Zoekresultaten 1041-1050 van de 1288 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:135 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-737/DH/RO
- Datum publicatie: 05-08-2024
- Datum uitspraak: 05-08-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:135
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn bewaarplicht door klagers dossier te vernietigen. Klacht gegrond. Omdat verweerder door zijn benarde gezondheidssituatie en zeer hoge leeftijd geen praktijk meer uitoefent, heeft een tuchtrechtelijke maatregel geen enkel doel. Louter om die reden ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5963
- Datum publicatie: 02-08-2024
- Datum uitspraak: 02-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:167
Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Op 6 juli 2024 is klaagster door een psychiater gezien in het kader van een door haar bedrijfsarts aangevraagde psychiatrische analyse en verzekeringsgeneeskundig belastbaarheidsonderzoek. Daarna heeft de verzekeringsarts op basis van het dossier een belastbaarheidsonderzoek verricht en daarover een rapportage opgesteld. Klaagster verwijt de verzekeringsarts onder andere dat hij niet zelfstandig het verzekeringsgeneeskundig belastbaarheidsonderzoek heeft verricht en klaagster niet heeft gezien.Het college stelt voorop dat het aan de verzekeringsarts is om te bepalen op welke wijze hij zijn onderzoek inricht. Daarbij is het niet altijd nodig om de betrokkene zelf te zien alvorens hij een rapportage opstelt. In het onderhavige geval betreft de opdracht niet een zelfstandige verzekeringsgeneeskundige beoordeling, maar een vertaling van de bevindingen van de psychiater naar de concrete belastbaarheid van klaagster. Mede gelet op de beschikbare informatie in het dossier van klaagster is het college van oordeel dat de verzekeringsarts niet in strijd heeft gehandeld met de op hem rustende zorgvuldigheid door klaagster niet op te roepen voor een gesprek. Daarbij neemt het college in overweging dat de verzekeringsarts heeft toegelicht dat hij – ook bij een dergelijke beperkte opdracht - in sommige gevallen wel overgaat tot het oproepen van de betrokkene. Zijn afweging om daartoe in dit geval niet over te gaan, acht het college niet onbegrijpelijk. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5964
- Datum publicatie: 02-08-2024
- Datum uitspraak: 02-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:168
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Op 6 juli 2024 is klaagster door de psychiater gezien in het kader van een door haar bedrijfsarts aangevraagde psychiatrische analyse en verzekeringsgeneeskundig belastbaarheidsonderzoek. In het kort verwijt klaagster de psychiater dat haar rapport niet voldoet aan de verzekeringsgeneeskundige standaarden en dat het rapport door de psychiater is verstuurd aan de aanvragende bedrijfsarts zonder toestemming van klaagster. Het college is, anders dan klaagster, van oordeel dat het rapport van de psychiater op inzichtelijke en consistente wijze uiteenzet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. De samenvatting en beschouwing van de psychiater zijn uitgebreid en betrekken verschillende aspecten in de afweging, waaronder ook het arbeidsconflict. Met name wordt door de psychiater uitgebreid uitgelegd hoe de DSM classificatie tot stand is gekomen. Het rapport voldoet daarmee ten aanzien van de inzichtelijkheid en consistentie aan de daaraan te stellen eisen. Verder overweegt het college dat het inzage- en correctierecht van klaagster is gerespecteerd. Voor zover klaagster bedoelt te zeggen dat, zonder haar toestemming, het rapport niet had mogen worden verzonden aan de bedrijfsarts, miskent zij dat het blokkeringsrecht hier niet van toepassing is. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6710
- Datum publicatie: 02-08-2024
- Datum uitspraak: 02-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:169
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts is in het kader van een bezwaar- en beroepsprocedure gevraagd om, na het initiële rapport van een andere verzekeringsarts, de situatie van klager opnieuw te beoordelen. De verzekeringsarts, verweerder in casu, is tot de conclusie gekomen dat het initiële rapport geen wijziging of aanvulling behoefde. Op grond van deze beoordeling is het bezwaar ongegrond verklaard. Klager verwijt de verzekeringsarts dat zijn rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het college is van oordeel dat de verzekeringsarts in haar rapport op inzichtelijke en consistente wijze heeft uiteengezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Zij heeft daarbij uitvoerig weergegeven op grond van welke informatie en bevindingen zij tot haar conclusies is gekomen en welke criteria zij daarbij heeft gehanteerd. Haar keuzes en conclusies zijn deugdelijk gemotiveerd en goed te volgen. De verzekeringsarts kon naar het oordeel van het college op basis van de haar ter beschikking gestelde informatie in redelijkheid tot haar conclusies komen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:133 Raad van Discipline Amsterdam 23-564/A/A
- Datum publicatie: 02-08-2024
- Datum uitspraak: 29-07-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:133
