ECLI:NL:TGZRZWO:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6755

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2024:89
Datum uitspraak: 19-07-2024
Datum publicatie: 22-07-2024
Zaaknummer(s): Z2023/6755
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen: Gegrond, doorhaling inschrijving register
Inhoudsindicatie: Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een plastisch chirurg. Klacht gegrond, maatregel: doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens een (onnodig) videoconsult. De uitvraag en beantwoording van de hulpvraag waren niet naar behoren. Ook anderszins geen zorgvuldigheid en professionele distantie bij het gebruik van WhatsApp. Onverantwoorde beschikbaarheid (24/7) via WhatsApp voor consulten, zonder waarneming. Geen lerend vermogen getoond, risico op herhaling.


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

ZWOLLE

Beslissing van 19 juli 2024 op de klacht van:

De INSPECTIE GEZONDHEIDSZORG EN JEUGD,

gevestigd in Utrecht, hierna: de IGJ,
klaagster,

vertegenwoordigd door P.M. Sleeuwenhoek, coördinerend/specialistisch inspecteur en

R.H. Algera, senior juridisch adviseur,

tegen

A,

plastisch chirurg,

werkzaam in B,

verweerder, hierna ook: de plastisch chirurg,

gemachtigde: mr. dr. R. Bertens, werkzaam in Utrecht.

1. De zaak in het kort
 

1.1     Op 16 mei 2022 heeft de plastisch chirurg een boven-ooglidcorrectie bij een patiënte uitgevoerd. Enkele dagen nadat de hechtingen op 23 mei 2022 waren verwijderd, heeft patiënte uit ongerustheid over hoe haar oog eruit zag een WhatsApp-bericht naar de plastisch chirurg gestuurd. Hierna vond op aangeven van de plastisch chirurg een videoconsult plaats. Patiënte heeft de verbinding verbroken toen zij meende het ontblote geslachtsdeel van de plastisch chirurg in beeld te hebben gezien. De plastisch chirurg heeft daarop herhaaldelijk opnieuw contact met de patiënte gezocht, en aangedrongen op een tweede video-consult, dat rond middernacht werd uitgevoerd. Tijdens dat tweede consult heeft de plastisch chirurg seksueel grensoverschrijdend gedrag laten zien. Naar aanleiding hiervan heeft patiënte op 5 juli 2022 een melding bij de IGJ gedaan en aangifte bij de politie.
 

1.2     De IGJ heeft naar aanleiding van de uitkomsten van haar onderzoek deze tuchtklacht ingediend. Na aanvankelijk verweer te hebben gevoerd, heeft de plastisch chirurg uiteindelijk (datum brief 25 maart 2024) het seksueel grensoverschrijdend handelen tijdens het tweede videoconsult erkend. De aangifte heeft geleid tot een strafrechtelijke veroordeling (datum vonnis 8 februari 2024). De plastisch chirurg heeft het daartegen aanvankelijk ingestelde hoger beroep ingetrokken.
 

1.3     Het college komt tot het oordeel dat de plastisch chirurg tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat de klacht gegrond is. Hierna licht het college dat toe.
 

2. De procedure
 

2.1     Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 28 december 2023;
  • het verweerschrift met de bijlage;
  • aanvullende verklaring van verweerder, ontvangen op 26 maart 2024;
  • deel van een huisartsenjournaal toegezonden door verweerder, ontvangen op 21 mei 2024.
     

2.2     De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

2.3     De zaak is behandeld op de openbare zitting van 7 juni 2024. De partijen zijn verschenen. De plastisch chirurg werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De partijen en hun gemachtigden hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De gemachtigden van de IGJ en verweerder hebben pleitnotities voorgelezen en aan het college en de andere partij overhandigd. De plastisch chirurg heeft zijn schriftelijke voorbereiding van beantwoording van mogelijke vragen voor een deel overgelegd.
 

