ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3861 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3996/12.130

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3861
Datum uitspraak: 17-12-2013
Datum publicatie: 02-03-2013
Zaaknummer(s): R. 3996/12.130
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Klager beklaagt zich over het feit dat de advocaat tijdens het intakegesprek op 23 juni 2011 zeer positief was over zijn zaak, maar dat de advocaat hem later, bij brief van 31 augustus 2011 meedeelde dat zij de zaak niet kansrijk achtte. De raad kan niet vaststellen wat er tijdens het intakegesprek exact besproken is. Uit de in het dossier aanwezige correspondentie volgt dat verweerster klager niet direct in het eerste gesprek op de hoogte heeft gesteld van de beperkte houdbaarheid van de zaak. Verweerster stelt dat zij dit wel heeft gedaan. Pas in de brief van 31 augustus 2011 heeft verweerster gewaarschuwd over de geringe kans van slagen van een eventuele procedure. Het behoort tot de verplichtingen van de advocaat om zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Verweerster heeft nagelaten aan klager tijdig schriftelijk te bevestigen dat de zaak weinig kans van slagen had. De raad acht de klacht van klager gegrond. Er volgt geen oplegging van een maatregel aangezien niet gebleken is dat klager door het gebrek aan schriftelijke vastlegging in zijn belangen is geschaad en verweerster klager alsnog gewaarschuwd heeft voor de geringe kans van slagen. Daarenboven heeft zij toegezegd de eigen bijdrage niet te incasseren.

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 28 juni 2012 met kenmerk K125 2011/2012 ew/sh, door de raad ontvangen op 29 juni 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 15 oktober 2012 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:

2.1    Op 23 juni 2011 heeft klager op het kantoor van verweerster, na verwijzing door het juridisch loket, een intakegesprek gehad in verband met een geschil van klager met zijn voormalige verhuurder.

2.2    Bij brief van 23 juni 2011 heeft verweerster de aan haar verstrekte opdracht aan klager en diens echtgenote bevestigd. In deze brief is onder meer opgenomen:

"(…)

Naar aanleiding van onze bespreking van vandaag, bevestig ik de opdracht die u mij verstrekte inzake het verhalen van de schade voor verhuiskosten en woninginrichtingskosten bij uw verhuurder.

Ik berichtte u ik dat ik inzake de beslissing op bezwaar van de Gemeente Den Haag niet in beroep ga daar ik meen dat die procedure geen kans van slagen heeft.

Voorwaarden

Ik heb voor u gefinancierde rechtsbijstand (een zogeheten "toevoeging") aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand.

(…)

Gezien de toevoeging die reeds door een andere advocaat is verkregen tegen de verhuurder [griffier], wacht ik eerst op bericht van de Raad voor de rechtsbijstand of u voor deze zaak gefinancierde rechtsbijstand krijgt. Indien dan het geval is, zal ik de verhuurder [griffier] aansprakelijk stellen voor de schade.

In dat verband ontvang ik alvast graag facturen en dergelijke met betrekking tot de verhuiskosten en inrichtingskosten en een lijst van werkzaamheden die aan die nieuwe woning moet worden verricht.

(…)"

2.3    Op 23 juni 2011 heeft verweerster voor de voor klager te verrichten werkzaamheden gefinancierde rechtsbijstand bij de Raad voor Rechtsbijstand aangevraagd.

2.4    Op 15 augustus 2011 heeft de Raad voor Rechtsbijstand het verzoek tot gefinancierde rechtsbijstand gehonoreerd.

2.5    Bij brief van 17 augustus 2011 heeft verweerster klager onder meer geschreven:

"(…)

Tot nu toe heb ik van u als bewijs alleen enkele bonnen van de Gamma en de Action ontvangen die totaal ongeveer € 65,- bedragen.

Het staren van een gerechtelijke procedure brengt ook kosten mee. Het griffiegeld bedraagt ongeveer € 71,- en dan is er nog het risico dat u verliest en de kosten van de wederpartij moet betalen.

Op basis van de hoogte van de vordering en het gebrek aan bewijs, raad ik u dan ook af om de zaak voort te zetten.

(…)"

2.6    Bij brief van 31 augustus 2011 heeft verweerster klager onder meer geschreven:

“(…)

Alleen de daadwerkelijk gemaakte kosten zouden voor vergoeding in aanmerking kunnen komen en dus niet bedragen die nog niet zijn uitgegeven zoals de offerte voor glas- en schilderwerk ad € 9.465,00.

Ik zal uw verhuurder een brief schrijven en om vergoeding van deze kosten vragen.

(…)

De vordering had wat meer kans van slagen gehad als u voor de verhuizing om vergoeding van de kosten had gevraagd ofwel de verhuurder daarvoor aansprakelijk had gesteld.

Aangezien u niet bent verplicht om te verhuizen blijft het uw eigen keuze en is er geen rechtsgrond voor het verhalen van de kosten in verband met de verhuizing.

Om voornoemde reden zal de vordering weinig kans van slagen hebben. Wij hebben dit reeds bij ons eerste gesprek besproken.

(…)

Ik zal dan ook een poging doen om deze kosten te verhalen.

(…)"

2.7    Bij brief van 3 oktober 2011 heeft klager aan verweerster zijn onvrede geuit over de gang van de zaken en meegedeeld dat hij het niet eens is met de werkwijze van verweerster.

