ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3874 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4088/12.222

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3874
Datum uitspraak: 03-01-2013
Datum publicatie: 02-03-2013
Zaaknummer(s): R. 4088/12.222
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarbij klager geen belang heeft
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager heeft geen te rechtvaardigen eigen belang bij de klacht nu niet is gesteld noch is gebleken dat klager door een handelen of nalaten van verweerder als deken in het kader van de behandeling van tuchtzaken tegen mr. G rechtstreeks in zijn eigen belang is getroffen.   Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

De voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Dordrecht van 6 december 2012, door de Raad ontvangen op 10 december 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1    Bij beslissing van 13 januari 2012 is de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage tot schrapping van het tableau van mr. G., voormalig cassatie advocaat te ’s-Gravenhage, bekrachtigd door het Hof van Discipline.

1.2    Bij (fax)brieven van 14 en 24 februari 2012 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2    Klager verwijt verweerder in het bijzonder dat hij door zijn acties, waaronder het als deken doorzenden van klachten van klagers naar de Raad van Discipline het ertoe heeft geleid dat mr. G. is geschrapt als advocaat van het tableau, waardoor vele rechtzoekenden zijn gedupeerd, terwijl verweerder bezig was met een proces van verbetering bij mr. G., welk proces ook vruchten aan het afwerpen was. Voorts verwijt klager verweerder dat hij de klacht van mr. G.’s voormalig echtgenote heeft gesteund, terwijl deze klacht een privé aangelegenheid betrof. Verweerder heeft zich ervoor geleend om mee te werken aan een hetze tegen mr. G.  Klager stelt dat verweerder willekeurig en in strijd met beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld.

3    BEOORDELING

3.1    De Advocatenwet heeft niet een klachtrecht in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure vereist is, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.

3.2    Klager heeft geen te rechtvaardigen eigen belang bij de klacht nu niet is gesteld noch is gebleken dat klager door een handelen of nalaten van verweerder als deken in het kader van de behandeling van tuchtzaken tegen mr. G rechtstreeks in zijn eigen belang is getroffen. Het feit klager ten behoeve van zijn cliënten door de schrapping van mr. G geen beroep meer kan doen op mr G. impliceert niet het bestaan van voldoende eigen belang.

3.3    Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard.

4    BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 3 januari 2012.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 3 januari 2013 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Dordrecht binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.