3. De feiten
 

3.1     De plastisch chirurg werkt in zijn eigen kliniek, C, en was waarnemer in twee andere klinieken. Op 16 mei 2022 heeft hij een boven-ooglidcorrectie bij patiënte uitgevoerd. Op 23 mei 2022 zijn de hechtingen verwijderd. Patiënte heeft de volgende dag foto’s van haar oog gemaakt en naar de kliniek gestuurd. Zij maakte zich zorgen omdat haar ene oog dikker was dan de andere. Omdat haar klachten aanhielden en zij bang was blind te worden, stuurde patiënte op 25 mei 2020 om 21.50 uur een WhatsApp-bericht naar de plastisch chirurg. Deze stelde een video-consult voor zodat hij haar ogen en oogleden kon beoordelen. Patiënte heeft op het moment dat – zoals zij stelt –  het ontblote geslachtsdeel van de plastisch chirurg in beeld kwam ervoor gekozen de verbinding meteen te verbreken. Zij probeerde daarna via WhatsApp-berichten van de plastisch chirurg antwoord op haar medische vragen te krijgen. Op initiatief van de plastisch chirurg volgde rond middernacht een hervatting van het video-consult nadat hij eerst tweemaal tevergeefs had geprobeerd haar via WhatsApp-bellen te bereiken. Patiënte heeft de derde oproep beantwoord. Zij heeft dit tweede videoconsult met beeld opgenomen, zonder dit aan de plastisch chirurg te melden. Uit deze beeldopname blijkt dat de plastisch chirurg tijdens het consult seksuele handelingen verricht: hij laat blote huid rond de navelstreek zien, maakt masturberende bewegingen in de liesstreek, maakt kreunende geluiden en zijn antwoorden op de vragen van patiënte zijn weinig inhoudelijk, fragmentarisch en incoherent. 
 

3.2     Patiënte heeft zowel een melding bij de IGJ gedaan als aangifte bij de politie.

De IGJ heeft in augustus 2023 geoordeeld dat de plastisch chirurg de grenzen van professionaliteit en betamelijkheid als zorgverlener heeft overschreden en heeft deze tuchtzaak aanhangig gemaakt. Tijdens het onderzoek van de IGJ ontkende de plastisch chirurg de beschuldigingen en in deze procedure heeft hij aanvankelijk het verweer gevoerd dat er geen sprake was van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij brief van 25 maart 2024 heeft hij aan het college laten weten tot het inzicht te zijn gekomen dat dit geen juiste opstelling was. De meervoudige strafkamer van de rechtbank Gelderland heeft de plastisch chirurg bij vonnis van 8 februari 2024 veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur, een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden met een proeftijd van twee jaar en het betalen van € 500,- aan smartengeld aan patiënte. De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat de klacht van de IGJ bij het tuchtcollege in strafverminderende zin meegewogen. Het aanvankelijk hiertegen ingestelde hoger beroep is door de plastisch chirurg ingetrokken, waarmee deze veroordeling onherroepelijk is geworden. De plastisch chirurg heeft in zijn brief van 25 maart 2024 aangegeven dat hij de hem opgelegde straf zal ondergaan en dat hij – om herhaling uit te sluiten – in samenspraak met zijn huisarts een psycholoog bezoekt om fysieke en psychische factoren te onderzoeken die van invloed zijn geweest op zijn gedrag tijdens het videoconsult. Ter zitting is gebleken dat hij thans (nog) niet onder behandeling van een psycholoog staat, maar zich daar – aan de hand van gesprekken met de praktijkondersteuner ggz van zijn huisarts – op oriënteert.

4. De klacht en de reactie van de plastisch chirurg
 

4.1     Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij

  1. tijdens een videoconsult op 25/26 mei 2022 seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond;
  2. is tekortgeschoten in de zorg aan patiënte door de wijze waarop hij zich tijdens dat videoconsult presenteerde;
  3. is tekortgeschoten in de zorg aan patiënte door de wijze waarop hij de hulpvraag heeft uitgevraagd en beantwoord en
  4. is tekortgeschoten in de zorgverlening jegens patiënte door de wijze waarop hij in zijn communicatie gebruik heeft gemaakt van WhatsApp en beeldbellen.

