ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3912 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3795/11.197

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3912
Datum uitspraak: 01-10-2012
Datum publicatie: 02-03-2013
Zaaknummer(s): R.3795/11.197
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Wraking
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager heeft een klacht ingediend tegen mr. X, welke klacht bij beslissing van de voorzitter als kennelijk ongegrond is afgewezen. Tegen de beslissing heeft klager verzet ingesteld. Nadat klager bericht heeft ontvangen van de datum van de behandeling van het verzet en de samenstelling van de behandelend kamer, wraakt klager de voorzitter en leden van de kamer. De wrakingskamer oordeelt dat klager in het wrakingsverzoek geen feiten of omstandigheden heeft gesteld die, indien vaststaand, meebrengen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Verzoeker heeft een klacht ingediend tegen mr. X, advocaat te

Rotterdam. Het door de wet voorgeschreven onderzoek van die klacht is verricht door de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam, waarna deze het dossier aan de raad heeft toegezonden. Op 15 september 2011 is het dossier bij de raad is binnengekomen.

1.2 Bij beslissing van 26 september 2011, die aan partijen is verzonden op 28 september 2011, heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

1.3 Bij brief van 30 september 2011, bij de raad ontvangen op 4 oktober 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4 Bij brief van 16 februari 2012 heeft de griffier van de raad klager geïnformeerd over het voornemen de behandeling van de verzetzaak te laten plaatsvinden op 19 maart 2012 om 15.40 uur. In die brief is klager verzocht om, voor het geval hij op die datum niet aanwezig zou kunnen zijn, binnen één week na dagtekening van de brief zijn verhindering mee te delen onder opgave van de reden van verhindering en de verhinderdata, zodat een nieuwe datum zou kunnen worden vastgesteld.

1.5 Bij brief van 24 februari 2012 heeft de griffier, in navolging van haar brief van 16 februari 2011, aan klager bericht dat de behandeling van de klachtzaak zou plaatsvinden op 19 maart 2012 om 15.40 uur. Daarbij is tevens de samenstelling van de raad aan klager meegedeeld, te weten de namen van verweerders.

1.6 Bij brief van 5 maart 2012 heeft klager verweerders gewraakt.

1.7 Bij brief van 28 juni 2012 heeft de griffier aan klager meegedeeld dat de behandeling van het wrakingsverzoek zou plaatsvinden op 24 september 2012 om 12.00 uur en is klager in de gelegenheid gesteld bij de behandeling van het wrakingsverzoek aanwezig te zijn. In die brief is tevens opgave gedaan van de samenstelling van de wrakingskamer.

1.8 Bij e-mailberichten van 5 en 6 juli 2012 heeft klager aan de griffier meegedeeld ervan af te zien om de zitting van de wrakingskamer bij te wonen.

1.9 Het wrakingsverzoek is behandeld ter zitting van de wrakingskamer van de raad van 24 september 2012. Ter zitting is niemand verschenen. Verweerders hebben bericht van afwezigheid gestuurd.

2 INHOUD VAN HET WRAKINGSVERZOEK

2.1 Het wrakingsverzoek van 5 maart 2012 behelst de wraking van verweerders als voorzitter, respectievelijk leden van de Raad van Discipline die op 19 maart 2012 als kamer van de raad het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van 26 september 2011 zou behandelen.

2.2 Klager heeft na de indiening van het wrakingsverzoek stukken bij de raad ingediend.

3 VERWEER

3.1 Verweerders hebben naar aanleiding van het ingediende wrakingsverzoek geen verweer gevoerd, met uitzondering van mr. A. die heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Verweerders hebben niet in de wraking berust.

4 BEOORDELING

4.1 Op grond van artikel 47 Advocatenwet jo. artikel 512 Wetboek van Strafvordering kan een lid van de Raad van Discipline worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.

4.2 Verzoeker heeft in het wrakingsverzoek geen feiten of omstandigheden gesteld die, indien vaststaand, meebrengen dat de rechterlijke onpartijdigheid van verweerders of een hunner schade zou kunnen lijden. Verzoeker heeft zijn stelling dat de samenstelling van de kamer niet is gewijzigd niet toegelicht.

4.3 Verzoeker heeft na de indiening van het wrakingsverzoek stukken in het geding gebracht. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat die stukken het wrakingsverzoek kunnen onderbouwen.

4.4 Het voorgaande brengt mee dat het wrakingsverzoek wordt afgewezen.

5 BESLISSING

De wrakingskamer van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage:

- wijst het wrakingsverzoek af.

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, G.J. Schipper, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 oktober 2012.

griffier voorzitter