Zoekresultaten 761-770 van de 792 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:159 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-511/DH/RO
- Datum publicatie: 13-09-2024
- Datum uitspraak: 11-09-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:159
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een geschil tussen ondernemingen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder heeft gelogen over zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de overnameovereenkomst. Evenmin is gebleken van ondoelmatig handelen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:153 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-074/DH/RO
- Datum publicatie: 13-09-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:153
Raadsbeslissing. Verweerder heeft zijn werkzaamheden voor de vennootschap mogen blijven verrichten tot het moment dat de door de OK benoemde interim-bestuurder besloot dat het beter was als verweerder niet langer als advocaat van de vennootschap zou blijven optreden. Het feit dat de OK heeft besloten een interim-bestuurder te benoemen, betekent immers niet dat daarmee automatisch ook de opdracht van de vennootschap aan verweerder was beëindigd en dat sprake was van een belangenconflict. Verder was de interim-bestuurder van de vennootschap zelfstandig bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen. In dat kader was de interim-bestuurder ook bevoegd om de declaratie van verweerder, met bijgaande urenspecificatie, goed te keuren en betaalbaar te stellen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:160 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-510/DH/RO
- Datum publicatie: 13-09-2024
- Datum uitspraak: 11-09-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:160
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerster verklaringen heeft gewijzigd. Klager had verder een eigen advocaat en kon zelf stukken inbrengen in de procedure.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:154 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-481/DH/RO
- Datum publicatie: 13-09-2024
- Datum uitspraak: 04-09-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:154
Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk omdat het griffierecht te laat is betaald.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:149 Raad van Discipline Amsterdam 24-289/A/A
- Datum publicatie: 12-09-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:149
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen gegrond. Verweerder heeft klager zonder enige vorm van bijstand en in onwetendheid achtergelaten. Een en ander rechtvaardigt naar het oordeel van de raad de oplegging van de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één week.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:150 Raad van Discipline Amsterdam 24-331/A/A
- Datum publicatie: 12-09-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:150
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerder heeft de grenzen van de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Van een onvoldoende professionele distantie van verweerder tot zijn cliënt, is de raad niet gebleken. Daarnaast heeft verweerder als advocaat van de wederpartij onder de gegeven omstandigheden niet klachtwaardig gehandeld door niet in minnelijk overleg te treden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:151 Raad van Discipline Amsterdam 24-350/A/A
- Datum publicatie: 12-09-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:151
Raadsbeslissing. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door er bij het geven van de opdracht voor een onafhankelijk onderzoek bij de vennootschap, onvoldoende zorg voor te dragen dat dit onderzoek ook op een evenwichtige wijze, met inachtneming van de posities van de beide bestuurders, werd verricht. Deze handelwijze strookt niet met hetgeen een behoorlijk handelend advocaat betaamt. De raad acht, gelet op het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder, de maatregel van een waarschuwing passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:148 Raad van Discipline Amsterdam 24-288/A/A
- Datum publicatie: 12-09-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:148
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen ongegrond. Dat klaagster uiteindelijk op het punt van de eindafrekening in het ongelijk is gesteld, betekent niet dat verweerder ook meteen een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Dat verweerder klaagster op enig moment onjuist zou hebben geïnformeerd over een verjaringstermijn, is de raad niet gebleken en dit wordt ook door verweerder betwist. Evenmin is de raad gebleken dat verweerder heeft verzuimd om tijdig actie te ondernemen waardoor klaagster geen schade meer kon verhalen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2358
- Datum publicatie: 11-09-2024
- Datum uitspraak: 11-09-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:150
Klacht tegen een psychiater in hoedanigheid van geneesheer-directeur. De minderjarige dochter van klaagster was vrijwillig opgenomen in de kliniek waar de psychiater als geneesheer-directeur werkzaam is. Tijdens haar opname heeft de dochter meermalen (ernstig) geweld gepleegd dan wel daarmee gedreigd. Na een ernstig incident waarbij een medewerker van de kliniek door toedoen van de dochter ernstige brandwonden opliep, is hiervan aangifte gedaan bij de politie en besloten dat de opname moest worden beëindigd. Klaagster verwijt de psychiater, samengevat, dat zij heeft nagelaten haar dochter door te verwijzen naar een andere therapeutische setting, haar dochter zonder enige nazorg op straat heeft gezet, ervoor heeft gezorgd dat haar dochter een trauma heeft opgelopen, omdat zij zonder goede reden aan Justitie werd overgedragen, en dat zij zich onprofessioneel heeft gedragen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klachtonderdelen a), b) en d) gegrond en legt aan de psychiater de maatregel van berisping op. De psychiater komt in beroep tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de psychiater geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt en verklaart de klacht alsnog ongegrond. De maatregel van bersping komt daarmee te vervallen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2261
- Datum publicatie: 11-09-2024
- Datum uitspraak: 11-09-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:146
2261 Klacht tegen een psychiater. Klagers hebben over de verdachte in een strafzaak waarvoor veel maatschappelijke belangstelling bestaat, gezamenlijk een Pro Justitia-rapport opgemaakt. De psychiater heeft zich in een artikel in een landelijk dagblad kritisch over dit rapport van klagers uitgelaten. Volgens klagers heeft hij zich daarbij onprofessioneel, onjuist, onzorgvuldig en oncollegiaal over hen en hun werk uitgelaten. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond en legt aan de psychiater de maatregel van berisping op. De psychiater is het niet eens met deze beslissing en komt in beroep. Het beroep van de psychiater slaagt alleen ten aanzien van de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat kan worden volstaan met het opleggen van een waarschuwing.