4.2     De plastisch chirurg heeft aanvankelijk verweer gevoerd tegen de door de patiënte gegeven weergave van de feitelijke gang van zaken tijdens het videoconsult in de nacht van 25 op 26 mei 2022 en ontkend dat er sprake was van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Op 25 maart 2024 heeft hij dit verweer ingetrokken en erkend dat zijn gedrag bij het videoconsult wel seksueel grensoverschrijdend was. De weinig professionele houding tijdens het videoconsult stond een juiste medische beoordeling evenwel niet in de weg, aldus de plastisch chirurg. Hij stelt een reële inschatting te hebben gemaakt van mogelijke complicaties of andere medische risico’s en patiënte te hebben gewezen op manieren om haar klachten te verlichten. WhatsApp en beeldbellen zijn laagdrempelig en worden juist daarom ingezet. De met patiënte gewisselde berichten hadden geen grensoverschrijdende inhoud, aldus de plastisch chirurg.

4.3     Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college


De criteria voor de beoordeling

5.1 De vraag is of de plastisch chirurg de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende plastisch chirurg. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

Klachtonderdelen a) en b) seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens videoconsult
5.2     De plastisch chirurg heeft aanvankelijk tegenover de IGJ en in deze tuchtzaak de door patiënte geschetste gang van zaken tijdens het (tweede) videoconsult ontkend. In maart 2024 heeft de plastisch chirurg in een brief aan het college verklaard dat hij tot het inzicht is gekomen dat zijn eerdere opstelling onjuist was. Hij heeft erkend tijdens het betreffende videoconsult seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens patiënte te hebben vertoond en daarbij de grenzen van professionaliteit en betamelijkheid ernstig uit het oog te hebben verloren door zich op een onfatsoenlijke wijze aan patiënte te presenteren zonder rekening te houden met wat dit voor haar zou betekenen.
Naast deze verklaring blijkt uit het dossier, in het bijzonder uit de video-opname, van de juistheid van de door patiënte gestelde feitelijke toedracht, die niet anders is te kwalificeren dan als ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze klachtonderdelen zijn gegrond.

Klachtonderdeel c) uitvragen en beantwoorden hulpvraag
5.3     Gebleken is dat de plastisch chirurg tijdens het eerste videoconsult direct bij het aanschouwen van het oog van patiënte kon constateren dat er geen sprake was van een dreigende situatie waarin zij mogelijk blind zou worden. Een vervolgconsult op diezelfde avond was daarmee dan ook niet nodig. Toch heeft de plastisch chirurg in de twee uur daarna nog herhaaldelijk naar patiënte gebeld voordat zij bij de laatste keer de telefoon opnam. Er was dan ook geen medische noodzaak dit consult op dit zeer late tijdstip (rond middernacht) te laten plaatsvinden. Uit de video-opname blijkt dat de vragen van patiënte onvoldoende concreet en pas na herhaald aandringen werden beantwoord. De voorgestelde behandeling werd op aarzelende wijze, met lange pauzes in de zinsopbouw en twijfel over pijnstillers, nonchalant en onsamenhangend verwoord en de instructies waren onduidelijk. Dat de plastisch chirurg dit onderzoek naar behoren heeft uitgevoerd en een adequate behandeling heeft voorgesteld aan patiënte, zoals de plastisch chirurg stelt, is dan ook niet juist.
Dit klachtonderdeel is gegrond.

Klachtonderdeel d) wijze van gebruik WhatsApp
5.4     Het college stelt allereerst vast dat de plastisch chirurg zich bewust te kwetsbaar heeft gemaakt door zijn praktijk zodanig in te richten dat hij geen waarnemer heeft en
24 uur per dag, gedurende zeven dagen per week voor al zijn patiënten bereikbaar is, ondermeer via WhatsApp. Dit is niet volgens de standaard en medisch gezien onverantwoord. Gebruik van WhatsApp bij de communicatie met patiënten kan onder omstandigheden praktisch zijn, maar bergt risico’s in zich ten aanzien van privacy. De toegankelijkheid van het middel brengt daarbij met zich mee dat de professionele distantie door de zorgverlener gemakkelijker uit het oog kan worden verloren. De beroepsnormen gebieden terughoudendheid bij de inzet van dit middel en gebieden een arts – indien deze ervoor kiest – om er met grote zorgvuldigheid mee om te gaan. Het college oordeelt dat verweerder door de wijze waarop hij in deze van (beeldbellen via) WhatsApp gebruik heeft gemaakt niet de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht en de grenzen voortvloeiend uit de professionele distantie ver heeft overschreden. Met zijn wijze van presentatie tijdens het tweede videoconsult heeft de plastisch chirurg alle (professionele) grenzen overschreden. Ter zitting heeft de plastisch chirurg verklaard dat hij zijn praktijkvoering niet heeft aangepast: hij heeft met name ook nu nog niet in waarneming voorzien en hij geeft aan nog steeds 24/7 per WhatsApp beschikbaar te zijn voor consulten.
Ook dit klachtonderdeel is gegrond.