2.8    Bij brief van 10 oktober 2011 heeft verweerster klager onder meer geschreven:

"(…)

Tijdens onze afspraak op 23 juni jl. hebben wij uw zaak uitvoerig besproken.

(…)

Ik heb u toen gezegd dat u destijds - voor de verhuizing - bij de verhuurder [griffier] had moeten eisen dat zij zorg zouden dragen voor het ongestoord woongenot.

(…)

Dit heeft geleid tot mijn brief van 31 augustus 2011, waarin in u adviseer over de mogelijkheden en kosten in uw zaak.

(…)

Dat u bent doorverwezen door het juridisch loket brengt niet mee dat ik gehouden ben een procedure te starten, voor zover u dat in uw brief bedoelt. Ik heb u tijdens onze bespreking ook niet gezegd dat ik de zaak sowieso bij de rechter zou aanbrengen.

(…)

Aangezien de eigen bijdrage is vastgesteld op € 274,- en de kans zeer klein is dat u van de verhuurder [griffier] een vergoeding krijgt, adviseer ik u de zaak - indien op de brief aan de verhuurder [griffier] afwijzend wordt gereageerd - te laten rusten. Ik heb u telefonisch ook bericht dat ik dan de eigen bijdrage niet in rekening zal brengen.

(…)

Het staat u natuurlijk vrij om een andere advocaat te benaderen om de zaak ook aan voor te leggen.

(…)”

2.9    Verweerster heeft het dossier van klager gesloten en een vergoeding ontvangen voor de door haar verrichte werkzaamheden van de Raad voor Rechtsbijstand.

2.10    Bij brief van 17 februari 2012 met bijlage heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Klager verwijt verweerster in het bijzonder dat zij tijdens het intakegesprek zeer positief was over de zaak van klager en de kans om te winnen ervan en dat zij later, onverwacht, meedeelde dat de zaak niet kansrijk was en dat zij het niet nodig vond er een rechtszaak van te maken. In verband met de positieve kijk op de zaak, heeft verweerster gefinancierde rechtsbijstand voor klager aangevraagd en verkregen.

4    VERWEER

4.1    Verweerster betwist dat zij zich in het intakegesprek positief heeft uitgelaten over de zaak van klager. Tevens betwist zij dat zij gesproken heeft over het starten van een procedure als de voormalige verhuurder niet vrijwillig over zou gaan tot het betalen van schadevergoeding.

4.2    Verweerster heeft in het intakegesprek aan klager meegedeeld dat zij het betreurde dat klager niet eerder contact met haar opgenomen had. Verweerster vond de gang van zaken buitengewoon vervelend voor klager. Dit is ook de reden dat zij wel wilde proberen om alsnog schadevergoeding voor klager te krijgen door de voormalige verhuurder aan te schrijven.

4.3    In de opdrachtbevestiging heeft verweerster geen toezegging gedaan om hoe dan ook een procedure te beginnen.

4.4    Aan de hand van de later door klager aan haar verstrekte gegevens met betrekking tot de door hem gemaakte kosten, heeft verweerster uiteindelijk negatief geadviseerd over het starten van een procedure. Wel was verweerster bereid om de voormalige verhuurder een brief te sturen. Deze brief is uiteindelijk niet verstuurd omdat klager haar verzocht geen verdere werkzaamheden meer te verrichten. Verweerster heeft deze mededeling van klager niet schriftelijk vastgelegd.

4.5    Verweerster heeft klager uit coulance meegedeeld dat hij de opgelegde eigen bijdrage niet behoefde te betalen.

4.6    Aangezien zich geen opvolgend advocaat bij verweerster meldde, heeft verweerster de toevoeging ter vaststelling van een vergoeding aan de Raad voor Rechtsbijstand aangeboden.   

5    BEOORDELING

5.1    Partijen verschillen van mening over de inhoud van het gesprek dat op 23 juni 2011 op het kantoor van verweerster is gevoerd. De raad kan niet vaststellen wat er exact besproken is.

5.2    Het behoort tot de verplichtingen van de advocaat om zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig, ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen.

5.3    Uit de in het dossier aanwezige correspondentie volgt dat verweerster klager niet direct in het eerste gesprek op de hoogte heeft gesteld van de beperkte haalbaarheid van de zaak. Verweerster heeft klager pas bij brief van 31 augustus 2011 gewaarschuwd voor de geringe kans van slagen van een eventuele procedure.

5.4    Nu verweerster heeft nagelaten aan klager tijdig schriftelijk te bevestigen dat zijn zaak weinig kans van slagen had, acht de raad de klacht van klager gegrond.

5.5    De klacht is gegrond.

6    MAATREGEL

    Nu de raad niet is gebleken dat klager door het gebrek aan schriftelijke vastlegging in zijn belangen is geschaad en verweerster klager, bij brief van 31 augustus 2011, alsnog gewaarschuwd heeft voor de geringe kans van slagen van een eventuele procedure en toegezegd heeft de eigen bijdrage niet te incasseren, volstaat de raad met gegrondverklaring van de klacht zonder oplegging van een maatregel.   

7    BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. M. Aukema, R. de Haan,

J.P. Heinrich, H.E. Meerman, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 december 2012.

griffier    voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 18 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    verweerster

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl