Zoekresultaten 631-640 van de 745 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:142 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2231
- Datum publicatie: 25-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:142
Klager bezocht in september 2021 de huisarts in verband met pijnklachten aan zijn linkerhand. In eerste instantie dacht de huisarts aan een ontsteking en schreef hij pijnmedicatie/ontstekingsremmers voor. Enkele dagen later verwees de huisarts klager, in verband met verdenking panaritium, met spoed naar het ziekenhuis voor chirurgische beoordeling. Klager maakte daarna zelf een afspraak met een andere plastisch chirurg. Op verzoek van klager stelde de huisarts een verwijsbrief op naar deze plastisch chirurg. Na onderzoek in het ziekenhuis bleek dat er sprake was van een fractuur. Klager verwijt de huisarts dat hij niet de juiste medische zorg heeft verleend en klager niet tijdig heeft verwezen voor chirurgische hulp. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:143 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2299
- Datum publicatie: 25-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:143
Klacht tegen een GZ-psycholoog. Een journalist heeft een podcast gemaakt over klaagster. Zij heeft de GZ-psycholoog gevraagd om in de podcast gedragingen die aan klaagster worden toegeschreven, te duiden. Dit heeft de GZ-psycholoog gedaan, zonder dat hij klaagster ooit gezien of gesproken heeft. Klaagster verwijt de GZ-psycholoog zijn medewerking aan en uitlatingen tijdens de podcast. Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt – mede vanwege het tuchtrechtelijk verleden van de GZ-psycholoog – een voorwaardelijke schorsing van drie maanden op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door de GZ-psycholoog tegen deze beslissing ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6281
- Datum publicatie: 24-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:74
Psychiater wordt schending beroepsgeheim verweten door stukken uit het medisch dossier aan de klachtencommissie te verstrekken, die buiten de periode liggen waarvoor klager toestemming heeft gegeven. Klachtenprocedure. Toestemmingsverklaring. KNMG-richtlijn Omgaan met medisch gegevens. Door patiënt gestelde beperkingen aan het gebruik van dossiergegevens moeten gerespecteerd worden. Geen ruimte om deze gegevens op grond van noodzakelijkheid of proportionaliteit toch te gebruiken. Datum van zorgmachtiging valt buiten de door klager toegelaten periode, maar de geldigheid van de zorgmachtiging valt binnen de toegelaten periode. Gedeeltelijk gegrond. Geen maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5610
- Datum publicatie: 24-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:75
Verwijt aan psychiater dat hij onjuiste informatie in het dossier van klaagster heeft opgenomen. Het college kan niet vaststellen dat de psychiater bij de behandeling van klaagster betrokken is geweest. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6624
- Datum publicatie: 24-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:76
Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager waren ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onderzoek te verrichten met betrekking tot zijn psychische gesteldheid. De psychiater voerde namens dit bureau het onderzoek uit. Klager klaagt er onder meer over dat hij geen klachtenregeling van de psychiater heeft ontvangen en stelt diens bevoegdheid ter discussie. Het college oordeelt dat de zorgaanbieder een klachtenregeling dient te verstrekken en niet de psychiater. De registratie van de psychiater in het BIG-register maakt dat hij bevoegd is het door hem uitgevoerde onderzoek te verrichten. Er bestaat geen (juridische) basis voor het moeten verstrekken van andere gegevens dan die in het BIG-register staan opgenomen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/60443
- Datum publicatie: 24-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:73
De psychiater heeft in opdracht van het CBR onderzoek gedaan naar de rijgeschiktheid van klager. Volgens klager heeft zij gelogen om te kunnen komen tot een stoornis in het drugsgebruik. Het college is van oordeel dat de psychiater geen verwijt treft. Klager heeft geen gebruik gemaakt van zijn blokkeringsrecht en heeft ook niet verzocht om correcties aan te brengen in de rapportage. Het college gaat er daarom vanuit dat het rapport weergeeft wat er is besproken. Omdat klager positief scoorde op twee criteria in de DSM-5 classificatie, heeft de psychiater een stoornis in het drugsgebruik kunnen vaststellen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6755
- Datum publicatie: 22-07-2024
- Datum uitspraak: 19-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:89
Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een plastisch chirurg. Klacht gegrond, maatregel: doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens een (onnodig) videoconsult. De uitvraag en beantwoording van de hulpvraag waren niet naar behoren. Ook anderszins geen zorgvuldigheid en professionele distantie bij het gebruik van WhatsApp. Onverantwoorde beschikbaarheid (24/7) via WhatsApp voor consulten, zonder waarneming. Geen lerend vermogen getoond, risico op herhaling.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6646
- Datum publicatie: 19-07-2024
- Datum uitspraak: 19-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:160
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft pijnklachten in zijn linkervoet. Hij verwijt de huisarts dat zij niet de benodigde zorg heeft verleend, niet of te laat heeft doorverwezen, in een verwijsbrief onnodige informatie heeft verstrekt, en hem onverwacht en zonder overleg heeft gevraagd een andere huisarts te zoeken.Het college overweegt als volgt. Na de (eerste) melding van klager van pijnklachten in de linkervoet (in zijn email van 21 oktober 2021) heeft de huisarts nog dezelfde dag een verwijzing gemaakt naar de podotherapeut. Uit de stukken van het dossier (kort samengevat onder de feiten) en de toelichting ter zitting blijkt dat de huisarts voortvarend en adequaat heeft gereageerd op de daaropvolgende rapportages (van de voetencentra waarnaar klager is verwezen, en van de specialisten) en verzoeken van klager. Bij de verwijzing naar de podotherapeut en vervolgens orthopeed heeft zij gehandeld zoals van haar verwacht mocht worden (lege artis). Wat betreft het verwijt dat de huisarts te laat een (op verzoek van klager) aangepaste verwijsbrief heeft opgesteld, overweegt het college als volgt. Allereerst stelt het college vast dat de huisarts niet gehouden is om, op verzoek van een patiënt, een verwijsbrief op te maken indien zij dit niet medisch geïndiceerd acht. Wat daar verder van zij, het college stelt vast dat de huisarts bedoelde verwijsbrief (alsnog) heeft opgesteld. Indien en voor zover daarbij (onnodige) vertraging is opgetreden, is dat mede veroorzaakt door de verwarring (of in ieder geval het gebrek aan communicatie) die mede is veroorzaakt door klager en de door hem ten onrechte gemaakte verwijten. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6996
- Datum publicatie: 19-07-2024
- Datum uitspraak: 18-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:88
Klacht van IGJ tegen verpleegkundige wegens (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.Klacht is gegrond. Bij het opleggen van de maatregel weegt het college mee dat verweerster inzicht heeft getoond in haar handelen en dat zij al geruime tijd naar volle tevredenheid aan het werk is en dat deze procedure lang heeft geduurd. Aan verweerster wordt een voorwaardelijke schorsing opgelegd van zes maanden met een proeftijd van een jaar. De voorwaarde die het college hieraan stelt, is dat verweerster gedurende de proeftijd van een jaar zich niet schuldig maakt aan enig handelen of nalaten dat in strijd is met de goede zorg die zij als verpleegkundige behoort te betrachten, of in strijd is met hetgeen een behoorlijke verpleegkundige betaamt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6655
- Datum publicatie: 19-07-2024
- Datum uitspraak: 19-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:161
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft al jarenlang pijnklachten in benen en bovenbuik en gebruikt hiervoor verschillende opioïden, waaronder oxycodon. In 2016 is bij klager lymfklierkanker geconstateerd waarvoor hij is behandeld. Klager verwijt de huisarts met name dat zij niet meer de voor hem noodzakelijke dosering oxycodon wil voorschrijven.Naar het oordeel van het college heeft de huisarts op goede gronden besloten om de dosering oxycodon af te bouwen en deze niet opnieuw op te hogen. Uit het medisch dossier blijkt dat klager al jarenlang overmatig opiaten gebruikt. De huisarts heeft klager vanwege de pijnklachten naar verschillende specialisten (neuroloog, pijnarts en revalidatiearts) verwezen. De specialisten kwamen allen tot de diagnose ‘moeilijk te behandelen pijnsyndroom’ en ‘opiaat-afhankelijkheid’. Ook zij hebben met klager gesproken over de verslavende werking van het middel, maar het is hen niet gelukt om klager te laten minderen. Op advies van de pijnpoli heeft de huisarts in augustus 2021 de dosering oxycodon verlaagd van 2 dd 10 mg naar 2 dd 5 mg. De huisarts heeft dit op goede gronden gedaan, en terecht vastgehouden aan deze (verlaagde) dosering, ook omdat klager naast de oxycodon nog drie andere soorten pijnmedicatie gebruikt. Het opnieuw ophogen van de dosering zou, gezien de opiaatverslaving, een stap in de verkeerde richting zijn. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.