ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3919 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4016/12.150

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3919
Datum uitspraak: 17-09-2012
Datum publicatie: 02-03-2013
Zaaknummer(s): R. 4016/12.150
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  In het onderhavige geval is uit de stukken noch anderszins gebleken dat verweerster de haar als advocaat van de wederpartij toekomende ruime mate van vrijheid om de belangen van haar cliente te behartigen te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerster behartigt de belangen van de wederpartij van klager en is derhalve niet gehouden telkenmale gehoor te geven aan de eisen die de gemachtigde namens klager stelt, noch is zij gehouden te reageren op iedere brief die de gemachtigde van klager haar stuurt   Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de procedures dan wel de afwikkeling van de zaak nodeloos heeft vertraagd noch dat door haar toedoen de zaak is geëscaleerd. Voorts heeft verweerster gemotiveerd gesteld dat vanwege het feit dat de belangen van partijen ver uiteen liggen een minnelijke schikking niet tot de mogelijkheden behoort   Verweerster heeft onbetwist gesteld dat in overleg met de klachtenfunctionaris van haar kantoor is besloten dat verweerster in eerste instantie zelf op de klacht zou reageren. Indien klager het wenselijk had gevonden dat de klachtenfunctionaris zich over de klacht zou uitlaten, had het op zijn weg gelegen zulks te verzoeken. Niet is gebleken dat klager een dergelijk verzoek aan de klachtenfunctionaris van het kantoor van verweerster heeft gericht.   Alle klachtenonderdelen worden als kennelijk ongegrond afgewezen.

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde voor Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden d.d. 20 augustus 2012, door de raad ontvangen op 21 augustus 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1    Verweerster behartigt de belangen van de voormalig partner van klager in het kader van de beëindiging samenleving en de omgang met betrekking tot de minderjarige zoon van partijen.

1.2    Bij brief van 3 mei 2012 heeft de gemachtigde van klager bij de deken een klacht tegen verweerster ingediend. 

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2    Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij:

a.    niet reageert op de brieven van de gemachtigde van klager en zij er willens en wetens voor kiest geen minnelijke regeling tot stand te laten komen;

b.    onduidelijkheid laat bestaan over de gevoerde procedures en dat zij niet in het belang van haar cliënte of klager handelt;

c.    zelf heeft gereageerd op de door de gemachtigde van klager bij het kantoor van verweerster ingediende klacht, waardoor geen sprake is van een onafhankelijke beoordeling van de klacht;

d.    gebruik maakt van vertragingstactieken, waardoor de zaak is geëscaleerd.

3    BEOORDELING

Ten aanzien van de klachtonderdelen a, b en d

3.1    Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij zijn optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

3.2    In het onderhavige geval is uit de stukken noch anderszins gebleken dat verweerster de hiervoor bedoelde haar toekomende ruime mate van vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerster behartigt de belangen van de wederpartij van klager en is derhalve niet gehouden telkenmale gehoor te geven aan de eisen die de gemachtigde namens klager stelt, noch is zij gehouden te reageren op iedere brief die de gemachtigde van klager haar stuurt. Indien verweerster meent dat het niet in het belang van haar cliënte is of indien haar cliënte te kennen geeft dat niet te wensen, staat het verweerster vrij om op bepaalde brieven van de gemachtigde van klager niet te reageren. Voor zover klager klaagt over het optreden van verweerster jegens haar eigen cliënte, heeft klager geen eigen belang bij dit klachtonderdeel.

3.3    Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de procedures dan wel de afwikkeling van de zaak nodeloos heeft vertraagd noch dat door haar toedoen de zaak is geëscaleerd. Voorts heeft verweerster gemotiveerd gesteld dat vanwege het feit dat de belangen van partijen ver uiteen liggen een minnelijke schikking niet tot de mogelijkheden behoort. Ten aanzien van het voorstel voor het ouderschapsplan dat verweerster heeft opgesteld en dat klager niet wenst te accepteren, ligt het op de weg van klager een aangepast ouderschapsplan aan de cliënte van verweerster voor te leggen. Niet valt in te zien dat verweerster door klager verplicht kan worden het ouderschapsplan aan te passen aan de wensen van klager. Door zulks te doen zou verweerster overigens in strijd handelen met de belangen van haar cliënte.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

3.4    Verweerster heeft onbetwist gesteld dat in overleg met de klachtenfunctionaris van haar kantoor is besloten dat verweerster in eerste instantie zelf op de klacht zou reageren. Indien klager het wenselijk had gevonden dat de klachtenfunctionaris zich over de klacht zou uitlaten, had het op zijn weg gelegen zulks te verzoeken. Niet is gebleken dat klager een dergelijk verzoek aan de klachtenfunctionaris van het kantoor van verweerster heeft gericht. 

3.5    Gelet op het voorgaande dienen de klachtonderdelen a tot en met d kennelijk ongegrond te worden verklaard.

4    BESLISSING

Wijst de klachtonderdelen a tot en met d als kennelijk ongegrond af.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 18 september 2012.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 18 september 2012 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

-    verweerster

-    de deken voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de Orde van Advocaten voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.