Slotsom
5.5     Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht gegrond zijn.

Maatregel
5.6     Ten aanzien van de op te leggen maatregel overweegt het college het volgende. Tijdens een videoconsult dat zonder medische noodzaak en op een ongebruikelijk tijdstip plaatsvond heeft de plastisch chirurg ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag aan zijn patiënte laten zien. Daarbij heeft hij geen enkel oog gehad voor de kwetsbare positie waarin zijn patiënte zich bevond, en de gevolgen die dit voor zijn patiënte heeft gehad. Tijdens dat consult heeft de plastisch chirurg geen adequaat onderzoek verricht en de voorgestelde behandeling nonchalant en niet adequaat verwoord. Voor dit gedrag heeft hij gedurende bijna twee jaar geen enkele verantwoordelijkheid genomen: zowel tijdens het onderzoek van de IGJ als tijdens het strafrechtelijk onderzoek heeft hij de feiten ontkend. Eerst kort voorafgaand aan de zitting van het college, en na de strafrechtelijke veroordeling, heeft de
plastisch chirurg de feitelijke toedracht erkend. Hij heeft echter nog steeds niet ingezien dat zijn zorg ook los van het seksueel grensoverschrijdende gedrag niet adequaat is geweest, gelet op het feit dat hij zijn verweer tegen de klachtonderdelen c) en d) heeft gehandhaafd. Uit hetgeen de plastisch chirurg ter zitting naar voren heeft gebracht, volgt dat hij – anders dan hij heeft betoogd – op dit moment (bijna twee jaar na het incident) nog geen psychologische behandeling is gestart, maar zich hierop oriënteert. Ook heeft de plastisch chirurg zijn praktijkvoering niet in overeenstemming met de standaard gebracht door niet in waarneming te voorzien en nog steeds gedurende 24 uur en zeven dagen per week beschikbaar te zijn voor consultatie via WhatsApp. Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt in de regel in elk geval een al dan niet tijdelijke bevoegdheidsbeperkende maatregel opgelegd. Gelet op de de ernst van de gedragingen, het feit dat de plastisch chirurg zijn praktijk nog steeds niet anders heeft ingericht, geen blijk geeft in te zien dat de door hem verleende zorg niet adequaat is geweest en - gedurende bijna twee jaren - voor zichzelf geen adequate hulp heeft gezocht bij de problemen die aanleiding hebben gegeven tot dit gedrag, kan het college geen andere conclusie trekken dan dat het noodzakelijk is de zwaarst mogelijke maatregel op te leggen. Waar lerend vermogen niet getoond is en het risico op herhaling in de patiëntenzorg niet is weggenomen, acht het college de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register passend en geboden. Een minder ver strekkende maatregel biedt onvoldoende waarborgen om herhaling te voorkomen.


5.7 Het college heeft er kennis van genomen dat de plastisch chirurg bij beslissing van dit college van 3 november 2023 de maatregel van berisping is opgelegd in een andere zaak. Gelet op de andere aard van de gedraging heeft het college dat bij de bepaling van de thans op te leggen maatregel buiten beschouwing gelaten.


Publicatie
5.8     In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd. Dit algemeen belang is erin gelegen dat andere zorgverleners mogelijk iets van deze zaak kunnen leren. De publicatie zal plaatsvinden zonder vermelding van namen of andere tot personen of instanties herleidbare gegevens.

6. De beslissing

Het college:

  • verklaart de klacht gegrond;
  • legt de maatregel van doorhaling uit het BIG-register op;
  • bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.

Deze beslissing is gegeven door G. Tangenberg, voorzitter, H.C.B. van der Meer, lid-jurist,
J.F.M. Heuff-van Macaré van Maurik, H.L. de Boer en M.E.M.M. Bos, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door Y.M.C. Bouman, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024.

secretaris                                                                                           voorzitter


 

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

  1. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
  • het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
  • als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

  1. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
  1. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.


U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.
 

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.