Zoekresultaten 471-480 van de 2585 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7417
- Datum publicatie: 25-04-2025
- Datum uitspraak: 25-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:101
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Bij klager is door de orthopedisch chirurg een knieprothese geplaatst. Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij nalatig heeft gereageerd op zijn aanhoudende pijnklachten en een hautaine houding heeft aangenomen jegens klager. Het college stelt vast dat de orthopedisch chirurg heeft gehandeld conform de voor hem geldende professionele standaard toen klager zich met aanhoudende klachten bij hem meldde. Over de ervaren hautaine houding overweegt het college dit niet te kunnen vaststellen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-702/DH/RO
- Datum publicatie: 25-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:79
Raadsbeslissing. Klacht over de aan klager geleverde bijstand. Klager klaagt over de verkeerde advocaat: niet verweerder, maar zijn kantoorgenoot heeft klager bijgestaan. Daarmee ontbreekt de feitelijke grondslag voor klagers verwijten. Klacht daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-092/DH/RO 25-093/DH/RO
- Datum publicatie: 25-04-2025
- Datum uitspraak: 16-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:73
Voorzittersbeslissing. Klacht over toegevoegde advocaat bij een vordering tot tenuitvoerlegging kennelijk ongegrond. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:67 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-156/DH/NH/W
- Datum publicatie: 25-04-2025
- Datum uitspraak: 09-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:67
Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking. Geen grond voor gerechtvaardigde twijfel aan de onpartijdigheid van de tuchtrechters.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-119/DH/DH
- Datum publicatie: 25-04-2025
- Datum uitspraak: 23-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:80
Klager heeft verweerder gevraagd om bijstand. Klager verwijt verweerder tevergeefs dat hij niet voldoende voortvarend heeft gereageerd op zijn verzoek. Naar het oordeel van de voorzitter is verweerder niet te traag geweest met zijn reactie naar klager. In zijn algemeenheid kan niet van een advocaat worden gevergd dat hij op zeer korte termijn reageert op berichten van personen die geen cliënt zijn. Klager heeft enige tijd op de reactie van verweerder moeten wachten, omdat verweerders prioriteiten lagen bij lopende zaken. De voorzitter neemt in aanmerking dat de kwestie waarvoor klager bijstand vroeg niet spoedeisend van aard was. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:74 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-099/DH/DH
- Datum publicatie: 25-04-2025
- Datum uitspraak: 16-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:74
Voorzittersbeslissing. Klacht over het mededeling doen over schikkingsonderhandelingen kennelijk ongegrond. De door verweerster gedane mededeling ziet niet op de inhoud van de schikkingsonderhandelingen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:73 Raad van Discipline Amsterdam 25-251/A/A
- Datum publicatie: 24-04-2025
- Datum uitspraak: 24-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:73
Toewijzing verzoek 60ab.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:118 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-862/AL/MN
- Datum publicatie: 24-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:118
De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-178/AL/LI/W
- Datum publicatie: 24-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:119
Wrakingsbeslissing. De wrakingskamer verklaart het verzoek ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755570 / NT 24-28 755571 / NT 24-29
- Datum publicatie: 24-04-2025
- Datum uitspraak: 27-02-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:5
1.1. Uit de door klaagster en de kandidaat-notaris gegeven toelichting op hun communicatie voorafgaand aan de dienstweigering blijkt dat het – eerst na de bespreking van 7 mei 2024 gebleken – bezit van cryptovaluta heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen van de kandidaat-notaris in klaagster. Daarvoor bestond naar het oordeel van de kamer geen aanleiding. De melding van het bezit van de cryptovaluta is nog op de dag van de bespreking gedaan. Dat klaagster dit bewust heeft verzwegen is niet gebleken; in tegendeel, voor de hand ligt dat zij dit bezit (ter waarde van circa € 250) vergeten was te melden. Toen de digitale nalatenschap voor het notariskantoor een beletsel bleek, heeft klaagster haar cryptovaluta verkocht en dit meteen aan de kandidaat-notaris gemeld. Daarbij heeft zij opnieuw haar wens uitgesproken dat het notariskantoor haar nalatenschap zou afwikkelen. De kandidaat-notaris heeft evenwel, zoals zij op de mondelinge behandeling heeft bevestigd, in het daaropvolgende telefoongesprek met klaagster gezegd dat zij er niet op kon vertrouwen dat klaagster daadwerkelijk alle cryptomunten had verkocht en dienstverlening aan klaagster geweigerd. Dat klaagster dit als kwetsend heeft ervaren is begrijpelijk.1.2. Voor zover (steeds) aanvullende wensen van klaagster ten grondslag hebben gelegen aan de weigering tot dienstverlening, geldt dat de kandidaat-notaris haar geen nieuwe offerte heeft doen toekomen. Daarover zou volgens de kandidaat-notaris wel telefonisch met klaagster zijn gesproken, maar uiteindelijk is besloten tot dienstweigering, overigens ook zonder klaagster concreet naar een andere notaris door te verwijzen. Dat klaagster niet bereid was om meer kosten te betalen, zoals de notarissen stellen, betwist klaagster en hebben de notarissen ook niet concreet onderbouwd. Niet kan daarom worden aangenomen dat dit aan de dienstverlening in de weg stond.