Zoekresultaten 1351-1360 van de 1406 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:190 Hof van Discipline 's Gravenhage 230335
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:190
Beklag op grond van artikel 5 ongegrond. Het hof is van oordeel dat de plannen die klager heeft gepresenteerd en de toelichting daarop de ‘gegronde vrees’ als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b Advw niet hebben weggenomen. Het hof is van oordeel dat de door klager gepresenteerde ‘kwaliteitswaarborgen’ onvoldoende zijn in relatie tot zijn tuchtrechtelijke antecedenten. Het hof is verder van oordeel dat klager nog altijd onvoldoende zelfreflectie toont, ondanks dat dat door het hof in een eerder beklag van klager op grond van artikel 5 expliciet is genoemd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:184 Hof van Discipline 's Gravenhage 230286
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 08-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:184
Klacht van de ene advocaat tegen de andere, in verband met het overnemen van een cliënt. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat verweerster weliswaar niet overeenkomstig gedragsregel 28 heeft gehandeld, maar niettemin toch niet onbetamelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743898 / DW RK 23/462 LV/SM
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 10-07-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:62
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarders klager niet hebben verteld wie de schuldeiser is en ondanks daartoe onbevoegd te zijn loonbeslag hebben gelegd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2063
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 10-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:136
Klacht tegen longarts. Klaagster is de echtgenote van patiënt. Bij hem werd in 2018 een longtumor met levermetastasering vastgesteld. Hij werd hiervoor met chemotherapie behandeld. Vanwege klachten na deze chemotherapie (waaronder maagkrampen en diarree) werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Patiënt is daar overleden. Na zijn overlijden is obductie gedaan. De klacht gaat over het handelen van de longarts voorafgaand aan het overlijden. Klaagster verwijt de longarts onder meer dat hij meer onderzoek had moeten doen, zoals een CT-scan, overplaatsing naar een ander ziekenhuis had moeten aanbieden, de MDL-arts te laat heeft ingeschakeld en niet heeft geluisterd naar patiënt toen hij aangaf dat de pijn niet in de darmen zat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7043
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 11-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:152
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een huisarts kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster is de advocaat van een patiënt van de huisarts. Zij staat de patiënt bij in een letselschadezaak. Klaagster verwijt de huisarts dat hij heeft geweigerd een geneeskundige verklaring af te geven aan de patiënt en dat hij daarover een WhatsAppbericht en een e-mail aan klaagster heeft geschreven. Naar het oordeel van de voorzitter kan klaagster niet in haar klacht worden ontvangen. Klaagster stelt dat zij het mede in het belang van de veiligheid en/of de gezondheid van de patiënten noodzakelijk vindt om deze klacht in te dienen. Het valt echter niet in te zien dat de berichten van de huisarts aan klaagster effect of invloed hebben op de individuele gezondheidszorg. Verder heeft het contact tussen de huisarts en klaagster plaatsgevonden in het kader van de werkzaamheden van klaagster als letselschadeadvocaat. De opmerking dat de huisarts bij de patiënt de indruk heeft gewekt dat klaagster onkundig is, waardoor de kans bestaat dat de patiënt voor negatieve mond-tot-mond reclame zorgt, dan wel zijn relatie met klaagster wegens gebrek aan vertrouwen verbreekt, betreft een eigen beroepsmatig belang van klaagster als advocaat. Dit belang raakt niet de individuele gezondheidszorg en houdt als zodanig geen verband met de aard en strekking van het tuchtrecht. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:191 Hof van Discipline 's Gravenhage 240176
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 11-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:191
Klacht tegen de deken niet verwezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2144
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 10-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:130
Klacht tegen een verzekeringsarts. Klager heeft eerder tuchtklachten ingediend tegen de verzekeringsarts. Deze klachten gingen over een de door de verzekeringsarts in 2016 opgesteld rapport en hebben geleid tot drie onherroepelijke eindbeslissingen van het Centraal Tuchtcollege. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft klager daarom wegens strijd met het ne bis in idem beginsel niet-ontvankelijk in zijn klacht verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6694
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 05-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:80
Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Patiënt (broer van klager) was bekend met recidiverende herseninfarcten en is daarvoor meerdere keren in het ziekenhuis opgenomen geweest. Hij kreeg medicatie, waarvan hij veel bijwerkingen ondervond. De medicatie is in 2022 van Simvastatine gewijzigd naar Rosuvastatine en in 2023 van Clopidogrel Zentiva naar Clopidogrel Xiromed. Op 18 februari 2023 heeft patiënt een hersenbloeding gekregen en is hij op 27 februari 2023 overleden. Klager is niet tevreden met de zorg die verweerder aan zijn broer heeft verleend en daarnaast vindt klager dat verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:185 Hof van Discipline 's Gravenhage 230267
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 08-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:185
Verweerster heeft een brief niet alleen aan klaagsters, de advocaten van haar wederpartij gestuurd, maar ook aan (de CEO van) de cliënte van klaagsters. Het hof is met de raad van oordeel dat een advocaat een eigen belang heeft bij naleving van gedragsregel 25 door de advocaat van de wederpartij van de cliënt. Het doel van gedragsregel 25 is immers het bewaren van het evenwicht tussen partijen in een juridisch geschil. Dat is niet alleen in het belang van partijen zelf, maar ook van andere betrokkenen, waaronder de advocaten. Het hof komt dus tot het oordeel dat klaagsters in hun klacht ontvankelijk zijn. Het hof is met de raad van oordeel dat de hierop gerichte klacht gegrond is. Het hof stelt voorop dat (ook) een in “cc” gestuurde e-mail moet worden gekwalificeerd als een rechtstreeks verstuurd bericht in de zin van gedragsregel 25. Het bericht behelsde een aansprakelijkstelling en een verzoek om tot een regeling te komen. Geen van beide onderwerpen beoogt een rechtsgevolg te bewerkstellingen dat niet bereikt kon worden door het bericht uitsluitend naar klaagsters te sturen. Daar komt bij dat het bericht ook is gebruik voor communicatie over de reeds lopende zaak tussen de cliënte van klaagsters en de cliënten van verweerster.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739990 / DW RK 23/342 LV/SM
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 10-07-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:63
Beslissing op verzet: gegrond. Klacht: ongegrond. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de gerechtsdeurwaarders hun taak veronachtzaamd hebben in het proces van het verkopen van in beslag genomen aandelen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 135
- Pagina: 136
- Pagina: 137
- ...
- Pagina: 141
- Volgende pagina zoekresultaten