conclusie van antwoord ingediend, en heeft hij klaagster niet vertegenwoordigd tijdens een comparitie. Vaststaat verder dat verweerder het door de Rechtbank Rotterdam gewezen vonnis aan klaagster heeft toegestuurd na ommekomst van de hoger beroepstermijn, terwijl verweerder klaagster niet geïnformeerd heeft over enige beroepstermijn, of de mogelijkheden die klaagster nog zou hebben om te kunnen ageren tegen het vonnis. Ook heeft verweerder klaagster niet geïnformeerd over het financiële aspect van de zaak, ondanks verzoeken harerzijds. De klacht is gegrond. De raad legt verweerder een deels voorwaardelijke schorsing op in de uitoefening van zijn praktijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3931 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4100/13.7

    De verklaring van klager en diens moeder over de achterlating van een ordner staan haaks op de verklaring van verweerster en vormen op zichzelf onvoldoende basis om vast te kunnen stellen dat het standpunt van klager juist is.   De gedraging van verweerster in verband met de declaratie van 2 augustus 2012 is op zichzelf minder zorgvuldig, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, te meer nu het handelen van verweerster geen negatieve gevolgen voor klager heeft gehad. Ook het voorstel van verweerster om de nog openstaande declaratie van 3 september 2012 te verrekenen met het depot dat het kantoor van verweerster van klager onder zich heeft, is niet ongebruikelijk en evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar.   Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3919 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4016/12.150

     In het onderhavige geval is uit de stukken noch anderszins gebleken dat verweerster de haar als advocaat van de wederpartij toekomende ruime mate van vrijheid om de belangen van haar cliente te behartigen te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerster behartigt de belangen van de wederpartij van klager en is derhalve niet gehouden telkenmale gehoor te geven aan de eisen die de gemachtigde namens klager stelt, noch is zij gehouden te reageren op iedere brief die de gemachtigde van klager haar stuurt   Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de procedures dan wel de afwikkeling van de zaak nodeloos heeft vertraagd noch dat door haar toedoen de zaak is geëscaleerd. Voorts heeft verweerster gemotiveerd gesteld dat vanwege het feit dat de belangen van partijen ver uiteen liggen een minnelijke schikking niet tot de mogelijkheden behoort   Verweerster heeft onbetwist gesteld dat in overleg met de klachtenfunctionaris van haar kantoor is besloten dat verweerster in eerste instantie zelf op de klacht zou reageren. Indien klager het wenselijk had gevonden dat de klachtenfunctionaris zich over de klacht zou uitlaten, had het op zijn weg gelegen zulks te verzoeken. Niet is gebleken dat klager een dergelijk verzoek aan de klachtenfunctionaris van het kantoor van verweerster heeft gericht.   Alle klachtenonderdelen worden als kennelijk ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3925 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4105/13.12b

    Het staat de advocaat in casu vrij het vonnis te executeren. Als zich in het kader van die executie onregelmatigheden zouden hebben voorgedaan en klagers menen dat om die reden ten onrechte aanspraak op betaling van verbeurde dwangsommen wordt gemaakt, dienen klagers zich tot de civiele executierechter te wenden. De tuchtrechter heeft geen taak bij de beantwoording van de vraag of dwangsommen al dan niet zijn verbeurd, tenzij evident zou zijn dat verweerster misbruik van recht zou maken. DIt laatste is niet gebleken.   Klacht kennelijk ongegrond.