Raadsbeslissing. Gegronde klacht over advocaat wederpartij in een familierechtkwestie. Verweerster heeft zich in een familierechtelijk geschil over de zorg, omgang en hoofdverblijfplaats van een minderjarig kind niet professioneel en met onvoldoende distantie tot haar cliënte en het geschil opgesteld, waardoor de verhoudingen tussen partijen (verder) zijn geëscaleerd. Deze onprofessionele en daarmee onbetamelijke houding komt niet alleen tot uitdrukking in de verregaande en onnodig grievende uitlatingen aan het adres van klager in haar processtukken, maar ook in de wijze waarop verweerster procedeert en zich verhoudt tot klager en diens advocaat. In tegenstelling tot haar verklaring dat zij zich met haar wetenschappelijke achtergrond en ervaring inzet voor de positie van kinderen heeft verweerster als advocaat juist door haar proceshouding onvoldoende rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de minderjarige zoon en de verhoudingen tussen partijen verder laten escaleren. Verweerster heeft daarmee gehandeld in strijd met de kernwaarde onafhankelijkheid. Voorwaardelijke schorsing van zes weken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6412
- Datum publicatie: 02-08-2024
- Datum uitspraak: 02-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:170
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager is arbeidsongeschikt voor eigen werk in het kader van de Ziektewet en is beoordeeld door de arts (handelend als verzekeringsarts niet in opleiding) in het kader van de WIA. Klager is het niet eens met de beoordeling van de arts en maakt de arts verschillende verwijten. Volgens klager heeft de arts de medische beoordeling onzorgvuldig uitgevoerd door bij het opstellen van de functionele mogelijkhedenlijst (FML) geen informatie op te vragen bij de behandelaars ondanks dat klager hiervoor een machtiging had ingevuld. Tevens is het onderzoek verricht en de FML opgemaakt zonder bijzijn van de superviserend verzekeringsarts.De klacht dat de arts bij zijn oordeel niet heeft beschikt over het medisch dossier van klager mist feitelijke grond. De arts heeft bovendien zijn oordeel dat er geen noodzaak was om nadere informatie in te winnen, inzichtelijk gemotiveerd.Met het ondertekenen van het rapport verklaart de superviserend verzekeringsarts dat de conclusies uit het medisch onderzoek tot stand zijn gekomen conform de te stellen kwaliteitseisen. Niet noodzakelijk is dat de supervisor de gekeurde persoon dan zelf ook nog ziet. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:134 Raad van Discipline Amsterdam 24-147/A/NH
- Datum publicatie: 02-08-2024
- Datum uitspraak: 29-07-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:134
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft door de gebruikte bewoordingen de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare niet overschreden. De bewoordingen zijn scherp, maar gelet op de contact waarin verweerder zijn e-mail heeft gestuurd, de onderlinge verhoudingen tussen partijen en de vrijheid die verweerder heeft om de belangen van zijn cliënte te behartigen zijn de woorden niet onnodig grievend. Verder stond het verweerder vrij om twee keer achter elkaar een wrakingsverzoek in te dienen. Tot slot is van het frustreren van de waarheidsvinding door verweerder geen sprake. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6413
- Datum publicatie: 02-08-2024
- Datum uitspraak: 02-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:171
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager is arbeidsongeschikt voor eigen werk in het kader van de Ziektewet en is beoordeeld door een arts, die niet een geregistreerd verzekeringsarts is. Het medisch onderzoeksverslag van de arts is vervolgens getoetst, geaccordeerd en gecontrasigneerd door de verzekeringsarts die optrad als supervisor van de arts.Klager maakt de verzekeringsarts als supervisor het verwijt dat hij onzorgvuldig zou hebben gehandeld doordat hij, samengevat, klager nooit heeft gezien tijdens het spreekuur, tevens de medische informatie van klager uit de curatieve sector niet heeft ingezien, en daarom het medisch onderzoeksverslag niet had mogen contrasigneren en accorderen. Het college heeft in dit concrete geval geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van deze gevolgde procedure en beoordeling door de superviserend verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft de verslaglegging deugdelijk bestudeerd en volgens de geldende beleidsregels gecontrasigneerd zonder klager zelf te hebben zien. Daarmee heeft de verzekeringsarts niet gehandeld in strijd met de voor hem geldende beroepsnorm. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5854
- Datum publicatie: 01-08-2024
- Datum uitspraak: 31-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:82
Verwijt aan internist over afbouw van medicatie. Medicatie was conform richtlijn afgebouwd. Afwijking van de richtlijn was niet aan de orde. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6988
- Datum publicatie: 01-08-2024
- Datum uitspraak: 01-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:90
Klacht tegen KNO-arts kennelijk ongegrond. Klaagster wendde zich met klachten van acuut ontstane slechthorendheid aan haar enig horende (rechter) oor tot de KNO-arts. Klaagster verwijt de KNO-arts onder meer dat de door hem gestelde diagnose onvoldoende zeker was, dat hij aanvullend onderzoek had moeten doen en de verkeerde behandeling heeft ingezet. Het beleid van de KNO-arts kan de tuchtrechtelijke toets doorstaan en niet kan worden vastgesteld dat klaagster onvoldoende in geïnformeerd (informed consent).
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 104
- Pagina: 105
- Pagina: 106
- ...
- Pagina: 129
- Volgende pagina zoekresultaten