Zoekresultaten 1-10 van de 2773 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/766323/ DW RK 25/90 MK/SM

    Beslissing op verzet. Ongegrond verklaard. Klager beklaagt zich er – samengevat – over dat de gerechtsdeurwaarder zijn inboedel na een ontruiming heeft vernietigd in plaats van op te slaan. Uit alle omstandigheden rondom de aanzegging en daadwerkelijke ontruiming had klager redelijkerwijs (eerder) kunnen weten dat zijn inboedel vernietigd was.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:206 Raad van Discipline Amsterdam 25-372/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is in alle klachtonderdelen ongegrond. Er bestond voor verweerster naar het oordeel van de raad geen aanleiding om onderzoek te doen naar de herkomst, authenticiteit of echtheid van de ingebrachte leningsovereenkomst. Het verwijt dat verweerster met het inbrengen van dit stuk in de procedure bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, faalt. Verweerster behartigde de belangen van haar cliënt toen zij de overeenkomst inbracht. Dat zij daarbij de belangen van klaagster onevenredigheid zou hebben geschaad, is de raad niet gebleken. Evenmin is het de raad gebleken dat verweerster met het leggen van het beslag de belangen van klaagster nodeloos en ontoelaatbaar zou hebben geschaad.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:8 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VBC 2025/01 VBC 2025/05

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen twee dierenartsen. De zaken hebben betrekking op de behandeling van de kat van appellante, die uiteindelijk is geëuthanaseerd. Appellante verwijt de dierenartsen onder meer dat zij bij haar op deze euthanasie hebben aangedrongen. Het Veterinair Tuchtcollege heeft beide klachten in eerste aanleg ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/767262 / DW RK 25/116 MK/SM

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder loonbeslag heeft gelegd, terwijl er al betaald is. De voorzitter heeft overwogen dat aan de thans geformuleerde klacht hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt, als aan de klacht die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld en heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:207 Raad van Discipline Amsterdam 25-307/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:263 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8272

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een bedrijfsarts, waarschuwing.Klager heeft na ziekmelding twee gesprekken gehad met de bedrijfsarts. Deze constateerde tijdens het eerste contact dat sprake was van een arbeidsconflict en raadde klager aan om met zijn werkgever in gesprek te gaan. De klacht van klager richt zich op het oordeel van de bedrijfsarts, de wijze van totstandkoming daarvan, de gevolgen en het handelen van de bedrijfsarts in het vervolgtraject. De bedrijfsarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat twee klachtonderdelen die zien op een belangrijk aspect van de taak van de bedrijfsarts, namelijk het na gedegen onderzoek en anamnese komen tot een oordeel over de medische situatie, gegrond zijn. Voor het overige is de klacht ongegrond Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:9 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VBC 2025/04

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De zaak heeft betrekking op een operatie van de hond van appellante. Appellante maakt de dierenarts verwijten over de uitvoering van de operatie en de verleende nazorg. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klacht in eerste aanleg ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/756132 DW RK 24/317 MK/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De wijze waarop de werkzaamheden thans zijn ingericht dragen bij aan de onduidelijkheid die bestaat over de openstaande vorderingen. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder te laat gereageerd op correspondentie van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:208 Raad van Discipline Amsterdam 25-323/A/A 25-324/A/A

    Raadsbeslissing. Klachten over het handelen van verweerder in een andere hoedanigheid, te weten in de rol van deskundige op het gebied van sanctiewetgeving zijn ongegrond. Er is geen sprake van handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder kan ten aanzien van de genoemde uitlatingen geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Dat de uitlatingen van verweerder klagers onwelgevallig zijn, maakt niet dat het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Dat verweerder zich middels het opmaken van een verklaring ten onrechte zou hebben gemengd in de procedure of dat hij hiermee een “verborgen procespartij” zou zijn geweest, en dat hij (daarom) het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad, is naar het oordeel van de raad niet gebleken. Verweerder heeft een verklaring opgesteld omdat hierom werd verzocht. Een tuchtrechtelijk verwijt kan hem niet worden gemaakt. Het verwijt van klaagster 2 dat verweerder haar geheimhoudingsplicht op enige wijze zou hebben geschonden, kan de raad niet plaatsen. Ook hier geldt dat verweerder zijn uitlatingen heeft gedaan in zijn rol als deskundige. Niet valt in te zien waarom hij klaagster 2 hierover (vooraf) over had moeten informeren, laat staan dat hij met het nalaten hiervan de geheimhoudingsplicht van klaagster 2 heeft geschonden of het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:264 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8416

    Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts, berisping. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij onprofessioneel heeft gehandeld in het kader van een preventief consult en vervolgens bij de verzuimbegeleiding. Meer specifiek wordt de bedrijfsarts verweten dat adequate medische opvolging ontbrak, dat sprake is van onzorgvuldige en onvolledige verslaglegging en dat hij het verzoek om een second opinion heeft geweigerd zonder inhoudelijke motivering. De bedrijfsarts heeft het college verzocht de klacht (kennelijk) ongegrond te verklaren. Het college acht het handelen van de bedrijfsarts tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hij heeft de medische beperkingen van klaagster niet, althans onvoldoende, herkend en heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt op welke wijze hij tot zijn oordeel is gekomen. Daarnaast heeft de bedrijfsarts in strijd gehandeld met belangrijke richtlijnen van de NVAB en heeft hij de aanvraag van een second opinion niet gefaciliteerd waar dat wel geboden was. Met betrekking tot de op te leggen maatregel is het college van oordeel dat de bedrijfsarts tijdens de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting geen, althans beperkt, blijk gegeven van reflectie op zijn handelen, met name rondom de second opinion. Dit heeft gevolgen gehad voor (het traject van) klaagster, die uiteindelijk zelf een second opinion heeft moeten regelen. Deels gegronde klacht, berisping.