Zoekresultaten 591-600 van de 1526 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:33 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-743/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Schending van artikel 21 Rv kan verweerder worden aangerekend. Al voordat de dagvaarding was uitgebracht, was verweerder door de wederpartij gewezen op de correspondentie waar de schending van artikel 21 Rv op zag. Verweerder had dus kennis van het bestaan daarvan en het had vervolgens als een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat op zijn weg gelegen om die correspondentie op te vragen bij klaagster of de wederpartij. Klacht in zoverre gegrond. Klacht ongegrond voor zover verweerder wordt verweten excessief te hebben gedeclareerd, zonder toestemming te hebben verrekend of informatie niet in te hebben gebracht in de procedure. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:34 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-591/DB/LI

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-553/AL/MN

    De raad verklaart de klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:35 Raad van Discipline Amsterdam 24-667/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:36 Raad van Discipline Amsterdam 24-578/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:37 Raad van Discipline Amsterdam 24-831/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel 15 is geen sprake. Daarvoor dient klager op enig moment de cliënt van verweerder te zijn geweest (15 lid 1 onder b). Dat is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:13 Accountantskamer Zwolle 23/2200 Wtra AK 23/2201 Wtra AK

    Klacht over onderzoeksrapporten van de Inspectie van het Onderwijs. Bij een tuchtklacht over de inhoud van het onderzoeksrapport moet beoordeeld worden of de accountant bij het opstellen daarvan al of niet in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De toezichthoudende taak die betrokkenen als medewerkers van de Inspectie hebben, brengt noodzakelijkerwijs mee dat zij feiten en omstandigheden moeten onderzoeken en daarbij – soms complexe – wet- en regelgeving moeten uitleggen en toepassen. Betrokkenen dienen daarbij de fundamentele beginselen in acht te nemen en professionele oordeelsvorming toe te passen. Van betrokkenen mag daarom worden verlangd dat zij een volledig en zorgvuldig onderzoek instellen, alvorens op basis daarvan een standpunt in te nemen. De tuchtrechtelijke grens wordt (pas) overschreden, als betrokkenen een standpunt hebben ingenomen dat niet of onvoldoende wordt gedragen door de uitkomsten van het onderzoek of niet berust op een verdedigbare uitleg en toepassing van wet- en regelgeving. De klacht is grotendeels ongegrond, omdat niet steeds aannemelijk is geworden dat betrokkenen in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid hebben gehandeld. Op een aantal punten zijn betrokkenen wel tekortgeschoten. Daarom krijgen betrokkenen een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:55 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-889/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:38 Raad van Discipline Amsterdam 24-741/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht over de kwaliteit van dienstverlening gedeeltelijk gegrond zonder oplegging maatregel. Hoewel is komen vast te staan dat verweerder op het gebied van de schriftelijke vastlegging van belangrijke afspraken (gedragsregel 16 lid 1) en bij zijn onttrekking aan klaagsters zaak (gedragsregel 14 lid 3) steken heeft laten vallen, ziet de raad aanleiding in dit geval geen maatregel op te leggen. De raad heeft er begrip voor dat bijstand in Wvggz-zaken zich minder goed leent voor onverkorte en strikte toepassing van de gedragsregels. Bovendien valt het verweerder te prijzen dat hij, zo heeft hij ter zitting verklaard, klaagster op haar verzoek recentelijk toch weer als advocaat heeft bijgestaan, omdat geen enkele andere advocaat klaagster wilde bijstaan en hij haar niet in de steek wilde laten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:39 Raad van Discipline Amsterdam 25-031/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van verweerster in een echtscheidingsprocedure; naar het oordeel van de voorzitter voldeed het werk van verweerster aan hetgeen van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Daarnaast kwalificeerden de declaraties van verweerster niet als excessief.